Civil Law versus Common Law
15 juni 2018 / Christine Khan
In het privaatrecht bestaan er in de wereld grofweg twee grote rechtssystemen: het Civil Law systeem en het Common Law systeem. Wat is de oorsprong van deze rechtssystemen? Hoe werken ze? Wat zijn de belangrijkste verschillen en overeenkomsten? En hebben de verschillen gevolgen bij het gebruik van bepaalde termen in het juridisch Engels? Ik leg het je in dit artikel graag uit.
Civil Law
Civil Law, de Engelse benaming voor continentaal recht, is een rechtsstelsel dat zijn oorsprong heeft in het Romeinse recht.
Het Civil Law systeem is voornamelijk gebaseerd op het wetboek: schriftelijk vastgelegde (gecodificeerde) wetten en regels die door de overheid worden opgelegd. De rechter in een zaak is in principe gebonden aan die wetten en regels. Alleen als het wetboek geen oplossing biedt voor de voorliggende zaak, maakt de rechter gebruik van de uitspraken in andere zaken (dat noemen we jurisprudentie). De rechter kan dan de bestaande wet op verschillende manieren interpreteren en daarbij gebruikmaken van de jurisprudentie.
Het continentaal recht wordt voornamelijk toegepast op het Europese vasteland, maar ook in Latijns-Amerika en delen van Afrika en Azië.
Common Law
Common Law is een rechtsstelsel dat in Engeland is ontstaan en zijn oorsprong heeft in het gewoonterecht.
Het gewoonterecht is het recht dat – de naam zegt het al – is gebaseerd op gewoonten die van generatie op generatie worden doorgegeven. Binnen het Common Law systeem spreken rechters recht op basis van dit gewoonterecht, aangevuld met algemene rechtsbeginselen. Wetten bestaan wel, maar de invloed ervan is binnen het Common Law systeem beperkt.
De belangrijkste rechtsbron in het Common Law systeem is dus niet het wetboek, maar de rechtspraak (case law). Als je het Common Law systeem wilt leren kennen, kun je dus niet volstaan met kennis van de literatuur, maar zul je je in de cases moeten verdiepen. Daarin kun je, voortschrijdend van precedent tot precedent, de rechtsontwikkeling traceren.
Het Common Law systeem wordt toegepast in Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Australië, India en delen van Afrika.
Civil Law versus Common Law
Het belangrijkste verschil tussen Civil Law en Common Law is dus de plaats die de wet en de rechter in het systeem innemen. In het Civil Law systeem is de wet de voornaamste rechtsbron en is de rechter in principe aan die wet gebonden. In het Common Law systeem heeft de rechter veel meer vrijheid, en neemt hij een belangrijkere plaats in dan in het Civil Law systeem. Daarom wordt ook wel gesproken van ‘rechtersrecht’: de rechter heeft binnen het Common Law systeem niet alleen de functie om het conflict op te lossen, maar ook de functie om het recht te vormen.
Er zijn ook overeenkomsten tussen de twee rechtssystemen: de functie van het vermogensrecht is in beide tradities namelijk hetzelfde. Daarnaast zijn ook de sociaal-economische verhoudingen, waarop het privaatrecht een juridische reactie vormt, niet of nauwelijks verschillend.
We kunnen daarom concluderen dat beide systemen hetzelfde beogen, maar dat de leidraad waarlangs een zaak moet worden opgelost in beide rechtssystemen anders is.
https://christinekhan.nl/de-rechtspraktijk/civil-law-versus-common-law/
Leden Staatsraad beëdigd
14/09/2020 16:08 – Van onze redactie
PARAMARIBO – In de Congreshal zijn de vijftien leden van de Staatsraad maandagmiddag beëdigd door president Chandrikapersad Santokhi, die ambtshalve voorzitter is van dit orgaan. Alle politieke partijen die zijn vertegenwoordigd in De Nationale Assemblee zitten in de Staatsraad, aangevuld met vertegenwoordigers van de vakbeweging en het bedrijfsleven.
De nieuwe Staatsraad bestaat uit Urmila Ramlagansing, Satyawatie Thakoer, Maaltie Sardjoe en Natalie Amatmohamed (VHP), Rossellie Cotino, Amzad Abdoel en Caroline Heilbron (NDP), Marinus Cambiel en Rienette Sapei-Soentik (Abop/PL), Hesdy Pigot (NPS), Justine Eduard (BEP), Paul Torilal (VSB), Wilgo Bilkerdijk (Asfa), Roy Haverkamp (PWO) en Sonny Chotkan (Osav). Santokhi zei dat de Staatsraad, het hoogste grondwettelijke adviesorgaan van de president, wetten vooraf moet toetsen aan de Grondwet. “Zo draagt zij bij aan de rechtseenheid”, aldus het staatshoofd.
Hij gaf mee dat er met betrekking tot adviezen evenwel een “spanningsveld” kan ontstaan. “Het advies van de Staatsraad zou als overbodig kunnen overkomen vanwege afspraken met politieke partijen over de richting. Maar het is uw taak als Staatsraad om ons als regering de juiste inzichten en adviezen te geven … ook al zouden er politieke afspraken zijn.” De taken van de Staatsraad zijn in de Grondwet vastgelegd en behelsen onder meer adviseren van de president bij de uitoefening van zijn ambt, adviseren van de regering bij algemene beleidsaangelegeden, de inhoud van wetsontwerpen en ontwerpwetten en Staatsbesluiten.
Santokhi gaf mee als voorzitter van de Staatsraad regelmatig het orgaan te zullen voorzitten. “In de visie van deze regering vervult de Staatsraad een belangrijke functie. Uw rol is om ongehinderd door parlementaire invloeden en uw ervaring en expertise een adviserende functie te vervullen naar de president en de regering. De Staatsraad is geen zomaar orgaan. Ken dus uw verantwoordelijkheden.” De president bedankte de uitgetreden leden van de Staatsraad met wie hij eerder op de middag een ontmoeting had gehad.
http://www.dwtonline.com/laatste-nieuws/2020/09/14/leden-staatsraad-be%C3%ABdigd/
President installeert Sociaal-economische Raad
14/09/2020 17:56 – Van onze redactie
PARAMARIBO – “Economische stabiliteit, sociale rust, maatschappelijke werkzaamheid, duurzame ontwikkeling, economische groei en sociale rechtvaardigheid” noemde president Chandrikapersad Santokhi maandagmiddag bij de installatie van de Sociaal-economische Raad (SER) “kernwoorden die ons allen verbinden en samenbrengen”. Het adviserende orgaan is volgens hem een belangrijk platform in het streven van zijn regering om continu in dialoog te gaan met de sociale partners.
De SER bestaat uit vertegenwoordigers van de regering, Raad van Vakcentrales in Suriname (Ravaksur), Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) en Associatie van Surinaamse Fabrikanten (Asfa). Santokhi gaf aan dat besloten is de SER uit te breiden met de Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen in Suriname (Akmos) en de Kamer van Koopkhandel en Fabrieken (KKF). Om de Akmos te accommoderen heeft de regering één van zijn plekken afgestaan “zodat we nu met aanvullende inspraak een maatschappelijk breder gedragen regeerbeleid kunnen uitvoeren”.
De SER wordt volgens de president gezien als een “nuttige en waardevolle gesprekspartner”. Hij noemde daarbij ook de Staatsraad die eerder maandagmiddag door hem werd geïnstalleerd. “Institutioneel en constitutioneel bekeken heeft de regering vandaag twee belangrijke instrumenten in place als adviesorganen, beide met hun eigen taakstelling en verantwoodelijkheid. En dit is belangrijk omdat we aan de vooravond staan van presentatie van het crisisbeheersingsplan aan De Nationale Assemblee.”
De nieuwe SER bestaat uit Ritesh Ganpat, Stephen Smit, Vandana Pherai, Sila Kisoensingh en Raymond Landbrug (regering), Armand Zunder, Jan Haakmat en Robby Berenstein (Ravaksur; de vierde plek moet nog worden ingevuld), Marlon Telting, Djaienti Hindori en Shirley Relyveld (VSB) en Rudy Soekhlal (Asfa). De plaatsvervangend leden zijn Laetitia Fernand, Robert Soentik, Harry Soekhlal, Henry Ori en Ruben Ravenberg (regering), Imro Wip, Imrick Edam, Robby Naarendorp (Ravaksur), Marjorie Renardus, Jean-luc van Charante en Marny Daal (VSB) en Diana Ensberg (Asfa).
http://www.dwtonline.com/laatste-nieuws/2020/09/14/president-installeert-sociaal-economische-raad/
TRUMP WIL SNEL NIEUWE OPPERRECHTER BENOEMEN
Sep 21, 2020
Het overlijden van opperrechter Ruth Bader Ginsburg maakt de Amerikaanse verkiezingsstrijd nog heftiger dan hij al was. Als het president Trump lukt nog snel een nieuwe rechter te benoemen, gaan de Amerikanen dat nog jaren merken.
‘Mijn diepste wens is dat ik niet zal worden vervangen totdat er een nieuwe president is geïnstalleerd”, zei Ruth Bader Ginsburg vanaf haar ziekbed. De progressieve en populaire opperrechter overleed vrijdag op 88-jarige leeftijd en de kans is zeer aanwezig dat haar wens niet vervuld gaat worden.
Het belangrijkste gerechtshof van de Verenigde Staten is een gewilde prooi voor zowel de Republikeinen als de Democraten. De rechters hebben het laatste woord in tal van zaken die het hart van de samenleving raken, zoals rassenscheiding, abortus, doodstraf, gelijke rechten en het dragen van wapens. Het hof telt negen rechters, die allen in principe worden benoemd voor het leven (tenzij ze er zelf voor kiezen om weg te gaan).
De president die een kans krijgt om een rechter te vervangen, krijgt een uitgelezen kans om voor langere tijd zijn stempel op het hof te drukken. Van de rechters die er nu zitten, zijn er drie benoemd door de Republikein Bush jr., een door de Democraat Clinton, twee door de Democraat Obama en twee door de Republikein Trump.
Met Bader Ginsburg er nog bij, die in 1993 werd benoemd door Clinton, waren er dus vier liberale rechters en vijf conservatieve. De aan alvleesklierkanker lijdende Bader Ginsburg zag dus de bui al hangen: als zij zou overlijden, was het aan Trump om een vervanger voor te dragen. Dan zou de balans de komende jaren wel heel erg doorslaan naar rechts.
Beide presidentskandidaten weten precies wat er hier op het spel staat. Waar Trump al heeft aangekondigd dat hij al deze week met een kandidaat komt (‘En het wordt een vrouw’, zei hij), roept Joe Biden op de keus te laten aan degene die de verkiezingen wint. Bovendien, zo redeneren de Democraten, toen president Obama in 2016 een nieuwe rechter wilden benoemen, hielden de Republikeinen dat tegen. ,,Het Amerikaanse volk moet een stem hebben in de keuze van een volgende opperrechter”, zei hun leider Mitch McConnel toen. ,,Daarom moet de volgende president hierover beslissen.” McConnel is inmiddels van mening veranderd.
Verkiezingsthema
Biden probeert nu uit alle macht de opvolging van Bader Ginsburg tot centraal verkiezingsthema te verheffen. Zijn boodschap aan de kiezer: als u wilt dat de gezondheidszorg goed geregeld wordt en het recht op abortus van kracht blijft, stem dan op mij, want ik zet een rechter neer die daarvoor gaat vechten. Chuck Schumer, de Democratische leider in de Senaat, stelt het nog scherper: ,,De rechten van vrouwen, homo’s, het klimaat, de gezondheidszorg, alles loopt gevaar bij de benoeming van weer een conservatieve rechter.”
De Democratische hoop is nu gevestigd op dissidente Republikeinen. Sommigen van hen hebben al gezegd dat ze er zo pal voor de verkiezingen geen opperrechter doorheen willen duwen. ,,Het is eerlijker tegenover het volk om de beslissing over een benoeming voor het leven door te schuiven naar de president die op 3 november wordt gekozen”, zei senator Lisa Murkowski uit Alaska. De Republikeinse meerderheid in de Senaat is maar klein, dus McConnel moet zien dat hij alle hens aan dek houdt. De Democratische Partij kan de oorlogskas bovendien flink spekken: sinds het overlijden van de opperrechter ontving de partij 103 miljoen dollar (87 miljoen euro) aan campagnedonaties.
Vrouwenrechten
Intussen treuren de Amerikanen over het verlies van de zeer gerespecteerde Ruth Bader Ginsburg. Zelfs president Trump noemde haar an amazing woman, een geweldige vrouw met een verbazingwekkend leven.
Ruth Bader werd in 1933 geboren in Brooklyn als dochter van lokale middenstanders. Haar ouders hadden onder meer een hoedenwinkel. Haar juridische loopbaan kenmerkte zich door een verbeten strijd voor vrouwenrechten, het recht op abortus en positieve discriminatie. Ze was een kleine vrouw, net anderhalve meter groot en 50 kilo licht. De paar jaar dat ze als enige vrouw in het hooggerechtshof zat, typeerde ze zelf als de zwaarste: ,,Als we rechtszaal binnenkwamen, acht mannen van een zeker postuur en dan dit kleine vrouwtje dat aan de zijkant ging zitten; dat was geen goed beeld voor het Amerikaanse publiek.”
https://unitednews.sr/trump-wil-snel-nieuwe-opperrechter-benoemen/
Hoe word ik president van Amerika?
VERKIEZINGEN VERENIGDE STATEN
Hoe word ik
president van Amerika?
Bij de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten op 3 november wordt duidelijk of Donald Trump president van Amerika blijft. Of dat het een andere kandidaat namens de Democraten lukt om hem van de troon te stoten. Hoe word je eigenlijk president van de Verenigde Staten? Dit is de weg die een nieuwe kandidaat moet afleggen.
STAP 1 CAUCUS
Ontmoet de kiezer
Hoe maak ik het beste contact met kiezers? Door alle districten van een staat te bezoeken, zeker in Iowa dat op 3 februari de voorverkiezingen aftrapt. Dit is vooral belangrijk in de staten die een ‘caucus’-systeem hanteren, waarbij kiezers zich in scholen, buurtcentra en gymzalen letterlijk aansluiten bij de groep die een partijgenoot steunt voor het presidentskandidaatsschap. Haalt een kandidaat daarbij de kiesdrempel (over het algemeen 15 procent) niet, dan kunnen kiezers overlopen en zich voegen bij een andere groep. Vooral de caucus van Iowa is van groot belang, een overwinning daar levert veel media-aandacht op.
Dit jaar gaf Iowa de winnaar echter niet de forse steun in de rug. ‘Momentum’, zoals ze het in de VS noemen. Door de chaos bij het tellen van de stemmen was het onduidelijk wie Iowa gewonnen had. Uiteindelijk boekte oud-burgemeester Pete Buttigieg een nipte overwinning, gevolgd door senator Bernie Sanders. Favoriet Joe Biden eindigde teleurstellend op de vierde plaats.
STAP 2 PRIMARIES
Sta er meteen
Het overgrote deel van de staten organiseert echter een ‘primary’, waarbij kiezers gewoon hun stem uitbrengen bij een stembus. De primary in New Hampshire is op 11 februari traditioneel de eerste, en is na de caucus in Iowa weer een belangrijk mediamoment. Kandidaten die slecht scoren in Iowa en New Hampshire geven vaak direct hun kandidatuur op.
Jimmy Carter (1976) en Barack Obama (2008) zijn voorbeelden van onbekende politici die de Iowa-caucus wonnen en hiermee de basis legden voor hun presidentschap. Carter en Donald Trump (2016) wonnen de primary van New Hampshire en belandden uiteindelijk in het Witte Huis.
Of de forse overwinning van Bernie Sanders in New Hampshire de weg vrijmaakte voor zijn presidentschap, moet de komende maanden uitwijzen. Zijn zege liet wel zien dat hij een van de grootste kanshebbers is voor de Democratische nominatie. Pete Buttigieg schaarde zich bij die andere kandidaten die in het verleden weliswaar Iowa wonnen, maar kort daarna de strijd moesten opgeven vanwege teleurstellende resultaten in de andere staten.
STAP 3 SUPER TUESDAY
Neem een voorsprong
Op 3 maart plaats je de concurrentie op achterstand. In veertien staten gaat de democratische kiezer naar de stembus. Op het spel staat meer dan een derde van het totaal aantal gedelegeerden dat op de nationale conventie in Milwaukee de partijkandidaat kiest. Om de nominatie te winnen, moet je 1.991 gedelegeerden achter je krijgen. Hoe meer inwoners een staat heeft, hoe meer gedelegeerden.
Sinds 1984 werden 17 van de 18 Super Tuesday-winnaars uiteindelijk ook de presidentskandidaat. Super Tuesday is dit jaar nog belangrijker geworden omdat nu ook Californië op deze dag stemt. Dit is de staat met de meeste gedelegeerden.
STAP 4 NATIONALE CONVENTIE
Win de definitieve meerderheid
Normaal gesproken is de nationale conventie het moment om eensgezind achter de presidentskandidaat te gaan staan. Maar dan moet die wel al een meerderheid van de gedelegeerden achter zich hebben. Als dat niet is gelukt, en dat zou deze keer bij de Democraten best eens het geval kunnen zijn, zijn de bijna 800 supergedelegeerden beslissend. Het gaat hier om partijbonzen en parlementsleden, die dan ter plekke hun beslissende stem uitbrengen (in eerste instantie is het aan de kiezer).
Beter is het om tijdens de conventie traditioneel een feestje te vieren, de vicepresidentkandidaat bekend te maken en het partijprogramma te bepalen. De Democraten komen vanaf 13 juli bijeen in Milwaukee, in de staat Wisconsin. Deze staat is dit jaar zeer belangrijk omdat de Democraten Wisconsin terug moeten zien te winnen. In 2016 won Trump er onverwacht, waarna hij president werd. De Republikeinen houden hun conventie vanaf 24 augustus in Charlotte in de staat North-Carolina.
STAP 5 CAMPAGNE
Strijd om de swing states
Na de zomer begint de campagne pas echt. Belangrijk zijn de debatten tussen beide presidentskandidaten. Op 29 september is de eerste ontmoeting: in oktober volgen er nog twee. Het pleit zal in de meeste staten al beslecht zijn. De strijd zal worden uitgevochten in een handvol ‘swing states’, waar het nog alle kanten op kan gaan, zoals Florida en Ohio. De drie Democratische bastions Pennsylvannia, Wisconsin en Michigan, in 2016 veroverd door Trump, verdienen extra aandacht.
STAP 6 VERKIEZINGSDAG
Het werk is gedaan
Het is een van de belangrijkste vragen van 2020: blijft Trump of niet? Kortom, is hij verslaanbaar of niet? Het wordt een moeilijke opdracht, sinds 1992 is de zittende president altijd herkozen. Destijds verloor George H.W. Bush een tweede termijn.
De kandidaten strijden om de meerderheid in het Kiescollege, dat formeel de president kiest. Daarin zitten 538 kiesmannen, voor het presidentschap zijn er 270 nodig. Win je een staat, dan win je alle kiesmannen. Hoeveel een staat er heeft, wordt bepaald door het totaal aantal parlementsleden in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden. In 2016 won Trump 306 kiesmannen en Clinton 232, hoewel Clinton zo’n drie miljoen stemmen meer kreeg.
Meer over de Amerikaanse verkiezingen
Oliestaat Texas toneel van grootste clash tussen oude en nieuwe Democraten
ls de oude Democraten van Amerika ergens bang zijn voor de nieuwe Democraten, dan is het wel in zuidelijk Texas, waar de clash tussen de revolutie van Bernie Sanders en de status quo van Joe Biden plaatsvindt.
Zijn naam is een roep om verandering geworden, maar Bernie Sanders is zelf nooit veranderd
‘We nemen het op tegen het hele politieke establishment!’, roept Bernie Sanders. De 78-jarige presidentskandidaat heeft al een halve eeuw dezelfde idealen.
Regeringsbesluit, een fictie
27 Feb, 2020, 15:24
Rechtsadagium 'wie het meerdere mag, mag ook het mindere'
26 Feb, 2020, 20:29
Benoeming governor geen prerogatief van de president
22 Feb, 2020, 04:48
Carlo Jadnanansing |
President Bouterse installeert nieuwe Staatsraad

Vandaag vond in de Congreshal de beëdiging plaats van de nieuwe Staatsraad voor de periode van 2015-2020. De samenstelling van de Staatsraad is een afspiegeling van de politieke partijen vertegenwoordigd in De Nationale Assemblée. Ook vertegenwoordigers van de vakbeweging en werkgeversorganisaties nemen zitting in het hoogste grondwettelijk adviesorgaan van de president.
De Staatsraad heeft onder andere als bevoegdheden: het adviseren van de president bij de uitoefening van zijn ambt als staatshoofd en als hoofd van de regering, het adviseren van de regering over algemene beleidsaangelegenheden en over de inhoud van Wetsontwerpen alsmede volkenrechtelijke overeenkomsten, waarvan de goedkeuring van De Nationale Assemblée vereist is en het adviseren van de regering over ontwerp-staatsbesluiten.
De situatie in de nationale en de internationale samenleving staat niet stil en Suriname moet haar bestuurlijke inrichting en de relaties met het buitenland voortdurend aanpassen aan de gewijzigde omstandigheden, zei de voorzitter van de Staatsraad, president Desi Bouterse.
De 15 Staatsraadsleden zijn: Flip de Vries (VSB), Wilgo Bilkerdijk (ASFA), Michel Kerpens (NDP), Dean Mitchell Linger (NDP), Ann Sadi (NDP), Marinus Cambiel (ABOP), Rudi Schillevoort (PALU), Marlyn Aaron-Denz (DOE), Mahinder Rathipal (VHP), Ganeshkoemar Kanhai (VHP), Hesdy Pigot (NPS), Rinette Soentik-Sapei (PL), Michael Miskin (CLO), Robby Berenstein (C-47) en Ronny Asabina (BEP).
https://www.srherald.com/suriname/2015/09/11/president-bouterse-installeert-nieuwe-staatsraad/Ivan Summerville

‘Afscheid met een glimlach’
De keus om gebruik te maken van de FPU-plusregeling was niet zomaar gemaakt. Ed van den Boogaard heeft daar goed over nage- dacht. ‘Ik was eigenlijk van plan om pas op mijn 61e te stoppen. Maar nu die regeling op losse schroeven komt te staan heb ik toch gekozen voor dit aanbod.’
Het leven in Suriname is heel anders, veel relaxter dan hier. Zoals Goethe zei: ‘Es wandelt niemand ungestraft unter Palmen.’ Ben je eenmaal in de tropen geweest, dan heb je er altijd heimwee naar. Ons appartement in Nederland houden we wel aan voor bezoeken aan onze zoon, kleinkind, familie en vrienden. Ik wil cultuurgeschie- denis studeren aan de Open Universiteit. Daarnaast moet er natuurlijk tijd overblijven om te zwemmen, te golfen en een boek lezen in de hangmat. Ook wil ik me op cultureel of charitatief gebied verdienste- lijk maken.’
PARAMARIBO – Er dreigen “onmiddellijke problemen” voor Suriname voor het terugbetalen van leningen. Daarvoor waarschuwt de gezaghebbende Amerikaanse krant Financial Times. Suriname is één van de zes landen in de wereld op wie deze voorspelling van toepassing is.
Het is voor het eerst dat deze krant Suriname zo nadrukkelijk noemt. Verantwoordelijke minister Gillmore Hoefdraad kon zondag niet bereikt worden voor een reactie.
De waarschuwing komt van van Matt Murphy, institutional portfoliomanager van Eaton Vance, één van de oudste beleggingsbeheerders in de Verenigde Staten, en is eind december opgetekend in een stuk van de vooraanstaande columnist Jonathan Wheatley. Die beschrijft de wereldwijde economische vooruitzichten.
Suriname wordt met Argentinië, Ecuador, Libanon, Kameroen en Papoea-Nieuw-Guinea genoemd als landen die problemen hebben om hun schulden af te lossen. Voor de situatie die wordt geschetst, waarschuwen verschillende deskundigen in binnen- en buitenland al jaren en die ontwikkeling begint nu dus ook de aandacht te trekken van belangrijke internationale media.
Dat daaraan zelfs in de als zeer betrouwbaar geachte Financial Times aandacht aan wordt besteed, is veelzeggend. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben en het moeilijker maken voor Suriname om op de internationale markt opnieuw geld te lenen.
In de afgelopen jaren zijn er voor vele honderden miljoenen US dollars aan leningen afgesloten, terwijl de overheidsuitgaven zijn toegenomen. Maatregelen om de inkomsten te vergroten zijn vrijwel allemaal faliekant mislukt.
Ook adviezen van het Internationaal Monetair Fonds om subsidies op onder meer elektriciteit en brandstof af te bouwen en het omvangrijke ambtenarenapparaat te saneren, zijn in de wind geslagen.
http://www.dwtonline.com/laatste-nieuws/2020/01/06/suriname-kan-leningen-niet-aflossen/
The challenges emerging markets investors must confront in 2020
The US and global economies seem supportive, but the sector is replete with risks
Jonathan Wheatley Jonathan Wheatley December 27 2019 Conditions appear benign for emerging markets going into 2020. Analysts expect the US economy to grow at a steady pace: neither so quickly as to suck risk appetite out of emerging-market assets, nor so slowly as to erode confidence in the global environment. The Federal Reserve is expected to leave interest rates unchanged, while many EM central banks continue their easing cycles. China can be relied on to provide enough stimulus to keep its own outlook buoyant, providing support for the rest of the emerging world. Prospects for investors should be bright, then. But they face two difficulties. One is how to make the most of these conditions while dodging trouble in individual countries. The other is that the benign outlook itself may be an illusion. Among those focused on the former problem is Matt Murphy, institutional fixed income portfolio manager at Eaton Vance in Boston. “The macro environment is really not bad for EM risk,” he said. “But there are serious concerns in the large emerging markets because of a deterioration in fundamentals. In the big names, nothing good has happened.” He points to political and economic difficulties in markets with big index weights such as Mexico, Brazil, South Africa, Poland and Russia, and to immediate problems of keeping up debt repayments in Argentina, Ecuador and Lebanon, as well as the smaller frontier markets of Suriname, Cameroon and Papua New Guinea. His approach: ignore the benchmark indices and look for returns in the likes of Serbia, Egypt and Ukraine. Dodging trouble in big and small markets has become harder in recent months. Previously, crises in places such as Argentina and Turkey were well contained. But investors were blindsided in October when protests erupted on the streets of Chile — formerly an oasis of stability — and spread to other countries in Latin America including Colombia, another economy previously seen as a rare bright spot. Some investors began to worry that reform momentum in Brazil, which had been gathering pace with the passage of a landmark pension reform, would stall. So far, contagion has not spread beyond Latin America. But growth has disappointed in sub-Saharan Africa, in emerging Europe and even in Asia. India, previously tipped by some to take up the slack as Chinese growth inevitably slows, has fallen short of expectations. So the health of the US economy will be especially significant for EMs next year. Many investors are banking on strong employment and consumer demand to keep the pace of growth not far below this year’s. But several analysts disagree. Stephanie Pomboy of MacroMavens — who has long questioned the resilience of the US economy — notes that despite low unemployment and low debt service costs among consumers, US inventory levels have been persistently high and US companies have been unable to pass on the costs of raised import tariffs to retail prices. Demand has failed to pick up, she argues, because the US consumer, rather than consuming, has been saving ever more aggressively since the housing crisis of 2008-09. She does not expect that to change next year. Erik Norland, senior economist at the CME Group, argues that the US economy has been held back by an overly-aggressive Federal Reserve that raised interest rates by more than it should have, leaving US monetary policy tight even after recent rate cuts. That has negative consequences for global growth and for EMs in particular, he said. “It was Fed tightening in the 1990s that led to the Mexican, Asian and Russian crises. A tight Fed is not good for emerging markets.” He expects slowing growth in China to be a drag on emerging markets next year, as the global economy slows from its pace in 2019. Piotr Matys, an analyst at Rabobank, is gloomier still, expecting the US to go into a mild recession. “Once the Fed realises that the risk of recession is much higher and starts cutting interest rates aggressively, starting in April, it will be too late,” he said. “This is one reason why it is hard to have a constructive view on emerging markets, apart from a short-term relief rally on the back of the phase-one trade deal [between the US and China].” Rather than a recovery, he expects EM assets to continue their recent pattern of sharp moves in both directions — a continuation of the inflows and outflows that have mirrored the baffling US-China trade talks. With the short-term issue of a phase one deal out of the way, he argues, investors’ horizons will be dominated by longer-term concerns such as intellectual property rights, access to China’s market and Chinese state support. None of that is likely to be resolved quickly. Even if the dollar does remain supportive for emerging markets next year, the sector will face plenty of headwinds.
https://suriname-mirror.blogspot.com/…/financial-times-onmi…

Naar aanleiding van onderstaande prive mail van de heer Ed van den Boogaard heb ik gemeend de belangrijke juridische vraagstukken omtrent het staatsrechtelijk vraagstuk rondom de positie en status van het staatshoofd te publiceren
Gratie of amnestie?
Inbox | x![]() |
| 29 dec. 2019 16:11 | ![]() ![]() | ||
|
Lees mijn artikel in het Surinaams Juristen Blad nr 2 van 2019 (sepember) en op Starnieuws van 22 oktober 2019 de bijdrage van mr. Gaetano Best over mijn artikel in dit SJB.
Met vriendelijke groet,
Ed van den Boogaard
Verzonden vanaf mijn Huawei mobiele telefoon
22 Oct, 09:12

Jurist Gaetano Best, redactielid Surinaams Juristenblad.
Reactie Ajodhia op ingezonden stuk Van der San
30 Jun, 08:32
Met verbazing las ik het warrige ingezonden stuk van dhr. Eugène van der San. Nog afgezien van het feit dat hij mijn artikel in het Surinaams Juristenblad (SJB) over gratie duidelijk niet heeft begrepen (of goed heeft gelezen), poneert Van der San stellingen waarvan elke jurist weet dat die inhoudelijk, kant noch wal raken. Ik laat zijn commentaar daarom voor wat het is. Mogelijk dat de volgende korte toelichting wel kan helpen de materie beter te begrijpen.
Gratie betekent dat een persoon veroordeeld is maar dat de bestraffing (gedeeltelijk) achterwege blijft. Gratie kan dus worden gezien als een daad van vergeving. In Suriname kan alleen de president gratie verlenen. Verleent de president nu gratie aan zichzelf, dan is dat zelf-gratie. Dat is ook zo als de gratie komt van een vicepresident die ‘toevallig’ waarneemt.
Zelf-gratie betekent dat iemand zichzelf vergeeft voor door hem aan anderen aangedane leed. Dit is in strijd met de rechtvaardigheid. Zelf-gratie heeft hierdoor dan ook geen duurzaam karakter. Zo zal een nieuwe president het gratiebesluit met gemak kunnen terugdraaien. Immers, er is geen draagvlak voor de gratie want deze druist in tegen het rechtsgevoel.
Hetzelfde probleem bestaat er bij zelf-amnestie. Dat er een amnestiewet is wil nog niet zeggen dat deze ook rechtvaardig is. Sterker nog, het internationaal recht sluit amnestie voor zaken zoals de decembermoorden nadrukkelijk uit. De amnestiewet is hierdoor een labiele wet en zal geen duurzaam bestaan kennen. Het verschuilen achter een illegitieme wet duurt niet langer dan de zittingsduur van de toevallige coalitie.
Dit geldt des te meer gegeven dat personen die indertijd voor de amnestiewet hadden gestemd, zich publiekelijk tegen deze wet hebben gekeerd. Daarnaast is de door de wet beloofde waarheidscommissie de afgelopen zeven jaar uitgebleven. Het is hiermee duidelijk dat de amnestiewet niet waarheidsvinding als doel had, maar louter straffeloosheid.
De crux van het hele verhaal zit in het verschil tussen legaliteit en legitimiteit, tussen wet en recht. Dat wat legaal is, hoeft nog niet legitiem te zijn. De Zuid-Afrikaanse apartheidswetten zijn hier een goed voorbeeld van. Deze wetten waren volkomen legaal, maar desalniettemin in strijd met het recht. Het doordrukken van een wet wil niet zeggen dat deze wet ook gedragen wordt. Zeker niet als deze wet in strijd is met rechtsbeginselen.
Ten slotte, de vraag kan ook worden gesteld in welke gevallen zelf-amnestie of zelf-gratie toch legitiem kunnen zijn. De enige mogelijkheid die in de rechtsfilosofie kan worden gevonden, is dat het volk zich daarover uitspreekt. Dit kan bijvoorbeeld via een referendum waartoe onze grondwet alle ruimte biedt. Waar het op neerkomt is dat het volk dan de daders vergeeft. Maar vergeven kan alleen als er schulderkenning en berouw is. En precies dat is wat in de puzzel van de decembermoorden vooralsnog ontbreekt.
Ik hoop dat dhr. Van der San nu wat beter is geïnformeerd en ik beschouw de discussie hiermee als afgesloten.
Viren Ajodhia
http://www.starnieuws.com/index.php/welcome/index/nieuwsitem/53389
Reactie op “verbazing Ajodhia”
De discussie moet niet zo snel, al bij het begin als afgesloten worden beschouwd, omdat een warrig stuk van, van der San, blijkbaar toch wel om nader uitleg vraagt. Het artikel over eventuele gebruikmaking van een bepaling in de Grondwet over gratie met name artikel 109 onder Hoofdstuk XII de Tweede Afdeling “Bevoegdheden van de President” is mij meer dan bekend.
Het relaas en het doel van de keuze voor gebruikmaking van deze bepaling in het kader van het, 8 decemberproces is door mij uitgerafeld. Vandaar kennelijk die agressieve reactie om de discussie bij het begin te willen afsluiten.
Wat is er aan de orde? Er is een proces gaande dat zowel nationaal als internationaal bekendheid geniet, waarbij Desie Bouterse als gewezen legerleiding langer dan 35 jaren terug betrokken is geweest. Hierbij wordt hij beschuldigd van medeplegen van een misdrijf.
Na deze 35 jaren staat deze zaak in een afrondende fase in de Republiek Suriname. Inmiddels is deze militair, die in een bijzondere turbulente periode tussen 1980 tot zeker 1992 aktief betrokken is geweest in het openbaar bestuur van het land, anno 2019 president van de Republiek Suriname.
Nu wordt een beschouwing weergegeven over een eventuele toepassing van de gratiebepaling waarvan Ajodhia beweerd dat van der San dat duidelijk niet heeft begrepen. Over de betekenis en toepassing van gratie denk ik dat weinigen mij iets bij zouden kunnen leren, vandaar dat in mijn benadering gratie geen optie is nog kan zijn in deze politiek gevoelige kwestie als het 8 decemberproces.
Omdat iedereen weet wat in de afgelopen bijkans 40 jaren in Suriname is gebeurd, en ik weet er bijna alles van, vraag ik mij af wie Ajodhia denkt dat hij is om mij het recht te willen ontnemen mijn zienswijze kenbaar te maken t.o.v. een andere visie.
Naar de inzichten van deze juridische student zijn zowel gratie als de vigerende amnestiewet niet toereikend omdat zij in strijd zouden zijn met de rechtvaardigheid. Wat een onzin. Weet deze jongeman wat rechtvaardigheid is. U houdt van filosoferen lees dan Socrates.
Er bestaat een amnestiewet en ik heb betoogd dat wanneer wij in het kader van dit strafproces van 8 december rechtsstatelijk denken en handelen, de vigerende amnestiewet bepalend is. Dit heb ik op grond van artikel 3 lid 1 onder A van de (Amnestiewet 1989) zoals gewijzigd in (2012 S.B. no. 49 ) gesteld.
Daarin staat: “indien personen veroordeeld zijn tot straf, de bevoegdheid tot uitvoering van die straf vervalt en, voor zover zij zich tot uitvoering van die straf in detentie bevinden, het openbaar ministerie, of de rechter die de straf heeft opgelegd, de onmiddellijke invrijheidstelling zal bevelen.
Dit gebeurd dus, nadat de rechter uitspraak heeft gedaan en de belanghebbende geen gebruik maakt van zijn recht tot verzet, of beroep. Dat is de rechtsstatelijke toestand waarin wij in Suriname verkeren m.b.t. het proces van 8 december. Al dat gefilosofeer is mooi maar niet relevant.
Deze wet is niet door de huidige regering tot stand gebracht, dus het verhaal over zelfamnestie raakt kant nog wal. Jouw vader is mede uitvoerder geweest (minister Justitie en Politie) en het is reeds in Suriname toegepast. Deze wet is zodanig samengesteld door de toenmalige regering dat amnestie werd verleend vóór, tijdens en na het proces. Deze volgens jouw labiele wet is tot stand gekomen zoals alle andere wetten.
Voor het overige nog een opmerking: een zittende regering kan en heeft de bevoegdheid om inderdaad een wetsvoorstel tot intrekking van een bestaande wet in te dienen. Echter is de vraag of de rechtsgevolgen daardoor ook ongedaan gemaakt zijn. De kwestie van verzoening is van een andere orde en de rechterlijke macht kan geen bemoeienis daarin hebben.
Ik hoop dat dhr. Viren Ajodhia zijn studie serieuzer zal oppakken.
Eugène van der San

!['Waarom gratie voor de decembermoorden?
22 Oct, 2019 - Bron: Starnieuws - @[1270489283:2048:Gaetano Best]
In het onlangs verschenen nummer van het Surinaams Juristenblad (SJB 2019 no. 2) heeft mr. Ed van den Boogaard een buitengewoon boeiend artikel geschreven met als titel: 'Waarom gratie voor de decembermoorden en is gratie of amnestie in het zg. decemberproces überhaupt wel mogelijk?'
Mr. Ed van den Boogaard, hierna te noemen 'de auteur', is werkzaam geweest bij het Nederlands openbaar ministerie. De auteur heeft een band met Suriname, doordat hij van 2005 tot 2016 zeer frequent in ons land vertoefde.
Het artikel van de auteur lijkt te zijn geschreven als reactie op c.q. aanvulling van het artikel van de hand van dr. ir. Viren Ajodhia LL.B., getiteld 'Gratiemogelijkheid binnen het decemberproces - een rechtsfilosofische beschouwing', dat is gepubliceerd in de vorige editie van het Surinaams Juristenblad (SJB 2019 no. 1). Volgens de auteur is de vraag naar het waarom van gratie echter van te groot belang om bij het bespreken van het onderwerp onbeantwoord te laten. In die zin vormt zijn artikel in ieder geval een goede aanvulling op de uiteenzetting van dr. Ajodhia.
Hoewel de auteur dat niet met zoveel woorden stelt, is zijn vraag waarom aan een specifieke veroordeelde gratie moet worden verleend eigenlijk een vraag naar de omstandigheden waaronder de bevoegdheid tot het verlenen van gratie mag worden aangewend. Zoals de auteur terecht constateert, heeft de wetgever niet voorzien in een wet ter uitwerking van de grondwettelijke bevoegdheid tot het gratiëren van veroordeelden en bevat ook de memorie van toelichting bij de grondwet van 1975 geen nadere uitwerking van de grondwettelijke gratiebepaling. Hoe dient deze vraag dan wel te worden beantwoord?
Bij gebrek aan een gratiewet die naar objectieve maatstaven uiteenzet wie onder welke voorwaarden voor gratie in aanmerking komt, stelt de auteur zich de vraag of de specifieke omstandigheden van de decembermoorden en de nasleep daarvan al dan niet in de weg staan aan het verlenen van gratie. Daarbij stelt de auteur zich de vragen (i) wat de aard en de ernst van de misdrijven is; en (ii) wat de proceshouding van de hoofdverdachte is geweest in de afgelopen jaren. Aan de hand van de beantwoording van deze twee vragen komt hij tot de conclusie dat gratie in dit specifieke geval niet voor de hand ligt.
De auteur laat het echter niet daarbij. Hij onderzoekt ook wat de rol van het Openbaar Ministerie is bij de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke veroordelingen. Zo stelt hij met verwijzing naar, onder andere, de dissertatie van dr. Sonja Meijer, getiteld 'Het openbaar ministerie en de tenuitvoerlegging', dat het begrip strafvordering ruim moet worden opgevat en mede omvat de executiefase. Ook citeert hij een reeks van strafrechtwetenschappers die zich allemaal op het standpunt stellen dat op het Openbaar Ministerie de wettelijke plicht rust om de executie van een vonnis ter hand te nemen.
Wederom aanbeland bij het onderwerp van gratie, stelt Van den Boogaard zich de vraag of de grond-wettelijke bevoegdheid tot het verlenen van gratie aan beperkingen onderhevig is. Deze vraag tracht hij te beantwoorden via de route van het publiekrecht, met name het strafrecht en het bestuursrecht. Gratiëren is immers een besluit in de zin van het bestuursrecht en besluiten kunnen nou eenmaal slechts worden genomen in het algemeen belang. Bovendien moeten besluiten, zo stelt de auteur, voldoen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. En tot slot kan gratie niet in strijd komen met de doelen van het strafrecht en het strafproces. In dat verband stelt hij, onder meer, dat gratie niet bedoeld is als rechtsmiddel ter correctie van een rechterlijke uitspraak door de uitvoerende macht.
De auteur staat eveneens stil bij de voorwaarden die de Nederlandse Gratiewet stelt aan het verlenen van gratie en, niet minder belangrijk, de vraag wie in Nederland het laatste woord heeft bij gratieverlening: de rechter of de minister. Daarbij verwijst hij naar een vonnis van het Hof Den Haag, waaruit blijkt dat niet de minister, maar de rechter die advies uitbrengt het eigenlijke oordeel velt over “de vraag of de verdere tenuitvoerlegging van het vonnis na verloop van tijd nog in overeenstemming is met eisen van rechtvaardigheid, humaniteit en doelmatigheid”. Van den Boogaard bespreekt eveneens onder welke bijzondere omstandigheden door de minister mag worden afgeweken van het advies van de rechter. Op grond van het door hem gepleegde onderzoek komt de auteur tot de slotsom dat de bevoegdheid tot het verlenen van gratie wel degelijk aan belangrijke beperkingen onderhevig is.
Tot slot staat de auteur stil bij de vraag of een oplossing voor het gratievraagstuk gezocht kan worden in de richting van een volksraadpleging. Hij bestempelt een volksraadpleging, met verwijzing naar, onder andere, prof. Heringa als een heilloos pad, omdat, zo stelt de auteur, ook de volkswil gebonden is aan het positieve recht.
Al met al is het artikel van mr. Van den Boogaard, ook voor de ingevoerde lezer, zeer lezenswaardig.
G.N. Best
(SJB-redactielid)'](https://scontent-mad1-1.xx.fbcdn.net/v/t1.0-0/s160x160/74620856_2654922697863660_6296092713548775424_n.jpg?_nc_cat=103&_nc_oc=AQl5aMjliQZ4AEtPamZgRepehZ43rUWUDr71oOiod1XD8HfdDTQMnA9u_NbnMPHlQto&_nc_ht=scontent-mad1-1.xx&_nc_tp=1002&oh=b63409bb957d6f74a71a99c128f238a1&oe=5E96D476)






CIVIL LAW
Suriname kent het rechtssysteem van civil law, in tegenstelling tot de Verenigde Steten die Commmon law kent.