Hoewel de president voorzichtig was met zijn woorden, was het duidelijk dat hij niet tevreden is over de huidige staat van de journalistiek in het land. Hij merkte op dat het principe van hoor en wederhoor vaak ontbreekt in deze digitale communicatie, wat leidt tot de verspreiding van desinformatie en misverstanden.
“Suriname staat uiteraard niet alleen in deze situatie; het is een vraagstuk dat de hele wereld behelst,” voegde hij eraan toe. De regering is zich bewust is van deze uitdagingen en dat er nieuwe beleidsinitiatieven moeten worden ontwikkeld om verantwoord mediagebruik te bevorderen. “Het is onze plicht om ervoor te zorgen dat de media in Suriname hun rol op een verantwoordelijke manier vervullen,” aldus de president. Hij sprak de hoop uit dat de regering in samenwerking met mediawerkers richtlijnen en principes zal kunnen ontwikkelen die de kwaliteit van de journalistiek in het land kunnen waarborgen.