OLIE SURINAME EN GUYANA

30 okt 2025 Onze analyse van de contractmodellen onthult dat Suriname, ondanks de vertraging, een strategische en financieel superieure route heeft gekozen, in lijn met het gezegde: haastige spoed is zelden goed. Het fundamentele verschil tussen de aanpak van de twee landen ligt in hun prioriteiten, wat direct terug te zien is in de fiscale regimes van hun contracten: Guyana koos voor snelheid en volume, terwijl Suriname inzette op duurzaamheid en opbrengst.

UNITEDNEWS|ANALYSE

OLIEBOOM OF SCHULDVAL? GUYANA’S STAATSSCHULD VERVIERVOUDIGD IN ZES JAAR

 Nov 3, 2025

Guyana’s spectaculaire economische groei sinds de ontdekking van olie lijkt gepaard te gaan met een alarmerende toename van de nationale schuldenlast.

In 2019 bedroeg de staatsschuld nog 1,8 miljard Amerikaanse dollar. Zes jaar later is dat cijfer opgelopen tot ruim 7,7 miljard dollar – een verviervoudiging onder de huidige regering van president Irfaan Ali.

Volgens vice-president Bharrat Jagdeo is alleen al voor de begroting van 2025 nog eens 1,7 miljard dollar aan nieuwe leningen aangegaan. Daarmee komt de totale schuld eind 2025 uit op meer dan vier keer het niveau van voor de olieproductie begon.

Sinds Guyana in december 2019 startte met olieproductie, heeft het land volgens de Centrale Bank van Guyana (BoG) circa 7,8 miljard dollar aan olie-inkomsten gegenereerd. Opvallend is dat de regering daarvan al 4,6 miljard dollar heeft opgenomen uit het Natural Resource Fund (NRF). Hoewel de regering haar schuldpositie als “beheersbaar” omschrijft, wijzen economen op de schaduwzijde van deze strategie. De rentelasten lopen op, terwijl de overheid steeds afhankelijker wordt van olie-inkomsten om de schulden af te lossen. Het kabinet-Ali verdedigt zijn beleid met het argument dat de schuldquote – de verhouding tussen schuldendienst en het Bruto Binnenlands Product (BBP) – laag blijft. Maar die redenering verhult volgens critici een fundamenteel probleem: de groei van het BBP is grotendeels gebaseerd op exportcijfers, niet op de werkelijke inkomsten voor de staat.

In 2024 exporteerde Guyana voor 17,9 miljard dollar aan ruwe olie, maar het land ontving zelf slechts 2,6 miljard dollar aan opbrengsten. “We zijn rijk op papier, maar arm in realiteit,” waarschuwen lokale waarnemers.

De Guyanese econoom Elson Low benadrukt dat de afhankelijkheid van olie-inkomsten om schulden af te lossen een groot risico inhoudt. “Als de olieprijzen instorten, kan dat desastreuze gevolgen hebben voor onze economie,” zegt hij. Hij verwijst naar een verklaring van minister van Financiën Ashni Singh, die in 2023 stelde dat Guyana door de verdrievoudiging van zijn economie nu “meer ruimte heeft om te lenen”. Volgens Low is dat een gevaarlijke redenering: “Onze leenruimte groeit alleen omdat de oliesector dat mogelijk maakt. Daardoor wordt onze aflossingscapaciteit volledig afhankelijk van diezelfde sector.” De officiële cijfers van de Centrale Bank tonen een scherpe stijging van de schuld aan:

  • 2019: 1,8 miljard dollar
  • 2020: 2,6 miljard dollar (+46,7%)
  • 2021: 3,1 miljard dollar
  • 2022: 3,7 miljard dollar
  • 2023: 4,5 miljard dollar (+23,4%)
  • 2024: 6,0 miljard dollar
  • 2025: +1,7 miljard extra

In amper zes jaar tijd is de schuld dus meer dan verviervoudigd.

De Caribbean Development Bank (CDB) waarschuwde vorige week nog dat het Caribisch gebied te maken heeft met “aanhoudend lage groei en hardnekkig hoge schulden.” Tijdens het tweede Caribbean Debt Forum riep waarnemend vicevoorzitter Ian Durant de regeringen in de regio op tot “krachtig, gecoördineerd beleid” om economische veerkracht te versterken en schulden duurzaam te beheren. Volgens Durant kampen Caribische landen met structurele zwaktes: lage productiviteit, beperkte exportdiversificatie en grote kwetsbaarheid voor klimaatschokken. “Onze groei wordt geremd door structurele rigiditeit en een smalle exportbasis,” zei hij. “Om onze volledige potentie te benutten, moeten we investeren in competitieve en veerkrachtige economieën.”

Hoewel de gemiddelde schuldquote in de regio sinds de coronapandemie iets is verbeterd, overschrijden acht van de lidstaten van de CDB nog steeds de grens van 60 procent schuld ten opzichte van het BBP. De stijgende rente wereldwijd en een afzwakkende groei maken de situatie volgens Durant steeds precairder. “Schuldenbeheer is niet louter een begrotingskwestie, maar een ontwikkelingsnoodzaak,” aldus de CDB-topman.

Kredietruimte groeit, maar ook risico’s

Guyana ontvangt ondertussen steeds meer kredietruimte van internationale partners. Zo verhoogde het Verenigd Koninkrijk onlangs de exportkredietlimiet voor Guyana van 2,1 naar 3,0 miljard pond – door Londen en Georgetown gepresenteerd als een blijk van vertrouwen in Guyana’s economische potentieel.

Toch waarschuwen analisten dat deze oplopende leencapaciteit ook een gevaar inhoudt. “Als de olieprijzen dalen of productie vertraagt, kan Guyana in een schuldval belanden die vergelijkbaar is met die van andere olieproducerende landen,” stelt een financieel expert uit Georgetown. “De les van de geschiedenis is duidelijk: wie te hard leunt op olie-inkomsten, kan bij een schommeling in de markt snel ten onder gaan.”

Guyana staat op een kruispunt. Het land kent een ongekende economische expansie dankzij olie, maar die groei wordt steeds sterker gefinancierd met geleend geld. De komende jaren zal blijken of de regering erin slaagt de opbrengsten van de oliesector om te zetten in duurzame ontwikkeling – of dat Guyana, zoals zovele olieproducerende staten voor haar, verstrikt raakt in een schuldenweb dat moeilijk te ontwarren is.

UNITEDNEWS|REGIO

Gerelateerd aan:https: Suriname-wint-de-lange-termijn-geduldige-olie-deal-overklast-Guyanas-haast-met-300-rendement

https://unitednews.sr/olieboom-of-schuldval-guyanas-staatsschuld-verviervoudigd-in-zes-jaar/

SURINAME WINT DE LANGE TERMIJN | GEDULDIGE OLIE-DEAL OVERKLAST GUYANA’S HAAST MET 300% RENDEMENT

Oct 30, 2025

De Caribische oliekoorts heeft twee hoofdrolspelers: Guyana en Suriname. Terwijl de media Guyana bejubelt als de vroege vogel die “nu casht,” schildert een recente minidocumentaire, “De Oorlog om de Olie,” Suriname af als de verliezer vanwege de latere productiestart. Deze focus op de tijdlijn miskent echter de meest kritische factor voor nationale welvaart op de lange termijn: de kwaliteit van de onderhandelde oliecontracten.

Onze analyse van de contractmodellen onthult dat Suriname, ondanks de vertraging, een strategische en financieel superieure route heeft gekozen, in lijn met het gezegde: haastige spoed is zelden goed.

Het fundamentele verschil tussen de aanpak van de twee landen ligt in hun prioriteiten, wat direct terug te zien is in de fiscale regimes van hun contracten: Guyana koos voor snelheid en volume, terwijl Suriname inzette op duurzaamheid en opbrengst.

Kenmerk Guyana (Focus: Snelheid/Volume) Suriname (Focus: Duurzaamheid/Opbrengst)
Royalty2 % op brutoproductie6,25 % op de brutoproductie
Ring-FencingNee (kosten van nieuwe projecten drukken bestaande winsten)Ja (kosten enkel per veld aftrekbaar)
Kosten TerugwinningGeen plafondWel plafond: max. 75% in beginjaren, daarna 20% voor operationele kosten
WinstbelastingGeenJa: 36% op aandeel oliemaatschappijen
Staatsaandeel (na 2038)Circa 22%Boven 60% (bijna drie keer zo hoog)

De doorslaggevende elementen zijn het gebrek aan ring-fencing in Guyana en de flexibele aftrekbaarheid van kosten.

Ring-Fencing:

Guyana: Door het gebrek aan ring-fencing mogen oliemaatschappijen de kosten van nieuwe exploratie- en ontwikkelingsprojecten aftrekken van de winsten van reeds draaiende en winstgevende velden. Dit vertraagt de volledige kostenterugwinning aanzienlijk, waardoor het percentage van de winst dat naar de overheid stroomt, langdurig laag blijft. Zelfs als de productie in 2033 explodeert naar 2 miljoen vaten per dag, blijft de overheid tot 2035 steken op slechts 14 tot 18 procent van de opbrengst.

Suriname: Het contract met ring-fencing voorkomt dat de kosten van nieuwe investeringen de winsten van reeds draaiende velden aantasten. De terugwinning van kosten moet per veld gebeuren. Dit zorgt ervoor dat de winst sneller naar de staat stroomt.

Kostenregime en de R-Factor:

Suriname hanteert ook een strikter plafond op kosten: maximaal 75% in de beginjaren, dalend naar 20% voor operationele kosten. Dit garandeert dat de staat snel en in grotere mate mee profiteert.

Deze mechanismen (ring-fencing en kostenplafonds) versnellen de groei van de R-factor (Payback Ratio). De R-factor is de ratio van de cumulatieve inkomsten na belasting ten opzichte van de cumulatieve uitgaven.

In oliecontracten wordt de R-factor vaak gebruikt als een drempel om te bepalen wanneer regeringen een verhoogd aandeel van de inkomsten ontvangen (bijvoorbeeld na een R-factor van 1,5). De Surinaamse aanpak zorgt ervoor dat deze drempel sneller wordt bereikt dan in het Guyanese model. Zodra de kosten zijn terugverdiend (R-factor > 1), stroomt de winst sneller en in hogere percentages naar de staat.

Het resultaat is een dramatisch verschil in de staatsopbrengst op de lange termijn:

Guyana: Ondanks de vroege en enorme productie, ligt het staatsaandeel na 2038 rond de 22%.

Suriname: Door de bewuste keuze voor een financieel evenwichtiger en duurzamer model, ziet Suriname de staatsopbrengst na 2038 stijgen tot meer dan $15 miljard per jaar, met een staatsaandeel van boven de 60 procent—bijna drie keer zo hoog als in Guyana.

De ‘overwinning’ in de olie-industrie wordt niet bepaald door wie het eerst begint, maar door wie het slimst onderhandelt. Terwijl Guyana de focus legde op de ‘quick win’ met soepelere contracten om maatschappijen aan te trekken, heeft Suriname gekozen voor een model dat, mogelijk gesteund door haar langere expertise in de sector, de maximale en duurzame waarde voor de staat garandeert.

De vermeende verliezer van vandaag is op de lange termijn de waarschijnlijke winnaar. De haastige aanpak van Guyana garandeert de oliemaatschappijen snellere winsten, maar het doordachte, op duurzaamheid gerichte model van Suriname belooft een rooskleuriger en financieel zekerder toekomst voor haar bevolking

https://unitednews.sr/suriname-wint-de-lange-termijn-geduldige-olie-deal-overklast-guyanas-haast-met-300-rendement/