Auteur: Angela Fernald
Mijn stellingen:
1. Het is de Nationale Assemblee die de Rechtstaat compleet uitholt en ons volk afsnijdt van internationale leningen en internatioale geloofwaardigheid van de regering.
2. Als Robert van Trikt, voormalig Govenor van de Centrale Bank van Suriname, al vanaf 6 februari 2020 in de gevangenis zit, dan kan het kabinet niet ongestoord verder gaan met de minister van Financieën maar af te dekken en de President af te schermen. Immers, niets in Suriname gebeurt zonder goedkeuring en medeweten van de President. Soort zoekt soort!!
Vanaf het aantreden van President Bouterse in 2010 is deze uitholling gaande. De strijd in geculmineerd in een over en weer elkaars wetten negeren. De Nationale Assemblee dreigt in de zaak Hoefdraad wederom de PG (procureur-generaal bij het openbaar ministerie)in zijn hemd te laten zitten, zoals de minister van Justitie en Politie nu al getoond heeft inzake de zaak van Rodney Cairo. De minister gaf gewoon geen gehoor aan het verzoek van de PG. Met andere woorden, de uitvoerende macht bestrijdt haar eigen onderzoeksorgaan omdat de NDP kliek bepaald heeft dat de PG aan de VHP gelieerd is. Deskundigheid en onafhankelijkheid worden door de NDP kliek gelijkgesteld aan persoonlijke ambities van mensen. En het creoolse zittende bolwerk is niet van plan de in hun ogen hindoestaanse rechterlijke macht te gehoorzamen. Openlijke desavoeuringen, aanvallen en obstructies vinden constant plaats richting de PG en minder naar het Hof van Justitie, waar Iwan Rasoelbaks als waarnemend hofpresident de scepter zwaait. Het is een ware oorlog vanuit de NDP kliek tegen de rechterlijke macht. Een rechterlijke macht die altijd maar wordt verweten in een groot complot van politieke scenario’s te zitten wanneer zij de corruptie binnen de NDP gelederen wil aanpakken. Straffeloosheid en klassenjustitie is wat de NDP in ons land probeert door te drukken. Patronage handelingen vieren hoogtij, een hoge positie in ruil voor het door de vingers kijken wanner de NDP haar snode plannen uitvoert in het consolideren van haar macht. In het patronage heeft helaas iedereen zijn prijs, zeker omdat tot op heden de anti-corruptiewet nog niet eens is afgekondigd na aangenomen te zijn in het parlement.
ALL IN ONE.
De bommetjes van Ma Dini over Diamantenroof, poging ontvoering Rodney Cairo door De Nationale Veiligheidsdienst(DNV), Verzoek PG aan DNA Minister van Financiën Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen, rechtszaak van de Surinaamse bank tegen de Centrale Bank van Suriname, rapportage aan de CFTF(carribean financial task force) over corruptie, witwasserij en drugstransporten, Verkiezingen 25 mei zonder Internationale waarnemers, Aflossingen rente op leningen.
DE LIJNEN
Robert van Trikt(voormalig Govenor CBvS), Gilmore Hoefdraad, minister van Financien, Adeline Wijnerman (bureau voor de staatschuld) Amzad Abdoel, commissie Financien in DNA en de hoogste baas de President.
Op basis van de wet Instaatvanbeschuldigingstelling en Vervolging Politieke Ambtsdragers, moet het parlement Hoefdraad in staat van beschuldiging stellen, voordat de vervolging formeel kan worden ingezet door het parket.
De lijst van strafbare feiten van een minister van Financieën gaat natuurlijk de hele wereld rond. Nu de minister van Financieën in opspraak is kan de druk van de ketel bij de CBvS. Maurice Roemer wordt door de Surinaamse Bank aangeklaagd inzake de clausule van straffeloosheid. Een moment van timing om de rechter uitspraak te laten doen zodat de Govenor gevrijwaard wordt om geen politieke zaak vanuit de overheid uit te lokken. De Govenor kon eerder moeilijk de politieke druk vanuit de regering en de “maffia-wereld” doorstaan inzake de straffeloosheid en met behulp van de Surinaamse Bank is de Govenor verlost geworden uit de politieke greep van de rovers binnen en buiten de regering. De acties tegen het regiem volgen elkaar in rap tempo op. Toeslaan wanneer het rund gewond is, is de beste remedie om hem te kunnen doden. De regering is met haar rug tegen de muur.
Linksom wordt via de advocaat van Robert van Trikt de heer Kanhai, de govenor met zijn haren erbij gesleept omdat er zeer belastend materiaal is vrijgekomen waarmee de Procureur- Generaal Panday verder mee kan. En rechtsom wordt via De Surinaamse Bank de verduistering van de kasreserve bij de Centrale Bank van Suriname(CBvS) eveneens de minister Hoefdraad met de haren erbij gesleept omdat hij als minister doet wat zijn President wil om maar in het zadel te kunnen blijven zitten. Irvin Kanhai, de advocaat van Robert van Trikt, de voormalig Govenor van de CBvS en aan de andere kant de speler Steven Couthino van de Surinaamse Bank namens overige banken, die Hoefdraad laat aanpakken en zijn gehele clan binnen de overheid, de President incluis als hoofdverantwoordelijke voor het leegroven van de kasreserven.
De OKB voorzitter Jennifer van Dijk-Silos zal de CFATF moeten uitleggen hoe het zit met de corruptie binnen de overheid dat een structurele vorm heeft aangenomen om te kunnen overleven, de macht te behouden ten koste van alles en iedereen. Het is daarom niet uitgesloten dat Desi Bouterse zijn eigen minister opoffert om nog enigszinds een kleine kans te maken op voldoende zetelwinst bij de verkiezingen van 25 mei 2020. Want Bouterse weet dat hij de verantwoordelijkheid van de leencultuur en roof van de kasreserve op de schouders heeft gelegd van zijn minister. Dus valt de minister dan valt Bouterse ook, dat is de logische verdere gedachtengang. Robert van Trikt, Gilmore Hoefdraad en Desi Bouterse zijn alle drie de plegers en het is rechtsongelijkheid als alleen van Trikt moet boeten.
EUGENE VAN DER SAN VERSUS IRVIN KANHAI
Eugene van der San en Irvin Kanhai zullen wederom de degens kruisen, want als Kanhai via van Trikt en Hoefdraad heel dichtbij Desi Bouterse komt, dan moet de directeur van het kabinet van de President zijn baas verdedigen door de verkiezingen uit te stellen en zich van Kanhai te ontdoen. De degens tussen deze twee Boutisten liep op 22 januari al heel hoog op toen Desi Bouterse voor de Krijgsraad moest verschijnen. Van der San zijn standpunt was dat Desi Bouterse in persoon en niet in de functie van het ambt van President moest verschijnen voor de Krijgsraad. En Kanhai won de battle, want Desi Bouterse verscheen in de functie van ambtsdrager van het hoogste ambt van President.
Het is nu weer de hoogste ambtsdrager de President, die op de valreep, volgens Eugene van der San bij staatsbesluit de verkiezingen kan uitstellen. De ambtsdrager is nu volop in functie, in tegenstelling tot het voorstel inzake verschijning voor de krijgsraad. En Desi Bouterse is verzot op macht, dus dit keer zal van der San volgen en Kanhai de pas afsnijden. De noodtoestand is in dit geval van uitstel van de verkiezingen niet eens meer nodig. COVID-19 is de redding voor Bouterse om zich boven wet en recht te begeven via staatsbesluiten in deze uitzonderlijke toestand en omstandigheid van een levensbedreigend virus. Maar covid-19 is tevens de ondergang van het regime Bouterse, daar de economie nog hardere klappen te verduren krijgt en de wanorde op alle gebieden nog sneller zichtbaar is geworden voor iedereen vanwege het geklungel in plaats van deskundigheid van de beleidsmakers. De lugubere gangsterpraktijken van de intelligence o.l.v. DNV heeft een kijkje gegeven in de keuken van de misdaad in Suriname, een misdaad horende bij het tijdperk Bouterse. Suriname is diep geschokt en de President geeft doodleuk op 24 april 2020 zijn TV praatje over Covid-19 en dat de lockdown met twee weken verlengd is. Geen woord over zijn minister van Financieën. Dat er binnen de NDP enorme strubbelingen zijn is vast en zeker. Het gedrag van DNV en de perikelen rondom de minister van Financien zijn niet langer te verdedigen. De NDP dreigt omver te vallen maar zal met het verzoek van de PG proberen overeind te blijven door Hoefdraad niet in staat van beschuldiging te stellen. De Rechtstaat is met de ondersteuning van de volksvertegenwoordiging dan verder aan diggelen getrapt. Dan is er nog altijd een uitweg om Hoefdraad wel te vervolgen, daar de strafklachten betreffen de Bankwet, de anti- corruptiewet en de strafwet. Strafrechtelijke vervolging hoeft niet met toestemming van de Nationale Assemblee ook als het om een ambtsdrager gaat. Als een ambtsdrager de strafwet overtreedt dan komt de PG direct in actie, ambtsdrager of niet. Slechts in het algemeen belang kan de vervolging gesabotteerd worden door de Nationale Assemblee. Wetende dat niet voor niets de Bankwet is overruled met de valutawet en de anti-corruptiewet opzettelijk niet is gesanctioneerd door de President, heeft dit regiem lak aan de rechtstaat en aan de wereld die meekijkt. Er wordt op hoog niveau geschaakt door het regiem Bouterse, de minister van Financieën heeft een opermachtige bescherming door de President dan een Govenor van een Centrale bank en een directeur DNV( directoraat nationale veiligheid). In een Presidentieel stelsel kunnen deze perikelen voorkomen, in een parlementair stelsel was de regering al lang gevallen. Daarom pleit ik voor een parlementair politiek stelsel in Suriname. De dictatoriale neigingen van een President en de arrogantie van de macht zijn ongeevenaard in het tijdperk Bouterse.De werkwijze van de inlichtingendienst eveneens. Alles past zich aan aan de aard van het beestje.
EN DRAAI HET WIELETJE NOG EENS OM
En als het scenario spaak dreigt te lopen, dan draait de as van het kwaad in Suriname alles gewoon weer om. Advocaat Kanhai die eerst vervolging van Hoefdraad een logische stap vond, pleit opeens dat toch alles binnen de bankwet gebeurd is. Intern is de advocaat natuurlijk teruggefloten want de President gaat dan ook niet vrijuit. Dus moeten de lijnen gelijkgetrokken worden. Maar als de bankwet Hoefdraad dekt, waarom zit van Trikt dan vast en wordt hij als voormalig Govenor van de Centrale Bank, niet gedekt door de bankwet?
AUDIO
- Brunswijk zegt dat DNA bijeen moet komen over kwestie Hoefdraad en keurt DNV optreden af.https://www.apintie.sr/v24196
- Hugo Essed: President wordt omringd door machtsdronken mensen https://www.apintie.sr/v24203
Echtgenote opiniepeiler vreest voor zijn veiligheid
26/10/2020 10:01 – Wilfred Leeuwin
PARAMARIBO – Camille Ramsamooj, echtgenote van de in Suriname aangehouden Trinidadiaanse opiniepeiler Derek Ramsamooj, vreest voor de veiligheid van haar man en meer nog de fysieke toestand waarin hij mogelijk verkeert. In een exclusief interview met de Ware Tijd zegt de vrouw dat het enige dat de rechten en de veiligheid van haar man kunnen beschermen, de integriteit zal zijn van het justitieel onderzoek.
Haar man die in de regio bekend staat als opiniepeiler en diensten verleend aan politieke organisaties werd op 8 oktober in verzekering gesteld. Zijn aanhouding heeft te maken met het onderzoek naar malversatie bij de Surinaamsche Postspaarbank. In deze kwestie is eerder voormalig directeur Ginmardo Kromosoeto aangehouden.
Het parket van de procureur-generaal heeft intussen in een tweede beperking besloten dat alle contact ofwel vrije verkeer met de verdachte wordt verboden. De tweede beperking is ingegaan op 16 oktober voor een periode van acht dagen. In het telefonisch en e-mailcontact dat de Ware Tijd heeft met Camille Ramsamooj, zegt zij dat haar man, vanaf het moment dat hij in zijn hotel in Paramaribo werd opgezocht door de justitie, vrijelijk alle medewerking heeft verleend aan het onderzoek. Zij plaatst vraagtekens achter de aanhouding van haar man. “Mijn laatste contact met Derek was toen hij door de politie is gevraagd naar het bureau te komen en een verklaring af te leggen. Volgens mijn man hielp hij normaal mee aan een onderzoek van de politie, nadat die op 6 oktober hem had bezocht. De rechercheur vroeg hem om op 7 oktober naar het bureau te komen. Derek belde me op video WhatsApp en vroeg mij, in de aanwezigheid van de officier, mee te helpen door alle documenten waar de onderzoeker om vroeg, te scannen en te e-mailen. Ik stemde ermee in om volledig mee te werken en het proces te steunen”, zegt Camille Ramsamooj, die sindsdien geen contact meer heeft gehad met haar echtgenote.
Uit informatie blijkt dat Derek na het afleggen van zijn verklaring tot zijn verbazing werd aangehouden en in verzekering gesteld. In het eerste beperkingsbevel van het parket staat dat de verdachte op 8 oktober is aangehouden. Daarin wordt ook vermeld dat de advocaat Irene Lalji zich zou hebben gemeld als de juridische vertegenwoordiging van Ramsamooj. Echter, de officier van justitie belast met het onderzoek besliste dat op basis van de door Derek Ramsamooj afgelegde verklaringen, de noodzaak is ontstaan voor verder onderzoek, en getuigenverhoren van onder anderen ex-regeringsfunctionarissen.
Justitie zegt dat contact tussen Ramsamooj en Lalji er toe kan leiden dat hij kennis krijgt van andere informatie van getuigen en andere mogelijke verdachten en dat er ernstige vermoeden bestaan dat contact met de advocaat zal worden misbruikt om het onderzoek te belemmeren. “Ik betwist zeker het concept van een politiemacht om de toegang tot juridische vertegenwoordiging te weigeren en om familiecontact te verbreken voordat er een proces heeft plaatsgevonden. Ik betwist ook het idee dat een man die geen Nederlands spreekt, zichzelf alleen kan vertegenwoordigen onder technische ondervraging door een groep mensen wier eerste taal niet het Engels is. Het is de meest voorspelbare trend in de Caribische politiek, dat zodra een politieke groep aan de macht komt, zij zich richten op het in diskrediet brengen van mensen die zij als politieke rivalen beschouwen”, zegt Camille Ramsamooj.
De beschuldigingen tegen haar man noemt zij schandalig. “Maar ze zijn niet mijn grootste zorg; mijn grootste zorg is dat ze voor het eerst in Dereks dertigjarige carrière worden gemaakt in een omgeving zonder de context van een juridisch basisproces. Iedereen kan beschuldigingen uiten, maar in andere Caricom-landen kunnen mensen zichzelf verdedigen door middel van een transparant proces van bewijs verzamelen, juridisch advies inwinnen aan beide kanten en hun geschil voor een objectieve rechtbank brengen.” Camille zegt geen detailinformatie, die zij met de politie heeft gedeeld, openbaar te zullen maken. “Ik zal mijn deel blijven doen aan het respecteren van Dereks verzoek om volledig samen te werken met de onderzoekers.”
Zoekend naar hulp en informatie over haar man heeft zij gesproken met zijn collega’s in het Caribisch Gebied, Caricom-vertegenwoordigers en de Caribische Democratie Unit. Ook heeft zij een beroep gedaan op het ministerie van Buitenlandse Zaken op Trinidad en Tobobago. Haar is toegezegd dat de normale procedure zal worden gevolgd om een consulair bezoek aan Derek te bewerkstelligen, via honorair consul Rudie Tjong A Hung. “Het meest alarmerende aspect in de positie van Derek is dat hij lijdt aan medische aandoeningen die dagelijkse zorg nodig hebben. Zelfs ik als zijn vrouw kan niet weten of hij eten of schone kleding krijgt. Als dit is waar Surinaamse mensen mee leven, hebben ze mijn totale medeleven. Ik zal wat ik heb geleerd zeker delen met zakenmensen uit Trinidad die overwegen kantoren te openen om zaken te doen in Suriname”, zegt Camille Ramsamooj.
Bij het ter perse gaan van de Ware Tijd zondagavond vernam de redactie dat intussen de contactbeperking van Ramsamooj is opgeheven. Hij zou bezoek hebben ontvangen van de honorair consul van Trinidad in Suriname. Derek Ramsamooj zou ook een nieuwe advocaat hebben die hem ook heeft bezocht. Vernomen wordt dat de Trinidadiaanse opiniepeiler het naar omstandigheden goed maakt.
Kwestie SPSB: Justitie wil partner opiniepeiler en ex-bewindslieden horen

25/10/2020 00:00 – Wilfred Leeuwin
Derek Ramsamooj, de opiniepeiler van Trinidad en Tobago, die in Suriname in verzekering is gesteld. Foto: sunbelzz.wordpress.com
PARAMARIBO – De justitie die onderzoek doet naar de malversaties bij de Surinaamse Postbaarbank (SPSB), vermoedt dat er veel meer personen betrokken zijn in deze kwestie. Dit zou blijken uit het verhoor dat is afgenomen van de Trinidadiaansse opiniepeiler Derek Ramsamooj. Hij zou de afgelopen twee tot drie jaar regelmatig opiniepeilingen hebben gedaan voor de voormalige regering van Desi Bouterse. Op 8 oktober werd hij aangehouden nadat hij vrijwillig zou hebben meegewerkt aan een verhoor.
In een tweede beperkingsbevel is op 6 oktober bepaald door de justitie dat Ramsamooj geen contact mag hebben met zijn advocaat Irene Lalji en dat zijn vrijheid verder wordt beperkt. In de beperking wordt vermeld dat het gaat om een vrij omvangrijk onderzoek. In dat verband moeten cruciale getuigen worden verhoord. Onder die getuigen behoren Camille Ramsamooj, de partner van de verdachte, alsook ex-bewindslieden van de regering Bouterse.
De justitie wil ook Ginmardo Kromosoeto, ex-directeur van de SPSB, nader aan de tand voelen. De ervaring leer namelijk dat bij zulke malversaties de verdachten alles in het werk zullen stellen om cruciale getuigen en of medeverdachten te beïnvloeden dan wel kennis te krijgen van wat die getuigen of medeverdachten hebben verklaard, om zodoende de eigen verklaringen aan te passen. Het belang van het onderzoek zou volgens de justitie in ernstig gevaar komen, alsook het proces naar waarheidsvinding.
Het tweede beperkingsbevel is uitgegeven op 16 oktober voor een periode van acht dagen. De komende week moet duidelijk worden als er een derde beperking komt. De Ware Tijd heeft de afgelopen dagen contact gehad met de echtgenote van Ramsamooj. In het interview, dat maandag wordt gepubliceerd in de Ware Tijd doet zij haar wederverhaal in deze kwestie. Zij maakt zich ernstig zorgen om de juridische maar ook mensenrechten van haar echtgenoot die volgens haar een gerespecteerde onderzoeker en opiniepeiler is in het Caribisch Gebied en in zijn dertigjarige carrière voor het eerst is beschuldigd van malversaties.
BREAKING: Hoefdraad spant kort geding aan tegen staat, DNA en OM
11/08/2020 15:12 – Wilfred Leeuwin
Gillmore Hoefdraad, ex-minister van Financiën, sleept de staat, het parlement en het Openbaar Ministerie voor het gerecht. Foto: Irvin Ngariman
PARAMARIBO – Gillmore Hoefdraad, de gewezen minister van Financiën, die door De Nationale Assemblee (DNA) – op verzoek van procureur-generaal Roy Baidjnath-Panday – in staat van beschuldiging is gesteld, heeft dinsdag een kort geding aangespannen tegen de staat Suriname, DNA en het Openbaar Ministerie (OM). De Ware Tijd heeft de vordering in bezit. Het juridisch team – Irène Lalji, Frank Truideman en Murwin Dubois – van de ex-bewindsman zegt namens hem tegen de rechter dat het besluit van DNA om hem in staat van beschuldiging te stellen onwettig is.
Hoefdraad zal naast dit kort geding een rechtszaak aanhangig maken bij de kantonrechter. Volgens zijn advocaten heeft hij het recht en een zeer dringend spoedeisend belang dat in kort geding er al een uitspraak wordt gedaan, aangezien zijn rechten en vrijheden door het onrechtmatig genomen besluit ernstig worden aangetast. Maandag is tegen de ex-minister door het Korps Politie Suriname een intern opsporingsverzoek uitgevaardigd.
Het niet horen van een politieke ambtsdrager zou volgens de advocaten in strijd zijn met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en levert een onrechtmatig handelen op van staatsorgaan. Door hem niet te horen is het besluit van DNA nietig en mag het dus niet in stand blijven. Erger nog, de advocaten van Hoefdraad vinden dat door het nietig zijn van het DNA-besluit, geen enkel orgaan van de staat daarop een besluit mag nemen.
In het verzoek wordt verwezen naar de wet ‘In staat van beschuldiging stelling politieke ambtsdragers en gewezen politieke ambtsdragers’. Op elk vordering geldt dat de persoon in kwestie moet worden gehoord. Pas wanneer de persoon in kwestie niet zou verschijnen op de hoorzitting zou DNA ontslagen kunnen worden van de hoorplicht. Er wordt er verder op gewezen dat op 23 april, bij het eerste verzoek van de pg om Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen, hij toen conform de wet is opgeroepen en zich ook heeft verweerd. Aangezien het parlement toen op basis van zijn verweer met een duidelijke meerderheid afwijzend heeft beslist op de vordering van de pg, geldt nu nog dat hij niet in staat van beschuldiging is gesteld. Dat besluit is genomen op basis van artikel 58 van het reglement van orde van het parlement. Met het eindbesluit zou volgens het juridisch team van Hoefdraad een einde zijn gekomen aan de vordering van de pg.
In de vordering aan de rechter wordt verder erop gewezen dat volgens artikel 59 van het Ordereglement een eenmaal genomen besluit door het parlement of ander orgaan van de staat ten aanzien van een persoon of een ambtsdrager niet kan worden teruggeroepen. Anders zouden er gewichtige redenen in ‘s landsbelang moeten zijn of er zouden nieuwe omstandigheden moeten zijn die bij het nemen van het besluit niet bekend waren en wellicht tot een ander oordeel zouden hebben geleid. “Immers, de rechtszekerheid noodzaakt dat er niet teruggekomen kan worden op reeds genomen besluiten en dat er niet politiek opportuun gevist mag worden als er een andere constellatie is”, staat in de vordering.
BREAKING: Opsporing ex-minister Hoefdraad ingezet
10/08/2020 17:00 – Ivan Cairo
PARAMARIBO – Met de lancering van een ‘interne opsporing’ is maandag formeel de opsporing van de verdachte Gillmore Hoefdraad, ex-minister van Financiën, aangevraagd door de Anti-Corruptie Unit van het Korps Politie Suriname. Dit wordt tegenover de Ware Tijd bevestigd door korpschef Roberto Prade. De ex-minister wordt verdacht van overtreding van de Bankwet, de wet Money Laundering, ambtsverduistering en oplichting.
“Indien de interne opsporing na enige tijd niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd volgt die algemene opsporing”, zegt de korpschef. Hoefdraad is één van de vier verdachten in het geruchtmakend corruptieschandaal bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS), dat in februari geleid heeft tot het ontslag van toenmalig CBvS-governor, Robert van Trikt. In deze zaak gelden ook Van Trikt zijn zakenpartner Ashween Angnoe en Faranaaz Hausil, een van de directeuren van de centrale bank als verdachten.
Met uitzondering van Hoefdraad zijn alle overige verdachten gearresteerd en in verzekering gesteld. Vorige week donderdag stelde het parlement volgens de wet ‘In staat van beschuldiging stelling politieke ambtsdragers en gewezen politieke ambtsdragers’ de ex-minister in staat van beschuldiging. Zulks op basis van een hernieuwde vordering van de procureur-generaal. Een eerdere poging om Hoefdraad, toen nog minister, mislukte omdat de toenmalige coalitie in De Nationale Assemblee tegen de vordering stemde.
Volgens bronnen in justitiële kringen wordt eerst met een interne opsporing begonnen die naar alle afdelingen binnen het Korps Politie Suriname gaat. Mocht dit geen succes hebben volgt een algemene opsporing die in de media zal worden gepubliceerd. Als ook dan geen opsporing en aanhoudng plaatsvindt zal een internationale opsporing tegen Hoefdraad worden gelanceerd. Enkele weken geleden vaardigde de procureur-generaal een uitreisverbod uit tegen de ex-bewindsman. Het vermoeden bestaat dat hij in het buitenland, waarschijnlijk Guyana, is ondergedoken.
http://www.dwtonline.com/laatste-nieuws/2020/08/10/breaking-opsporing-ex-minister-hoefdraad-ingezet/
BOUTERSE EN ADHIN MEDEPLICHTIG IN VERKOOP OVERHEIDSGEBOUWEN

DATE 07.08.20
De Nationale Assemblee (DNA) heeft de ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, gisteravond in staat van beschuldiging gesteld. 28 Assembleeleden hebben vóór gestemd, de leden van de NDP en BEP hadden de zaal verlaten. DNA-voorzitter Marinus Bee heeft ten aanzien van deze kwestie aangegeven, dat er geen inhoudelijke behandeling zou plaatsvinden, omdat het niet de taak is van de volksvertegenwoordiging om te oordelen of Hoefdraad schuldig is of niet. De hernieuwde vordering tot het in staat van beschuldiging stellen van Hoefdraad werd twee weken geleden door de procureur-generaal (PG) mr. Roy Baidjnath Panday naar DNA gestuurd. Volgens juristen bevat het strafdossier van de PG voor het in staat van beschuldiging stellen van de ex-minister van Financiën, voldoende bewijs voor mededaderschap of medeplichtigheid van de gewezen president Desiré Bouterse en de ex- vicepresident Ashwin Adhin.
Het document van de PG is toegelicht met onderliggende stukken. Ten aanzien van de ‘verkoop’ van de overheidsgebouwen zijn er zijn twee brieven van Hoefdraad gericht aan ex-governor Robert van Trikt, waarin hij aangeeft, overheidspanden “over te dragen” aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS) voor een gedeeltelijke financiering of schuldverrekening. De verkoop van de overheidspanden is niet buiten de gewezen president Bouterse en ex-vicepresident Adhin om gegaan. De redactie had toen al uit het document van de PG kunnen achterhalen, dat Hoefdraad aan Van Trikt in een brief d.d. 20 november 2019 had laten weten, dat met verwijzing naar de bespreking met de President van de Republiek Suriname aan de ex-governor was medegedeeld: “De Staat wenst haar toebehorende onroerend goed in de staat zoals deze zich bevindt, over te dragen waarmede dan bewerkstelligd wordt dat er gedeeltelijk financiering of schuldverrekening kan plaatsvinden”, aldus Hoefdraad.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een paar weken terug een tweede directielid van de Centrale Bank, Faranaaz Alibaks Hausil, aangehouden en in verzekering gesteld. Zij beklede de functie Legal, Compliance & International Affairs. Naar verluidt is gebleken, dat Hausil verklaringen heeft afgelegd bij de politie die in strijd zijn met de waarheid. Zij is aangehouden in het kader van het onderzoek van het OM, waarbij Robert van Trikt en Gillmore Hoefdraad, ervan worden verdacht zich schuldig te hebben gemaakt aan overtreding van artikel 18 en 21 van de Bankwet en artikel 13 van de Anti-corruptiewet. Hoefdraad wordt ook ervan verdacht, zich schuldig te hebben gemaakt aan oplichting, waarbij hij zeventien panden heeft verkocht aan de CBvS voor euro 105 miljoen. Volgens het onderzoek van het OM heeft Hoefdraad tijdens zijn verhoor, verklaringen afgelegd die niet helemaal op waarheid berusten. Hausil heeft bij de politie min of meer hetzelfde verklaard, terwijl nu blijkt zij medeplichtig is bij de constructie van de ‘verkoop’ van de overheidspanden.
https://dagbladdewest.com/2020/08/07/bouterse-en-adhin-medeplichtig-in-verkoop-overheidsgebouwen/
Antoon Karg 7 augustus om 08:53 · Uit het strafdossier van de PG blijkt voldoende bewijs aanwezig voor mededaderschap of medeplichtigheid van Bouterse en Adhin.
Kaieteur News: ‘Hoefdraad gevlucht naar Guyana’
28 juli 2020
De ex-minister van Financiën in Suriname, Gillmore Hoefdraad, is mogelijk gevlucht naar buurland Guyana. Dat meldt de bekende Guyanese nieuwssite Kaieteur News vanmorgen. Bronnen zouden aan die site gemeld hebben dat Hoefdraad is overgestoken naar Guyana.
Volgens Kaieteur News reageerde de Guyanese minister van Openbare Veiligheid van Guyana, Khemraj Ramjattan, gisteren niet op vragen of de autoriteiten zouden zijn gewaarschuwd dat de voormalige minister waarschijnlijk illegaal in Guyana zou zijn.
De nieuwssite meldt dat andere hoge veiligheidsfunctionarissen in Guyana gisteren zeiden, dat ze niet op de hoogte zijn van de kwestie.
Ondertussen bespreekt De Surinaamse Nationale Assemblee (DNA) vandaag in een huishoudelijke vergadering de hernieuwde vordering van het in staat van beschuldiging stellen van de ex-bewindsman.

https://www.waterkant.net/suriname/2020/07/28/kaieteur-news-hoefdraad-gevlucht-naar-guyana/
De West: ‘Hoefdraad nergens te vinden’
Publicatie datum: 24 jul 2020 | Bron: Waterkant
De Surinaamse ex-minister van financiën Gillmore Hoefdraad is volgens de Surinaamse krant De West nergens te vinden. De deurwaarder zou al een paar dagen op zoek zijn naar Hoefdraad, maar heeft de ex-minister tot nu toe niet kunnen bereiken meldt De West donderdag.
In april dit jaar diende het Openbaar Ministerie in Suriname een verzoek in bij De Nationale Assemblée (DNA) om minister Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen, op grond van artikel 1 van de Wet in staat van beschuldigingstelling en vervolging politieke ambtsdragers. De procureur-generaal (pg) verdenkt hem van tien strafbare feiten. Een NDP meerderheid van de toenmalige DNA wees het verzoek toen af.
Afgelopen dinsdag heeft procureur-generaal (pg) Roy Baidjnath Panday een uitreisverbod uitgevaardigd tegen de ex-minister. Dit omdat er een hernieuwd verzoek is gedaan bij De Nationale Assemblee om Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen.
Hoefdraad werd door assembleevoorzitter Marinus Bee al wel op de hoogte gebracht van deze hernieuwde vordering van de pg.
De West schrijft verder dat de Surinaamse justitiële autoriteiten sinds dinsdag op zoek zijn naar de ex- minister, maar hem tot nog toe niet kunnen lokaliseren. “Uit betrouwbare bron is ons meegedeeld dat zijn telefoon ook uitgeschakeld is en dat leden van de regering Bouterse ook geen aanwijzingen kunnen geven waar Hoefdraad is” aldus De West donderdag.
https://surinamenieuwscentrale.com/content/de-west-%E2%80%98hoefdraad-nergens-te-vinden%E2%80%99
Kwestie Hoefdraad: Bij 2e vordering pg ook 28 producties
24 Jul, 2020, 00:00

In het dossier zijn er 28 producties overgelegd. Diverse documenten zijn toegevoegd waaruit blijkt dat de Staat onroerend goed heeft verkocht aan de CBvS. |
HOEFDRAAD KAN INTERNATIONAAL WORDEN AANGEHOUDEN DOOR INTERPOL
Jul 23, 2020
Ex minister Gilmore Hoefdraad van Financiën mag het land niet verlaten. Hiertoe heeft het Openbaar Ministerie en uitreisverbod tegen hem uitgevaardigd. De immigratiedienst die wordt gecontroleerd door de militaire politie en alle grensposten van het land zijn hiervan op de hoogte gebracht.
Procureur Generaal Roy Baidjnath Panday wil hiermee voorkomen dat de gewezen minister het land verlaat voordat De Nationale Assemblee DNA zich heeft uitgesproken over de vordering die het Openbaar Ministerie bij haar heeft ingediend om Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen. Hij wordt ervan verdacht zich schuldig te hebben gemaakt aan het ernstige benadelen van de staat, corruptie en frauduleuze handelingen in het schandaal rond de Centrale Bank van Suriname (CBvS).
Het uitreisverbod komt mede omdat Hoefdraad nergens bereikt kon worden om de vordering die hem per deurwaardersexploot moest worden aangereikt, in ontvangst te nemen. Woensdagavond gonsde het van geruchten dat d ex minister het land al zou hebben verlaten met en privé vliegtuig. Dit kon nergens worden bevestigd of hard worden gemaakt. Hoefdraad zelf is ook niet te bereiken voor journalisten die naar hem op zoek gingen.
Mocht de gewezen bewindsman het land verlaten hebben zal een internationaal opsporingsbevel tegen hem worden uitgevaardigd. Hoefdraad zal in dat geval kunnen worden aangehouden door elke politieman in een land dat lid is van Interpol.
Intussen heeft De Nationale Assemblee aangekondigd dat zij vrijdag de vordering van het Openbaar Ministerie in behandeling zal nemen. Deze vordering is de tweede tegen Hoefdraad. De eerste werd afgewezen door de toenmalige regeringscoalitie van de NDP in het parlement. Als reden voor het afwijzen zei onder andere de toenmalige fractieleider van de NDP Amzad Abdoel, dat Hoefdraad de handelingen waarvan hij verdacht wordt, gepleegd te hebben in ’s land belang.
https://unitednews.sr/hoefdraad-kan-worden-aangehouden-door-interpol/
Breaking: Pg vaardigt uitreisverbod tegen Hoefdraad uit
22 Jul, 2020, 15:35

DNA-voorzitter Bee zal hernieuwd verzoek pg behandelen
22 Jul, 2020, 00:00

Assembleevoorzitter Marinus Bee. (Foto: Raoul Lith) |
OPENBAAR MINISTERIE VRAAGT PARLEMENT WEDEROM HOEFDRAAD IN STAAT VAN BESCHULDIGING TE STELLEN
Jul 22, 2020
Het Openbaar Ministerie denkt er niet aan op te geven in de grootschalig fraude zaak bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS).
Nadat eerder op 23 april de coalitie van de toenmalige NDP-fractie een vordering van het openbaar ministerie om ex minister Gilmor Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen was afgewezen, heeft procureur generaal Roy Baidjnath Panday afgelopen mandag een nieuwe vordering gestuurd naar De nationale assemblee. Volgens het parket van de pg voorziet de wet ‘in staat van beschuldiging en vervolging politieke ambtsdragers in het opnieuw vorderen van de in staat van beschuldiging stelling. Volgens de pg zal een toewijzing van het parlement het de vervolging mogelijk maken om in een vooronderzoek klaarheid te brengen in de strafzaak waar Hoefdraad verdacht wordt van een aantal strafbare feiten.
Het Parlement heeft in de persoon van haar voorzitter Marinus Bee het openbaar ministerie laten weten dat de vordering, voor het in staat van beschuldiging stellen van Hoefdraad in behandeling zal worden genomen. Vandaag zal worden bepaald wanneer de behandeling van de vordering op de agenda van het parlement zal worden geplaatst. Zoals de regels het voorschrijven is ook Hoefdraad per deurwaarde exploot op de hoogte gesteld van de nieuwe vordering die het Openbaar Ministerie heeft ingediend bij De Nationale Assemblee.
In de strafzaak omtrent de fraude bij de centrale bank, zijn aangehouden, de voormalige governor Robert van Trikt zijn zakenpartner Ashween Angnoe, en de Legal, Compliance & International Affairs Faranaz Hausil van de bank.
Valt op te merken dat Hoefdraad in deze kwestie zelf het Openbaar Ministerie geeft aangeschreven een onderzoek te doen naar wat er op de CBvS heeft plaatsgevonden.
Het was Hoefdraad die over dit schandaal bij de moederbank in De Nationale Assemblee onthullingen heeft gedaan en alle schuld op van Trikt heeft gelegd. Echter wordt de ex bewindsman vanaf dag een ervan verdacht veel meer te weten en zelf betrokken te zijn geweest bij de gepleegde handelingen.
Intussen zijn er ruim zes maanden verstreken sinds van Trikt werd aangehouden. De rechtszaak in deze kwestie die al bij de rechter was beland is terugverwezen naar de rechter commissaris. Het Openbaar Ministerie heeft daartoe de rechter verzocht omdat er twee getuigen gehoord moeten worden die werkzaam zijn bij het Belgisch bedrijf Clairfield waarmee volgens het Openbaar Ministerie verdachte contracten zijn gesloten.
Vijay Kirpalani mogelijk medeschuldig

Wij weten dat het Wetboek van Strafrecht niet voor iedereen hetzelfde werkt, ook al wordt ons dat van kinds af aan wel geleerd. Het is steeds de vraag waarom de ex-president-commissaris van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), de heer Vijay Kirpalanii, ook niet onderworpen wordt aan een strafrechtelijk (voor)onderzoek door de procureur-generaal (pg). Een breed onderzoek naar de mate van vervolgingen in vergelijkbare zaken, maar met verdachten uit verschillende klassen zou dan ook zeer wenselijk zijn, omdat justitie niet klasse-gerelateerd mag zijn. Vijay Kirpalani bijvoorbeeld, zou dezelfde behandeling moeten krijgen als die awarra stelende kleine jongen die wel vervolgd wordt.
Op 3 december 2019 is er een besluit genomen door president Desi Bouterse dat de royalty’s van multinational Iamgold voor de duur van veertien jaar afgedragen worden aan de CBvS. Vijay Kirpalani als ex-president-commissaris van de CBvS, was hiervan op de hoogte.
In de dagen daarna begint de minister van Financiën, de heer Gillmore Hoefdraad, naar geld te zoeken om de achterstallige betalingen aan Suralco te kunnen voldoen, om zodoende de Afobakka-stuwdam te kunnen overnemen. Hoefdraad wilde daarvoor een deal sluiten met Oppenheimer voor een lening van US$ 125 miljoen. Om die deal te kunnen sluiten wilde Oppenheimer een onderpand hebben, als garantie voor terugbetaling van de lening. Hoefdraad bedenkt vervolgens een soort watervalconstructie. (Bron: Vordering van de pg, voor het in staat van beschuldiging stellen van Hoefdraad via De Nationale Assemblee)
Boevenwatervalconstructie
De watervalconstructie bleek achteraf een boevenwaterval-constructie te zijn. Ondanks het feit dat de royalty’s reeds gegeven waren aan de CBvS, werden ze als onderpand (pledge) gegeven aan Oppenheimer. Hoefdraad heeft iets als onderpand gegeven, wat niet meer van ‘hem’ was (Hoefdraad handelde namens de staat Suriname).
Hoefdraad had 90 dagen de tijd om te kunnen laten zien dat hij wel een onderpand heeft voor die lening. Om dit onderpand te bewijzen moest hij binnen de 90 dagen de royalty’s storten op een speciale rekening. Daarna zouden de royalty’s weer gestort worden bij de CBvS, maar dat wist Oppenheimer niet. Eigenlijk zou Oppenheimer dus daarna bedrogen worden. Indien Oppenheimer na de 90 dagen het onderpand niet meer zou krijgen, zou de rente op de US$ 125 miljoen met drie procent verhoogd worden. Dat is bijna US$ 4 miljoen extra schade voor Suriname, terwijl het volk hosselt voor elke één US$. In één van onze eerdere columns hebben wij beschreven waarom dit riekt naar oplichting (drie jaar gevangenisstraf!).
Het behoeft geen betoog dat een internationaal bekend zijnde instantie misleid is door Hoefdraad en daarmee de naam en geloofwaardigheid van Suriname te grabbel zijn gegooid. Bij volgende leningen zullen geldschieters hogere rentes kunnen eisen of extra onderpand willen hebben. Sterker nog, men kan Suriname een lening weigeren, omdat Hoefdraad de staat Suriname een boevenstatus heeft bezorgd met zijn misleidingen. Men gelooft en vertrouwt Suriname niet meer. Dit is ook een schade.
Wij komen terug bij Kirpalani, want deze column gaat over hem. Kirpalani begint vragen te stellen over het ‘dubbele’ onderpand met betrekking tot de royalty’s. Op 11 februari 2020 wordt Kirpalani door Hoefdraad, middels voicenote ingelicht dat er een pledge (onderpand) nodig was om de lening bij Oppenheimer te kunnen krijgen. Dit, terwijl Kirpalani vanaf 1 november 2019 wist dat de royalty’s reeds gepledged (verpand) waren aan de CBvS. Dit is de dubbele pledge.
Op 22 februari 2020 wordt Kirpalani nog eens via een WhatsAapp-bericht ingelicht over het pledgen (dit keer door de handlanger van Hoefdraad, de heer Bernhard Krockow). Precies hier ging Kirpalani de fout in. Hij wist of hoorde te weten dat de royalty’s toebehoorden aan de CBvS en dat dezen niet nog een keer aan Oppenheimer gegeven kunnen worden. Hij wist of hoorde te weten dat de staat Suriname een schade van bijkans US$ 4 miljoen zou kunnen oplopen door het niet (tijdig) geven van het onderpand aan Oppenheimer.
Kirpalani heeft verzuimd om een halt toe te roepen aan deze praktijken, want hij was wel in die positie. Hij heeft nagelaten om datgene te doen wat hij verplicht was te doen (in het strafrecht wordt dit aangeduid met “grove nalatigheid”). Deze nalatigheid is zo groot dat het zelfs lijkt op ‘opzettelijkheid’. Dit komt erop neer dat hij deze onoorbare praktijken oogluikend heeft toegestaan. Hij is medeplichtig, omdat hij een in de positie was dit te stoppen, maar niet gestopt heeft (één van de bestanddelen van medeplichtigheid in het kader van het strafrecht).
Er is nog meer aan de hand
Kirpalani wist of hoorde te weten dat de CBvS overheidspanden had gekocht die niet dienden ter uitoefening van haar taken, terwijl dit volgens artikel 18 van de Bankwet uitdrukkelijk verboden is. De CBvS heeft voor de aankoop van deze panden een bedrag van SRD 869,055,000.00 betaald. Dit bedrag is geen “chicken feed van Adhin”, waardoor het aan je aandacht ontsnapt zou kunnen zijn. Op de verkorte balans van de CBvS werden deze gebouwen vervolgens vermeld onder de post “Gebouwen en inventaris”. Redenen genoeg om aan te nemen dat hij op de hoogte was of had kunnen zijn van deze praktijken, die volgens de Bankwet verboden zijn.
In het debacle rond de gestolen kasreserves heeft Kirpalani de betreffende diefstal zelfs publiekelijk verdedigd. Hij kan nu niet zeggen dat hij niets geweten heeft van die diefstal. Het is niet uit te leggen dat hij niet medeplichtig is aan die diefstal.
Hoefdraad en ex-governor Robert van Trikt zijn als verdachten aangemerkt mede op basis van bovengenoemde feiten. Waarom Kirpalani niet, terwijl hij keihard medeplichtig schijnt te zijn?
Bovenstaande zaken zijn publiekelijk bekend. Het is van algemene bekendheid dat de heer Vijay Kirpalani tegenwoordig in grote delen van de samenleving gezien wordt als iemand van zeer bedenkelijke allooi. Desondanks is de VHP onlangs publiekelijk in de bres gesprongen voor haar prominent lid, de heer Vijay Kirpalani.
Think about it.
Sunil Sookhlall & Kries Mahabier
https://www.srherald.com/columns/2020/07/09/vijay-kirpalani-mogelijk-medeschuldig/
Hoefdraad derde verdachte in zaak Van Trikt: een terugblik
03 May, 2020, 06:42
Rudisa, Staatsbezoek China en Russische Helikopter betaald uit kasreserves
May 2, 2020
Hoefdraad huurde Private jet voor aanwezigheid ontslag Gersie
May 2, 2020
Regering gebruikt speciale trekkingsrechten IMF voor rentebetaling Oppenheimer staatsobligatielening
De overheid heeft een week geleden circa USD 20 miljoen van haar bijzondere trekkingsrechten die worden aangehouden bij het International Monetair Fonds (IMF) opgenomen.
Uit de weekbalans van de Centrale bank van 24 april 2020 blijkt dat de speciale trekkingsrechten van Suriname bij het internationale monetaire fonds (IMF) waarschijnlijk grotendeels zijn aangewend voor de betaling van de halfjaarlijkse verplichte rente op de staatsobligatielening 2016 – 2026 van US$ 550 miljoen die via Oppenheimer fonds was afgesloten. Deze (coupon) betaling moest uiterlijk op maandag 27 april zijn voldaan. Indien dit niet zou gebeuren zou ons land in een zogenaamde ‘default’ situatie belanden wat funest zou zijn voor de economie.
SDR’s (Special Drawing Rights) zijn bijzondere trekkingsrechten voor lidlanden van het IMF. Een lidland kan deze rechten gebruiken om monetaire problemen op te lossen als gevolg van verminderde valuta-inkomsten. Het gaat dan om een lening die met rente terugbetaald moet worden. De trekkingsrechten zijn geen eigendom van ons land, maar van het IMF en mogen alleen in samenspraak met deze instelling in noodsituaties gebruikt worden. Ook in 2015 deed de overheid een beroep op deze bijzondere trekkingsrechten en kort daarna stonden wij op de stoep van het IMF om de economie te redden.
De Special Drawing Rights namen in de week van 17 – 24 april, door deze betaling, af met SRD 143,7 miljoen (circa US$ 20 miljoen) tot een bedrag van SRD 88,2 miljoen. Door de betaling is de monetaire- of deviezenreserve van Suriname verder afgenomen.
Het IMF heeft echter voorwaarden gesteld voor de lening, waaronder een verplichte devaluatie. Het is belangrijk dat de monetaire autoriteiten snel eerlijke informatie verstrekken zodat er niet over gespeculeerd hoeft te worden.
Dat de lening is genomen is zeker, want het is geboekt op de weekbalans van de Centrale Bank. Door deze handeling zijn toekomstige coupon betalingen, waarvan de eerst volgende al in juni, en andere schuldaflossingen een nog grotere uitdaging geworden.
Het IMF gaat spoedig additionele SDR’s alloceren voor lidlanden die door de Corona-crisis in ernstige economische problemen zijn geraakt.
PALU: Partijpolitieke overwegingen ontmaskert NDP
01 May, 2020, 12:37
PALU
NDP-parlementariërs zijn makke schaapjes in dienst van baas
April 30, 2020
‘Abdoel en Misiekaba gaven eerder aan dat Hoefdraad moest oprotten’
Volgens politicoloog, Hans Breeveld, verbaast het hem niet dat de NDP aangeeft, massaal te zullen staan achter de minister van financiën en dat aantijgingen jegens hem aanvallen zijn om zijn imago te schaden, omdat hij zich herinnert dat in het verleden het dezelfde leden Abdoel en Misiekaba waren, die zich niet konden terugvinden in het beleid van de bewindsman. “We herinneren ons nog dat in 2015 het de leden Misiekaba en Abdoel waren die hebben gefulmineerd tegen het beleid van Hoefdraad, en toentertijd zelf aangaven dat hij kon oprotten”, aldus Breeveld. Deze uitspraken doet hij naar aanleiding van de verklaring die zou zijn uitgegeven door de NDP over de instaatstelling van beschuldiging van de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad. De NDP doet een beroep op haar achterban, massaal te staan achter de regering, maar in het bijzonder de minister van Financiën. Volgens haar gaat het in deze om een laatste politieke aanval kort voor de verkiezingen. Volgens Breeveld gaat het zijn verstand te boven dat een oproep van de procureur generaal (PG) wordt gezien als een politieke aanval, omdat Hoefdraad vanaf 2015 op dezelfde voet door is gegaan. “Politici hebben sedert toen gewaarschuwd, maatschappelijke groepen hebben ook gewaarschuwd, echter heeft hij zich daar niet aan gestoord. Nu komt men uiteindelijk met een verklaring, terwijl men weet dat we financieel –op weg zijn naar een junkstatus”, zegt de politicoloog. Volgens hem wordt de rechterlijke macht steeds negatief belicht, wanneer het gaat om kwesties waarbij NDP leden in de beklaagdenbank staan. Echter is volgens de NDP de rechter wel correct bezig, wanneer het gaat om normale burgers. “Men schrijft in de verklaring dat alle klachten tegen de minister één voor één zullen worden ontzenuwd, dan is de plaats om dit te doen de rechtszaal, en niet in een verklaring of in een radioprogramma. Maar we merken dat deze minister gewoon zegt, dat hij geen tijd heeft voor het Openbaar Ministerie (OM), omdat hij het druk heeft”, aldus de politicoloog. Dit hoort volgens Breeveld niet in een democratische rechtstaat. Volgens hem zou de minister zijn functie gelijk neer moeten leggen en ertoe over moeten gaan, zijn onschuld te bewijzen. Hij merkt ook op dat het werk van een parlementariër verkeerd wordt opgevat. “Mensen proberen loyaal te zijn aan hun partij, waardoor ze één van de belangrijkste taken van het parlement, over het hoofd zien. En dat is het controleren van de regering. Je kunt niet loyaal zijn en tegelijker tijd controle willen uitoefenen”, zegt de politicoloog. Volgens hem zijn jonge politici binnen de NDP in de afgelopen jaren veranderd tot makke schaapjes in dienst van de baas. “Hij fluit en zij dansen”, aldus Breeveld.
CBvS heeft Euro 85 miljoen te veel betaald voor ‘overheidspanden’
April 30, 2020
‘Gebouwen laten ontruimen of huur innen’
De Centrale Bank van Suriname (CBvS) heeft onderleiding van ex- governor Robert van Trikt zeventien (17) overheidspanden gekocht van de Staat Suriname. Hiervoor heeft de moederbank een enorm bedrag van Euro 105, – miljoen betaald. Naar wij vernemen zou de Centrale Bank per heden beslag kunnen leggen en de gebouwen laten ontruimen of huur innen van de overheid, die nog steeds de panden kosteloos gebruikt voor haar activiteiten. De verkoop van de 17 overheidsgebouwen werd gearrangeerd door Gillmore Hoefdraad, minister van Financien en de details van deze “overeenkomst”, staan uitgebreid vermeld in een lijvig document dat de Nationale Assemblee vorige week heeft ontvangen van de procureur-generaal (pg) mr. Roy Baidjnath Panday. Dit document bevat een aantal strafbare feiten gepleegd door minister Gillmore Hoefdraad van Financien en is uitvoerig toegelicht met onderliggende stukken. Het schrijven waarin de panden worden opgesomd, is onderverdeeld in twee brieven en daarin wordt aangegeven door Hoefdraad, dat deze panden een geschatte marktwaarde hebben van Euro 60 miljoen en Euro 45 miljoen (in totaal Euro 105 miljoen), maar uit nader onderzoek is gebleken, dat deze panden nimmer zijn getaxeerd. Bepaalde van de overheidsgebouwen staan op de UNESCO Werelderfgoedlijst en onze bron vermeldt, dat de “overheidsgebouwen” naar zijn kennis overgefactureerd zijn. “Als je de zaak dan ruim bekijkt, konden de panden voor maximaal Euro 20 miljoen worden verkocht. Dan is de volgende vraag, waar is het bedrag van Euro 85 miljoen naartoe”, aldus onze goed geïnformeerde bron. Verder is ook uit onderzoek gebleken, dat deze panden genoemd in de tweede brief (Euro 60 miljoen) niet in eigendom aan de Staat toebehoren, maar staan op naam van stichtingen en naamloze vennootschappen. Naar aanleiding van de brieven die moeten gelden als een “koopovereenkomst’ van de Centrale Bank, kan worden gesteld, dat zij aan hun betalingsverplichting hebben voldaan. Hierbij geldt dat de 8 panden uit de eerste brief (Ministerie van Financien (Tamarindelaan br. No3); Ministerie van Financien (oud gebouw afdeling Thesaurie Inspectie- Mr.Dr.J.C. de Mirandastraat br.no. 17); Ministerie van Financiën (oud gebouw afdeling Economische aangelegenheden- Onafhanklijkheidsplein); Ministerie van Justitie en Politie (oud KKF gebouw- Mr. Dr. J.C. Mirandastraat br.no.6); Ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Waterkant br.no 30-32); Ministerie van Regionale Ontwikkeling (Roseveltkade br.no.2); Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grondbeheer en Bosbeheer (Cornelis Jongbawstraat 10-12); Het gebouw van de Nationale Loterij aan de Keizerstraat) allemaal eigendom zijn van de moederbank, vanaf het moment dat zij de koopsom heeft betaald aan de overheid.
DA'91 niet onder indruk van vreesaanjaging NDP
30 Apr, 2020, 18:55

VHP in zaak-Hoefdraad: NDP holt rechtszekerheid verder uit
30 Apr, 2020, 09:31

Parallelmarkt doet cambio’s de das om
April 30, 2020
NDP staat vierkant achter Hoefdraad; oproep achterban
29 Apr, 2020, 16:17

Hoefdraad hield Oppenheimer en Kirpalani bewust voor de gek
April 29, 2020
Bouterse en Adhin wisten van verkoop ‘overheidsgebouwen’
April 29, 2020
Hoefdraad hield Oppenheimer en Kirpalani bewust voor de gek
April 29, 2020
Strafrechtelijke vervolging van politieke ambtsdragers
27 Apr, 2020, 09:02
Waarom moet De Nationale Assemblée (DNA) eerst toestemming geven, voordat het Openbaar Ministerie (OM) tot vervolging over kan gaan? Deze vraag is mij in het licht van recente actualiteiten meermaals gesteld. Reden om hier een korte bijdrage aan te wijden.
LIVE OM 13:00u Te SRS:
Functioneren van de PG
In het programma “Ferstan Taki” zal de gemeenschap live kunnen luisteren naar diverse meningen over het Functioneren van de Procureur Generaal (PG) . Dit om 13u .
Er zal gebeld kunnen worden maar de studio van de SRS OP 490000 OF APPEN NAAR 8999109.
UW MENING TELT OOK !!!

Is de positie van minister Hoefdraad nog houdbaar?
26 Apr, 2020, 01:01
Hoefdraad wist van contracten CBvS en Clairfield
27/04/2020 08:02 – Ivan Cairo
Rechercheurs concluderen dat Financiënminister Gillmore Hoefdraad tijdens zijn getuigenverhoor heeft gelogen. Foto: dWT Archief
PARAMARIBO – Minister Gillmore Hoefdraad van Financiën was, in tegenstelling tot zijn verklaring bij de politie en beweringen in het parlement, wel op de hoogte van de overeenkomsten tussen de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en het Belgische Clairfield Benelux. Zo blijkt uit het onderzoeksdossier dat de procureur-generaal (pg) vorige week naar De Nationale Assemblee heeft gestuurd.
In het kader van het justitieel onderzoek naar malversaties bij de moederbank wordt Hoefdraad nu ook als verdachte aangemerkt door het Openbaar Ministerie (OM). De pg heeft het parlement formeel gevraagd de bewindsman in staat van beschuldiging te stellen zodat tegen hem het strafrechtelijke proces kan worden vervolgd.
De contracten met Clairfield blijken financieel zeer nadelig te zijn voor de CBvS. Door deze overeenkomsten aan te gaan zou toenmalig governor Robert van Trikt in strijd met de Anti-corruptiewet hebben gehandeld, meent het OM. Het betreft zogenoemde non-refundable contracten waarbij de bank verplicht wordt betalingen te doen aan Clairfield ook wanneer de overeenkomsten voortijdig zouden worden ontbonden en de bedongen werkzaamheden niet zijn verricht. In één geval moet het Belgische bedrijf nog ruim zeshonderdduizend euro krijgen.
Uit door Van Trikt naar Hoefdraad verstuurde screenshots over de contracten concluderen rechercheurs dat de bewindsman tijdens zijn verhoor als getuige niet de waarheid heeft verteld toen hem daarnaar werd gevraagd. De ex-governor had tijdens politieverhoor aangegeven dat Hoefdraad op de hoogte was van alles. Rond eind vorig jaar had hij alle overeenkomsten aan de minister gegeven.
Eén van de projecten waarvoor Clairfield was aangetrokken, was om bezittingen van de staat te waarderen. “Uit het onderzoek blijkt dat Hoefdraad vóór 10 januari 2020 de beschikking had over de ondertekende overeenkomsten tussen Clairfield Benelux en CBvS, omdat hij op 10 januari 2020 foto’s of screenshots van deze overeenkomsten via Whatsapp heeft verzonden naar regeringscommissaris Kirpalani”, staat in het dossier.
Door de overeenkomsten heeft de bewindsman als uiteindelijk resultaat weten te bewerkstelligen dat bezittingen van de staat zodanig waren gewaardeerd met als gevolg dat hij gelden kon trekken bij de CBvS. Voorts heeft op basis van de contracten met het Belgische bedrijf, volgens rechercheurs, de onrechtmatige verkoop van overheidspanden en percelen door Hoefdraad aan de moederbank plaatsgevonden.
In twee brieven aan Van Trikt stelde de bewindsman dat zeventien overheidspanden als schuldvereffening of gedeeltelijke financiering van schulden van de staat aan de CBvS zouden worden overgedragen. In zijn antwoord daarop aan Hoefdraad sprak de governor van aankoop van de onroerende goederen. Uiteindelijk maakte de CBvS 105 miljoen euro over voor deze transacties: zestig om 45 miljoen euro. De governor en de minister hebben met deze transacties de artikelen 18 en 21 van de Bankwet en artikel 13 van de Anti-corruptiewet overtreden.
Uit het onderzoek is verder gebleken dat een aantal van de panden geen eigendom van de staat zijn, maar op naam staan van enkele stichtingen en naamloze vennootschappen. De panden zijn nog niet overgedragen op naam van de CBvS, maar de bank heeft wel het volledige aankoopbedrag betaald. Met betrekking tot drie van de panden is er al een koop- en verkoopovereenkomst opgemaakt waarbij de directeur van het ministerie van RGB als verkoper optreedt en Van Trikt als governor de rol van koper heeft. Echter, deze overeenkomst is nog niet gefinaliseerd.
De gebouwen zijn eigendom van stichtingen waar ene Paul Putter, adviseur van Hoefdraad toen hij CBvS-govornor was, het enige bestuurslid is. De naam van Putter duikt ook op in het strafrechtelijke onderzoek naar frauduleuze handelingen bij de Surinaamse Postspaarbank. Hoefdraad was volgens het dossier onbevoegd de gebouwen te verkopen, omdat hij geen schriftelijke machtiging van de eigenaren had.
http://www.dwtonline.com/laatste-nieuws/2020/04/27/hoefdraad-wist-van-contracten-cbvs-en-clairfield/
Gillmore Hoefdraad met een been in de cel
April 25, 2020


ROOK EN VUUR
April 25, 2020
Santokhi: Hoefdraad ruïneert Suriname
25-04-2020
Minister Gillmore Hoefdraad van Financiën heeft als werk-arm van de regering Bouterse-Adhin Suriname geruïneerd en zal hiervoor strafrechtelijk verantwoordelijk gesteld worden, zegt VHP-voorzitter Chandrikapersad Santokhi.
De VHP heeft met verontwaardiging kennis genomen van de uitspraken van de minister die naarstig op zoek is naar een nieuwe lening om een ander gat in de nationale begroting te vullen. Met elke nieuwe lening maakt hij elke Surinamer weer een paar honderd SRD per jaar armer, terwijl de kosten van levensonderhoud steeds blijven stijgen.
“De minister demonstreert met zijn reactie precies dat wet en recht niet gerespecteerd worden. Het is dit gedrag dat resulteert in illegale praktijken en bestuurlijk wanbestuur. Niet a- typisch voor zijn hele optreden sinds zijn terugkeer naar Suriname maar de procureur-generaal en De Nationale Assemblee negeren markeert zijn ernstige tekortkoming om de ernst van zaken te kunnen inzien,” haalt Santokhi aan.
“Het verbaast hem derhalve niet dat onder zijn financieel-management de Surinaamse economie naar de afgrond is gebracht. Het is duidelijk dat niet alleen de minister van financiën verantwoordelijk is voor de huidige sociaal- economische en financiële malaise. De politieke en bestuurlijke leiding van dit land, de regering Bouterse-Adhin, zijn de primaire veroorzakers van negatieve ontwikkeling, verarming en geen perspectieven voor groei, veiligheid en stabiliteit. Hierop komt de VHP nog uitgebreid terug.”
“Hoefdraad heeft bewezen niet meer te kunnen zijn dan een slecht gekwalificeerde boekhouder, die via oneigenlijke en manipulatieve methodieken de financiële huishouding in balans wil brengen. Onder deze minister van Financiën zijn zuur verdiende gelden van de burgers verkwanseld, is het begrotingstekort toegenomen, is de belastingdienst volledig vastgelopen zonder structurele leiding en is er geen enkele productie op gang gekomen die broodnodige deviezen verdient om de vele leningen die hij heeft gesloten terug te kunnen betalen. Op deze manier kan elke 12 jarige scholier ook minister van Financiën zijn, als die vrij en ongelimiteerd kan lenen en dure reizen continu over de hele wereld kan maken.”
“Het verbaast de VHP dat de minister nu aangeeft dat hij de opdracht heeft om Suriname te redden uit de huidige crisis. Afgezien van het feit dat hij de VHP-terminologie gebruikt (Red Suriname) en daarmee de VHP visie ten aanzien van de huidige financieel economische malaise onderschrijft, vragen wij ons in gemoede af wat de minister daadwerkelijk bezielt. Immers, hoe kan iemand het land redden, oplossingen brengen, als hij zelf degene is die het land naar de afgrond heeft gebracht en de diepgaande crisis heeft veroorzaakt?”
“Publiekelijk vragen wij de minister openheid van zaken te geven over de leningen en andere financiële arrangementen die hij is aangegaan in de afgelopen vijf jaren en ook aan te geven hoe de geleende gelden zijn besteed. Dat is verantwoord en behoorlijk bestuur, niet het arrogante gedrag welke hij tentoonstelt. Op 25 mei zal het volk politiek met deze regering afrekenen”, aldus Santokhi.
https://www.gfcnieuws.com/santokhi-hoefdraad-ruineert-suriname/
Lijk met steekverwondingen gedumpt bij woning Assembleevoorzitter
25 Apr, 2020, 11:37
De brandweer bezig met het schoonwassen van de straat nadat het ontzielde lichaam van de man is afgevoerd. |
Lijk met steekverwondingen midden op straat nabij woning DNA voorzitter Simons
25 april 2020
In Suriname is vanmorgen een lijk midden op straat aangetroffen. De redactie van Waterkant.Net verneemt dat het stoffelijk overschot werd aangetroffen in het politieressort Flora. Het lichaam is van een man en vertoonde steekverwondingen. Het werd ongeveer 30 meter voor de woning van DNA voorzitter Jennifer Simons aangetroffen.
De man is waarschijnlijk door een misdrijf om het leven gekomen. Zijn lichaam is afgevoerd door een uitvaartbedrijf en in beslag genomen voor nader onderzoek. Het is nog niet bekend wie het slachtoffer is en wat er zich geeft afgespeeld. Later meer.
Een foto binnen gekomen via app:

Jogi over verdachtenstatus Hoefdraad: ‘Bonyo musu de ini a meti!’

Het Openbaar Ministerie moet volgens VHP-assembleelid Mahinder Jogi voldoende gronden hebben gehad om minister Gillmore Hoefdraad van Financiën nu als verdachte aan te merken in het strafrechtelijk onderzoek tegen de ex-governor van de Centrale Bank van Suriname, Robert Van Trikt. Procureur-generaal Roy Baidjanath Panday heeft De Nationale Assemblee schriftelijk op 23 april gevraagd om de minister in staat van beschuldiging te stellen. “Uit de brief die reeds de deur is uitgegaan, begrijp ik dat de pg wel termen aanwezig acht om door te gaan met het onderzoek. Bonyo musu de ini a meti!”, zegt de VHP’er aan Dagblad Suriname. De politicus voert aan dat de bewindsman eerder vaker manieren ofwel smoesjes heeft gezocht om de verhoren bij de politie als getuige te ontwijken. “Zogenaamd was hij in het parlement, dan op buitenlandse missies. Hierdoor heeft minister Hoefdraad mijns inziens ruimte genomen om zich juridisch te laten scholen over welke verklaring en hoe hij die verklaring zou moeten afleggen in deze zaak en wat hem het minste gaat schaden”, stelt Jogi. De volksvertegenwoordiger voert aan dat de Centrale Bank van Suriname ook fungeert als kassier van de Staat en hierdoor betalingen voor geleverde goederen en diensten ook in opdracht van de Staat moet doen. Opvallend genoeg is het dan de minister van Financiën die namens de Staat deze opdrachten aan de CBvS geeft. “De minister van Financiën kan dus niet vrijuit gaan”, aldus Jogi.
Nieuw parlement kan Hoefdraad ook in staat van beschuldiging stellen
Om Hoefdraad te kunnen vervolgen, moet het parlement hem in staat van beschuldiging stellen. Dat betekent dat de immuniteit die de minister geniet, dan wegvalt. De Nationale Assemblee is echter op reces. Jogi stelt dat eerder ook Errol Alibux in het kabinet Jules Wijdenbosch in staat van beschuldiging is gesteld. Dat gebeurde nadat de regering Wijdenbosch- Radhakishun was afgetreden en een nieuw parlement was aangetreden. “Na de verkiezingen van 25 mei 2020 treedt een nieuw parlement aan. Nu de brief van de pg naar het parlement is gestuurd, kan het verkiezingsreces worden onderbroken of het nieuw parlement zal de minister van Financiën, misschien dan de ex-minister, in staat van beschuldiging stellen”, aldus Jogi. Hij voegt eraan toe dat de wetgevende macht het OM niet mag belemmeren in het uitvoeren van haar werk.
Hoefdraad ontweek vervolging bij overschrijding leningenplafond
Het is echter niet de eerste keer dat de minister deze status heeft. Eerder was hij verdachte in het onderzoek naar overschrijding van het leningenplafond. Toen heeft de coalitie de Wet op Staatsschuld gewijzigd, waardoor Hoefdraad niet meer vervolgbaar was. Zijn status als verdachte is toen vervallen. Van Trikt heeft eerder bij de politie verklaard alsook bij de rechter-commissaris dat Hoefdraad van alle overeenkomsten op de hoogte was die de Centrale Bank heeft getekend met onder meer Clairfield Benelux NV en Orion Assurance & Advisory Services NV. Hoefdraad verklaarde dat hij inhoudelijk niet op de hoogte was van deze overeenkomsten. Hij ontkende volmacht te hebben verstrekt aan de ex-governor, noch aan de Belgische vertegenwoordiger Buysse van het bedrijf Clairfield om namens de staat te handelen.
FR
Minister Hoefdraad wordt corruptie, overtreding Bankwet, oplichting en ambtsverduistering verweten
Van Trikt heeft gezongen als een kanarie
Gillmore Hoefdraad Robert van Trikt
Sedert het verzoek van 28 januari 2020 van de Centrale Bank van Suriname (CBVS) om een strafrechtelijk onderzoek te starten tegen haar governor Robert-Gray van Trikt is heel wat boven water gekomen. Dit komt voornamelijk door het feit dat Van Trikt, geconfronteerd met alle harde bewijsmiddelen, heeft gezongen als een kanarie. Uit het voorlopig onderzoek van het Speciaal Onderzoek Team is komen vast te staan dat alle strafbare feiten in nauwe en bewuste samenwerking met minister Gilmore Andre Hoefdraad zijn gepleegd.
In een overeenkomst, gedateerd 9 september 2019, werd aangegeven dat de CBVS momenteel een mogelijkheid bekijkt om een waarderings- en billijkheidsadvies te verkrijgen van de royaltyrechten uit Rosebel Goldmines NV en ondersteuning heeft gevraagd van Clairfield Benelux NV Verder, dat CBVS in samenwerking met de Surinaamse overheid wil komen tot een schuldsanering. Voorgesteld werd om het royaltyrecht van 6,5% voor 10 jaren in zekerheid te plaatsen bij de CBVS. Deze overeenkomst is op 18 september 2019 ondertekend door Van Trikt. Bij de politie heeft Van Trikt verklaard dat deze overeenkomst in afstemming met Hoefdraad, is ondertekend. Alhoewel Hoefdraad ontkend heeft in zijn verklaring op de hoogte te zijn geweest van de afspraken tussen de CBVS en Clairfield Benelux, is dit klaarblijkelijk een leugen. Op 11 oktober 2019 werd een missive ondertekend door de voorzitter van de raad van ministers, vp Ashwin Adhin, waarin aan de minister van Natuurlijke Hulpbronnen te kennen werd gegeven dat de regering heeft besloten dat de royalty’s, welke Rosebel Gold Mines NV afdraagt aan Grassalco en de 2% van het goud dat Iamgold Rosebel Goldmines afdraagt aan Grassalco, voor de duur van 15 jaren zal worden afgedragen aan de CBVS. Dit besluit is ingegaan op 1 oktober 2019 en eindigt op 1 oktober 2034. Hoefdraad was wel degelijk op de hoogte van deze overeenkomst, anders had hij geen goedkeuring kunnen verkrijgen van de RvM.
Op 01 november 2019 wordt er tussen Hoefdraad en Van Trikt een overeenkomst ondertekend, inhoudende dat de Staat ingaande 01 november 2019 voor de duur van 15 jaar en wel tot 01 november 2034 zijn royalty’s die Grassalco NV verkrijgt van Iamgold, voortvloeiend uit de Delfstoffenovereenkomst d.d. 7 april 1994, afdraagt aan de CBVS. In de overeenkomst zijn de verwachte inkomsten gecalculeerd tot een totaalbedrag van USD 300 miljoen. Deze overeenkomst is zogenaamd bedoeld om alle schulden die de Staat heeft bij de CBVS aft te lossen, alsmede de overschrijding op lopende rekeningen.
Verstrekking valse informatie aan regeringscommissaris
Uit het onderzoek blijkt dat deze constructie is bedacht door Hoefdraad en dat hiermee in strijd is gehandeld met de Bankwet. Alhoewel Hoefdraad deze handelingen ontkend zijn er voice apps in het bezit van de politie, waarop Hoefdraad deze constructie haarfijn uitlegt aan regeringscommissaris van de CBVS, de heer Kirpalani Vidjai. In deze voice app geeft Hoefdraad ook aan dat in de onderhandelingen met Oppenheimer een borgstelling nodig is om de lening te kunnen krijgen. Hoefdraad heeft toen de royalty’s, die rechtens de CBVS toebehoren, als borg gegeven voor een tweede lening. Dit gedrag is vooral verwerpelijk, omdat Hoefdraad vanaf het eerste moment wist dat deze tweede borgstelling vals was, aangezien de royalty’s de CBVS toebehoren. In dezelfde voice app laat Hoefdraad weten dat hij weer met Oppenheimer aan het onderhandelen is om midden maart 2020 een lening (zonder een borgstelling) aan te gaan, waarbij die van december 2019 meteen wordt afgelost. Hoefdraad heeft hierdoor doelbewust onjuiste informatie verstrekt aan Kirpalani, toen die vragen begon te stellen over het dubbel verpanden van de royalty’s.
Van Trikt beetgenomen door Hoefdraad
Op grond van de overeenkomst van 01 november 2019 heeft Hoefdraad op 5 verschillende dagen in totaal SRD 2,216,729,120.00 (miljard) getrokken van de CBVS. Deze trekkingen zijn door Hoefdraad geaccordeerd. Hieruit werd ook de lening van de overheid bij de Hakrinbank en de VCB afgelost. Het gaat om een totaalbedrag van Euro 80.536.666,67 omgerekend naar SRD tegen een koers van 8,359. Van Trikt heeft de betaling van deze 2 leningen van de Staat voortgang doen vinden, terwijl hij wist dat Hoefdraad de royalty’s van de CBVS voor een tweede borg had aangeboden en dat hij 90 dagen had om dit te corrigeren. Van Trikt verklaart dat hij zich beetgenomen voelt door Hoefdraad.
Wurgcontract
Hoefdraad ontkent op de hoogte zijn van de afspraken betrekking hebbende op de overeenkomsten tussen Van Trikt en Clairfield Benelux, maar hij gebruikt wel informatie afkomstig van deze afspraken om de overeenkomst van 01 november 2019 te laten opmaken. Ook uit (whatsapp) voice berichten tussen Van Trikt en Hoefdraad blijkt dat hij wel degelijk op de hoogte was van de afspraken en aanwijzingen heeft gegeven om zaken zo geruisloos mogelijk te laten verlopen. De vergoeding aan Clairfield was Euro 2.500.000, waarvan bij de ondertekening gelijk Euro 1.250.000 is betaald met de voorwaarde dat ongeacht de uitkomst van de opdracht, de CBVS verplicht is tot betaling van het overeengekomen bedrag. Hier is dus duidelijk sprake van een wurgcontract. De CBVS heeft hierbij in strijd met artikel 16 van de Bankwet gehandeld. Van Trikt blijft erbij dat zulks in nauwe en bewuste samenwerking met Hoefdraad is gedaan.
Verkoop van overheidsgebouwen
Op 10 mei 2019 is een overeenkomst “Project prodigy Valuation of the Assets of the Government of Suriname” getekend. Conform deze overeenkomst zal de CBVS mogelijkheden nagaan om een waardering te verkrijgen van alle belangrijke activa en participaties van de Staat, vallende onder het aandeelhoudersbeleid. Clairfield Benelux zou hierbij ondersteuning geven. Hoefdraad heeft hierbij bezittingen van de Staat zodanig hoog laten waarderen, dat hij daardoor gelden kon trekken bij de CBVS en daardoor heeft Van Trikt in strijd met artikel 18 van de Bankwet gehandeld. Hoefdraad gebruikte een strategie om 17 overheidspanden “te verkopen” aan de CBVS. In het schrijven waarin deze panden worden opgesomd, wordt er aangegeven door Hoefdraad dat deze panden een geschatte marktwaarde hebben van Euro 45 miljoen. Uit het onderzoek is gebleken dat deze panden nimmer zijn getaxeerd. Genoemde panden zijn ook nimmer overgedragen aan de CBVS, terwijl de betalingen reeds hebben plaatsgevonden aan Hoefdraad. Hoefdraad en Van Trikt hebben zich hiermede schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 18 en 21 van de Bankwet, alsook artikel 386 jo 67 en 423 van het Wetboek van Strafrecht (oplichting/ ambtsverduistering).
Voor 3 van de panden was er reeds een koop– en verkoopovereenkomst opgemaakt, waarbij mevrouw Woei L., in haar hoedanigheid van directeur van het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond – en Bosbeheer is opgetreden als “verkoper” en Van Trikt als governor van de CBVS als koper. Met de aankoop van de panden hebben Van Trikt en Hoefdraad zich schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 18 lid 4 van de Bankwet, alsook artikel 13 van de Anticorruptiewet.
Parlement kan vervolging Hoefdraad belemmeren
April 24, 2020
COMMENTAAR: Mag de Moor gaan?
25/04/2020 12:00
DE PROCUREUR-GENERAAL heeft De Nationale Assemblee gevraagd om, zoals de wet voorschrijft, minister Gillmore Hoefdraad van Financiën in staat van beschuldiging te stellen. Dit zodat hij als verdachte kan worden aangemerkt in de zaak die de staat heeft aangespannen tegen de voormalig CBvS-governor Robert van Trikt.
Het is een bijzonder interessant ‘schaakspel’ dat zich voor de ogen van de burger aan het voltrekken is. De Nationale Assemblee en zeker de voorzitter, Jennifer Geerlings-Simons, heeft Hoefdraad namelijk de dans laten ontspringen. Zo had zij in eerste instantie streng aangegeven dat zolang de regering geen antwoord gaf op de vragen over de gestolen gelden onder Van Trikt, er niet vergaderd zou worden, om daarna zonder blikken of blozen over te gaan tot de orde van de dag.
Het was ook Amzad Abdoel, de fractieleider van de NDP, die het leningenbeleid van Hoefdraad faciliteerde door op stel en sprong de wet op de Staatsschuld aan te passen om vervolging van de bewindsman te voorkomen. Wat wel gebeurt de afgelopen maanden, is dat de publieke opinie zich door het falend financieel beleid van de regering heeft gekeerd tegen de minister. Opmerkelijk is dat de president die hoofdelijk verantwoordelijk is voor het beleid en ook gerechtigd is ministers te benoemen en te ontslaan zich van commentaar heeft onthouden over Hoefdraad.
Het kan best zijn dat publieke optredens waar de pers vragen mag stellen daarom al enige tijd angstvallig worden vermeden. Het stilzwijgen stelt Bouterse, van wie het beeld onterecht bestaat, dat hij zich soms als een mak lammetje laat leiden naar de slachtbank – weer eens in staat van het a-no-mi-scenario gebruik te maken. Dat zal dan het teken zijn voor DNA om de mantel der liefde abrupt af te trekken van Hoefdraad. De Moor heeft dan zijn werk gedaan en de Moor mag gaan.
De boodschap aan het electoraat wordt: we hebben ons ontdaan van het kankergezwel en kunnen dus weer in het machtscentrum komen. Maar dit scenario zal alleen werkelijkheid worden wanneer er geen geld meer nodig en te krijgen is naar de verkiezingen toe. Het wordt bovendien heel moeilijk invulling te geven aan het beleid op het ministerie van Financiën, omdat er in de afgelopen jaren geen ad-interim is geweest op die post.
And last but not least … de belangrijkste pion – lees de koning: hoeveel weet Hoefdraad om hem zonder kleerscheuren in staat van beschuldiging te stellen. Na ruim tien jaar – eerst als governor en dan als Financiënminister – het geld onder deze machthebbers te hebben beheerd, kan het de regering meer kwaad dan goed doen, Hoefdraad te laten vallen. Dit is schaken op hoog niveau en Hoefdraad is een schaaktalent.
http://www.dwtonline.com/laatste-nieuws/2020/04/25/commentaar-mag-de-moor-gaan/
OM corrigeert strategie na weigering Hoefdraad
25/04/2020 03:00 – Van onze redactie
Advocaat Frank Truideman zegt dat het OM geblunderd had door Hoefdraad als verdachte te willen horen zonder de wettelijke regels in acht te nemen.
PARAMARIBO – Het Openbaar Ministerie (OM) is pas ertoe overgegaan een verzoek aan het parlement te richten om minister Gillmore Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen, nadat de bewindsman had geweigerd als verdachte gehoord te worden. Om formeel een justitieel onderzoek tegen een politieke ambtsdrager in te stellen moet die volgens de wettelijke regels eerst in staat van beschuldiging worden gesteld.
Het OM heeft haar blunder gecorrigeerd door De Nationale Assemblee zoals de wet voorschrijft te vragen zijn client in staat van beschuldiging te stellen, zegt advocaat Frank Truideman, die de minister juridisch bijstaat. Nu pas is de juiste procedure in acht genomen, zegt de advocaat tevens voormalige rechter tegen het NII. Truideman verduidelijkt door er op te wijzen dat reeds op 16 april Hoefdraad per brief door een politie-inspecteur in opdracht van de procureur-generaal was opgeroepen voor een verhoor als verdachte op woensdag 22 april.
Het gaat in deze om het justitieel onderzoek naar gepleegde malversaties bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS). “In antwoord hierop heb ik de pg niet openlijk verwezen naar de te volgen procedure nu het in deze een politieke ambtsdrager betreft, maar volstaan met de mededeling dat wij deze stap van het Openbaar Ministerie niet begrijpen.” Het vervolgingsmonopolie van -gewezen- politieke ambtsdragers ligt op grond van de wet In Staat van Beschuldigingstelling en Vervolging Politieke Ambtsdragers niet bij het Openbaar Ministerie, maar bij De Nationale Assemblee, zegt de advocaat.
“Deze wet en het gezag van DNA worden ondermijnd, indien de daarin voorgeschreven procedure niet eerst wordt doorlopen alvorens mijn cliënt uit te nodigen voor een verhoor als verdachte of anderszins onderzoekshandelingen jegens hem te ondernemen”, aldus Truideman. De wet In Staat van Beschuldigingstelling en Vervolging Politieke Ambtsdragers vloeit rechtstreeks voort uit artikel 140 van de Grondwet en “met ernst moet worden afgevraagd of de procureur-generaal niet in aanvaring is gekomen met de rechtstaat, nu mijn cliënt formeel met terzijdestelling van de procedure via DNA per brief van 16 april 2020 is opgeroepen om als verdachte gehoord te worden”.
Dat het OM daarna de fout heeft gecorrigeerd door achteraf de juiste weg te volgen, doet niets af aan het gebeurde, zo betoogt Truideman. Hij merkt op dat het partlement niet bevoegd is te beoordelen of het aanmerken van een politieke ambtsdrager gegrond is. De Nationale Assemblée moet slechts bepalen of de vervolging van zo een functionaris ‘in politiek bestuurlijk opzicht in het algemeen belang moet worden geacht’. Indien De Nationale Assemblée oordeelt dat vervolging van de politieke ambtsdrager niet in het algemeen belang is dan is er volgens Truideman geen vervolgingsrecht.
De strafpleiter stelt Hoefdraad te hebben geadviseerd geen gevolg te geven aan de incorrecte oproep voor verhoor als verdachte op 22 april. De bewindsman heeft intussen verklaard zich niet druk te maken om de aanklacht. Hij zegt onverstoord door te gaan met de taak die hij van de president heeft gekregen. Uit het onderzoeksdossier komt naar voren dat Hoefdraad voor het plegen van elf strafbare feiten als verdachte wordt aangemerkt. Hij zou de Bankwet, de Antie-corruptiewet en het wetboek van Strafrecht hebben overtreden.
http://www.dwtonline.com/laatste-nieuws/2020/04/24/om-corrigeert-strategie-na-weigering-hoefdraad/
Hoefdraad misbruikte royalty-overeenkomst voor Oppenheimer-lening
25/04/2020 05:55 – Ivan Cairo
Financiënminister Gillmore Hoefdraad gebruikte in december de goudroyalty als lokaas om de miljoenenlening bij Oppenheimer veilig te stellen. Foto: dWT
PARAMARIBO – Minister Gillmore Hoefdraad van Financiën wordt door het Openbaar Ministerie (OM) beschuldigd van elf strafbare feiten die vallen onder de Bankwet, de Anti-corruptiewet en het wetboek van Strafrecht. Zo blijkt uit het proces-verbaal van rechercheurs van Kapitale Delicten waarin het resultaat van het justitieel onderzoek naar gepleegde vermoedelijke strafbare feiten bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS) is samengevat.
In het onderzoeksdossier, inclusief bijlagen van bijna 140 pagina’s, worden 25 zaken, waaronder brieven, spraakberichten, contracten, credit- en debetnota’s van de CBvS, koop- en verkoopovereenkomsten, missieven en zelfs brieven van de president als bewijslast opgevoerd. In het onderzoek zijn er drie verdachten: voormalig governor Robert van Trikt, Ashween Angnoe, een zakenpartner van Van Trikt in advieskantoor Orion en Hoefdraad.
In het dossier komt naar voren dat handelingen die door de voormalige governor zijn gepleegd in nauw overleg, of op instructie van Hoefdraad hebben plaatsgevonden. Eén van de zware beschuldigingen is dat de minister een overeenkomst, die de overdracht van royalty’s van Iamgold aan de CBvS regelt, heeft misbruikt om een lening van 125 miljoen US dollar bij Oppenheimer los te krijgen.
De overeenkomst werd na goedkeuring van president Desi Bouterse op 1 november getekend tussen Van Trikt en Hoefdraad. In de overeenkomst staat dat uit de aan CBvS afgedragen royalty-inkomsten alle schulden die de staat heeft bij de CBvS worden afgelost, evenals de overschrijding op lopende rekeningen. De royalty-inkomsten waren zo voor veertien jaar tot 2033 vastgelegd.
Van Trikt heeft bij de politie verklaard dat bepaalde zaken die in de overeenkomst zijn opgenomen door Hoefdraad werden gehaald uit het resultaat van een project dat het Belgische Clairfield Benelux voor de Centrale Bank had uitgevoerd. Echter, de minister had als getuige bij de politie verklaard niet op de hoogte te zijn van enige afgeronde en getekende overeenkomsten tussen de CBvS en Clairfield.
In december gebruikte de Financiënminister de goudroyalty als lokaas om de miljoenenlening bij Oppenheimer veilig te stellen. Aan Oppenheimer werd voorgehouden dat binnen negentig dagen de gelden afkomstig van Iamgold op een speciale rekening zouden worden gestort. Indien dat niet gebeurde zou de rente op de lening met 3 procent omhoog gaan. Door Hoefdraad werd een zogenoemde ‘watervalconstructie’ toegepast. “Dat wil zeggen dat de royalty’s die op 1 november 2019 aan de CBvS zijn afgedragen ter aflossing van de lening die de staat heeft bij CBvS op 21 december 2019 nogeens zijn gebruikt bij de leenovereenkomst tussen de staat en Oppenheimer & Co”, staat in het dossier.
Uit het onderzoek is gebleken dat de watervalconstructie door de bewindsman werd bedacht. Op 11 februari heeft hij dat in een spraakbericht naar regeringscommissaris Vidjai Kirpalani uitgelegd. “In deze voice app geeft de minister duidelijk aan dat er tijdens de onderhandelingen met Oppenheimer een pledge nodig was om de lening te kunnen krijgen. Hoefdraad geeft hiermee aan willens en wetens de royalty’s, die aan de CBvS toebehoren te hebben ‘gepledged’ (in strijd met de overeenkomst van 1 november 2019 tussen hem en Van Trikt, in strijd met de ambtsbrief van de Raad van Ministers en in strijd met het besluit van de president van de Republiek Suriname) tijdens de onderhandelingen met Oppenheimer voor het veiligstellen van de lening.”
Volgens de rechercheurs wist de minister vanaf dat moment dat het toezeggen van de royalty’s van de bank ongegrond was, omdat die juridisch toebehoren aan de CBvS en dat de rente daardoor met 3 procent omhoog zou gaan. In het bericht aan Kirpalani gaf hij aan dat hij daarom weer met Oppenheimer onderhandelde om midden maart een lening te krijgen om die van december 2019 af te lossen. “Van deze onderhandelingen is er niets bekend geworden en van de beoogde lening in maart 2020 ook niet. Door zo te handelen heeft Hoefdraad met deze informatie Kirpalani onjuiste informatie verstrekt toen die vragen begon te stellen over het dubbel pledgen van de royalty’s”, wordt geconcludeerd door de rechercheurs.
Op 22 februari heeft de adviseur van Hoefdraad, Bernard Krockow, in een WhatsApp-bericht opnieuw aan Kirpalani uitleg gegeven over het “dubbel pledgen”. “Daarmee blijkt de verkeerde voorstelling die bewust is gecreëerd voor Oppenheimer door Hoefdraad om de lening in december 2019 ad 125 miljoen US dollar mogelijk te maken. Met de misleiding van Oppenheimer heeft de minister Suriname in diskrediet gebracht. Hiermee is bewust het risico genomen voor het omhoog brengen van de rente met 3 procent bij niet storten van de royalty’s binnen negentig dagen”, stellen de rechercheurs van Kapitale Delicten. Verder wordt aangegeven dat naar aanleiding van de overeenkomst van 1 november 2019, maar tegelijkertijd ook in strijd met deze overeenkomst, Hoefdraad in samenspraak met Van Trikt tussen 7 november en 26 februari vijf trekkingen van in totaal circa SRD 2,2 miljard bij de CBvS heeft gedaan.
Toen de vijfde trekking op 26 februari werd gedaan was de voormalige governor al aangehouden door de politie. “Deze trekkingen door Hoefdraad en gefiatteerd door Van Trikt zijn in strijd met artikelen 18 en 21 van de Bankwet”, staat in de aanklacht tegen de bewindsman. Met een deel van het geld werden leningen bij Volkscredietbank en Hakrinbank afgelost. Van Trikt heeft bij de politie verklaard de twee betalingen te hebben geautoriseerd, ondanks dat hij wist dat Hoefdraad de royalty’s van de bank als zekerstelling aan Oppenheimer had toegezegd. De minister had hem voorgehouden dat hij negentig dagen had om dit te corrigeren. “Hij voelt zich uiteindelijk beetgenomen door Hoefdraad.” Volgens het dossier was Hoefdraad zich ervan bewust dat hij de gelden niet mocht uitgeven omdat ze onrechtmatig tot zijn beschikking zijn gekomen.
A20: Roep naar dienstbare leiders groter dan ooit te voren
25 Apr, 2020, 06:21
De procureur-generaal (pg) heeft De Nationale Assemblee verzocht om de minister van Financiën in staat van beschuldiging te stellen conform de Wet In Staat van Beschuldigingstelling en Vervolging Politieke Ambtsdragers, wegens het vermoedelijk plegen van misdrijven. A20 is van mening dat het een positieve ontwikkeling is, dat de pg op basis van zijn taken en bevoegdheden wenst over te gaan tot de vervolging van vermoedelijk gepleegde misdrijven van voornoemde politieke ambtsdrager.
DA'91: DNA moet zo snel mogelijk bijeenkomen
25 Apr, 2020, 02:26
Abdoel: Dossier pg roept meer vragen op dan het beantwoordt
25 Apr, 2020, 00:00

Amzad Abdoel, fractieleider van NDP. |
PG handelt niet in strijd met de rechtsstaat noch met de grondwet
Naar aanleiding van het bericht over de vordering van de procureur-generaal aan de voorzitter van De Nationale Assemblée tot het in staat van beschuldiging stellen van minister Gillmore Hoefdraad, stelt de advocaat van de minister, Frank Truideman dat nu pas zijdens het Openbaar Ministerie de juiste procedure in acht is genomen.
Truideman zegt dat op 16 april 2020 bij zijn cliënt een schrijven afkomstig van een Inspecteur van Politie werd bezorgd, waarin de minister in opdracht van de procureur-generaal wordt opgeroepen voor een verhoor als verdachte op woensdag 22 april jl. inzake het onderzoek naar gepleegde malversaties bij de Centrale Bank.
Truideman vraagt zich af of de procureur-generaal niet in aanvaring is gekomen met de rechtstaat, nu zijn cliënt met terzijdestelling van de procedure via DNA per brief van 16 april 2020 is opgeroepen om als verdachte gehoord te worden.
De advocaat zegt zijn cliënt geadviseerd te hebben om geen gevolg te geven aan de oproep voor verhoor als verdachte op 22 april jl.
In een reactie zegt advocaat Hugo Essed dat de PG het parlement pas kan vragen de minister in staat van beschuldiging te stellen nadat hij hem als verdachte heeft aangemerkt.
Zodra en doordat hij als verdachte is aangemerkt mag hij worden opgeroepen voor verhoor en zelfs worden aangehouden.
De wet in van beschuldigingstelling zegt niets over opsporingshandelingen maar slechts iets over de vervolging.
De PG handelt dus niet in strijd met de rechtsstaat noch met de grondwet.
Aldus een reactie van advocaat Hugo Essed.

Pg verdenkt Hoefdraad van meer dan 10 strafbare feiten
24 Apr, 2020, 12:55

Het lijvige dossier dat de procureur-generaal gestuurd heeft naar De Nationale Assemblee bevat diverse bewijsstukken. Dit is productienummer 26. |
PALU: Hoefdraad te lang te veel ruimte gehad van president
24 Apr, 2020, 12:07

Santokhi: Hoefdraad dient af te treden
24 Apr, 2020, 06:32

VHP-voorzitter Chan Santokhi |
Advocaat minister Hoefdraad: “De PG lijkt in aanvaring te zijn gekomen met de rechtstaat

24-042020
Naar aanleiding van het bericht omtrent de vordering van de procureur-generaal aan de voorzitter van De Nationale Assemblée tot het in staat van beschuldiging stellen van minister Gillmore Hoefdraad, stelt de advocaat van de minister, de heer mr. Frank Truideman dat nu pas zijdens het Openbaar Ministerie de juiste procedure in acht is genomen. Mr. Truideman verduidelijkt één en ander door er op te wijzen dat reeds op 16 april 2020 bij zijn cliënt een schrijven afkomstig van een inspecteur van politie werd bezorgd, waarin de minister in opdracht van de procureur-generaal wordt opgeroepen voor een verhoor als verdachte op woensdag 22 april jl. inzake het onderzoek naar gepleegde malversaties bij de Centrale Bank van Suriname.
“In antwoord hierop heb ik de PG niet openlijk verwezen naar de te volgen procedure nu het in deze een politieke ambtsdrager betreft, maar volstaan met de mededeling dat wij deze stap van het Openbaar Ministerie niet begrijpen.”
Het vervolgingsmonopolie van -gewezen- politieke ambtsdragers ligt op grond van de Wet In Staat van Beschuldigingstelling en Vervolging Politieke Ambtsdragers van 18 oktober 2001 immers niet bij het Openbaar Ministerie, maar bij De Nationale Assemblee. “Deze wet en het gezag van DNA worden ondermijnd, indien de daarin voorgeschreven procedure niet eerst wordt doorlopen alvorens mijn cliënt uit te nodigen voor een verhoor als verdachte of anderszins onderzoekshandelingen jegens hem te ondernemen”, aldus mr. Truideman.
De Wet In Staat van Beschuldigingstelling en Vervolging Politieke Ambtsdragers vloeit rechtstreeks voort uit artikel 140 van de Grondwet en met ernst moet worden afgevraagd of de procureur-generaal niet in aanvaring is gekomen met de rechtstaat, nu mijn cliënt formeel met terzijdestelling van de procedure via DNA per brief van 16 april 2020 is opgeroepen om als verdachte gehoord te worden. Dat het OM daarna de fout heeft gecorrigeerd door achteraf de juiste weg te volgen, doet niets af aan het gebeurde, zo betoogde minister Hoefdraad’s advocaat.
De bedoeling van deze wet is geenszins dat DNA treedt in de beoordeling van de gegrondheid van het aanmerken van een politieke ambtsdrager als verdachte. De Nationale Assemblée moet enkel bepalen of de vervolging van zo een functionaris ‘in politiek bestuurlijk opzicht in het algemeen belang moet worden geacht’. Indien de Nationale Assemblée oordeelt dat vervolging van de politieke ambtsdrager niet in het algemeen belang is dan is er volgens mr. Truideman geen vervolgingsrecht.
De advocaat zegt zijn cliënt geadviseerd te hebben om geen gevolg te geven aan de oproep voor verhoor als verdachte op 22 april jl. en zulks ook aan de procureur-generaal te hebben bericht, waardoor de PG de ruimte kreeg om de ingezette schending van artikel 140 van de Grondwet in te dammen
Financiënminister Hoefdraad: “Ik laat mij niet afleiden”
24-04-2020
“Laat de pg zijn werk doen. Mijn ‘main focus’ en prioriteit op dit moment is het volk van Suriname redden uit de acute nood”, zegt minister Gillmore Hoefdraad van Financiën in een eerste reactie op het schrijven van het Openbaar Ministerie aan De Nationale Assemblee met het verzoek de bewindsman in staat van beschuldiging te stellen.
“Ik zal mij onder geen enkele omstandigheid laten afleiden van de belangrijke verantwoordelijkheid die op mijn schouders is gelegd door de president”, zegt de minister met verwijzing naar het COVID-19 Noodfonds dat in een recordtijd moest worden opgezet en uitgewerkt om de financiële en economische gevolgen van de coronacrisis te kunnen opvangen.
“We zijn behoorlijk opgeschoten en de verwachting is dat de president komende week uitkomt met concrete maatregelen om de zwaarst getroffen groepen tegemoet te komen. Zoals eerder aangekondigd is niet alleen gekeken naar kort termijn acties, maar ook naar maatregelen om de lokale productiesector een push te geven richting duurzame productie en importvervanging. Suriname heeft enorm veel potentie. En alhoewel deze crisis de zoveelste uitdaging is die in korte tijd op ons pad komt, heb ik er alle vertrouwen in dat we er sterker uit komen als land en volk. Het zal resulteren in de hoognodige diversificatie van onze economie en een nog creatievere en productievere samenleving.”
Opzettelijk storend en afleidend
De Financiënminister zegt uit zijn jarenlange ervaring bij en met internationale financiële instellingen waaronder het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank, de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank, de Islamic Development Bank (IsDB) te weten dat kleine landen als Suriname bij wereldcrises de zwaarste klappen krijgen, maar ook het snelst kunnen herstellen bij doordacht beleid. Dat Suriname binnen twee jaar al uit het diepe dal van de economische crisis van 2015/2016 kwam, is niet zonder meer gerealiseerd.
De bewindsman geeft toe dat de regering is overvallen door de COVID-19 crisis, met bijbehorende tegenvallers zoals het noodzakelijk sluiten van de grenzen en het kelderen van de aardolieprijzen. “Niemand had dit gedacht of gewild, maar het is wereldwijd een feit. Ook voor Suriname. En wij zullen er als Regering alles aan doen om ons volk te beschermen en tegemoet te komen.”
Dat hij uitgerekend op dit moment verdachtmakingen tegen zijn persoon moet aanhoren, ervaart de minister als “opzettelijk storend en afleidend”, maar niet als een zorgpunt. “Ik concentreer mij op het uitrollen van het noodfonds en intensiveren van het contact met bevriende naties en internationale instellingen die ons door deze moeilijke tijd heen willen helpen. Ook dit is tijdelijk. De vooruitzichten op middellange en lange termijn zijn zeer goed. Suriname komt er bovenop”, aldus Hoefdraad.
https://www.gfcnieuws.com/financienminister-hoefdraad-ik-laat-mij-niet-afleiden/
Van der San: “Omstandigheden rond COVID-19 gaan verkiezingen beïnvloeden”
24-04-2020
De omstandigheden die zich momenteel voordoen rond COVID-19 gaan sowieso de verkiezingen van 25 mei beïnvloeden, zegt Eugène van der San, directeur van het Kabinet van de President.
Hij benadrukt dat het niet gaat om beïnvloeding van het technisch of wettelijk geheel van de stembusgang, maar om de uitvoering. “Het stemgebeuren, dat gaat het zeker beïnvloeden,” verduidelijkt directeur Van der San. Hij meent dat men op grond hiervan een andersoortige organisatie zal moeten hebben voor die dag. De functionaris, die bij de organisatie van verschillende verkiezingen betrokken is geweest, geeft te kennen ook geen voorbereidingen gemerkt te hebben om de verkiezingen niet te laten doorgaan.
“Maar als men nog van plan is om de verkiezingen op 25 mei te houden dan wordt het wel tijd om duidelijkheid daarin te geven en te gaan afstemmen met de actoren hoe men op die dag de verkiezing gaat laten plaatsvinden.” Directeur van der San voegt eraan toe dat men namelijk niet aan het technische en wettelijk kader kan komen. “Maar wat betreft de organisatie zal men toch een aantal andere maatregelen moeten treffen omdat de verkiezing niet gaat kunnen worden gehouden op de normale wijze zoals dat plaatsvindt bij verkiezingen, gelet op de omstandigheden waarin we nu verkeren met betrekking tot COVID-19.”
Hij merkt op dat de administratieve processen naar de verkiezingen toe momenteel normaal plaatsvinden. Recentelijk hebben de terinzagelegging, indienen van de kandidatenlijsten en de kandidaatstelling plaatsgevonden. Een belangrijk aspect is het drukken van de stembiljetten. Al deze zaken in acht nemend is het volgens Van der San kort dag als men nu moet gaan vaststellen hoe op die dag de verkiezing gaan plaatsvinden. Hij kan zich tegelijkertijd ook voorstellen dat het te vroeg is omdat de huidige omstandigheden kunnen maken dat zelfs twee dagen voor 25 mei de verkiezing moet worden afgeblazen “omdat we een zodanige situatie met die COVID hebben in het land dat je op geen enkele wijze de mensen kunt laten gaan stemmen of in een rij kan laten gaan staan om te stemmen.”
Directeur Van der San: “Men moet gewoon constant rekening daarmee houden omdat de omstandigheden gaan bepalen en die omstandigheden vinden plaats tot de dag van die verkiezingen.” De kabinetsdirecteur constateert op dit punt een dilemma waardoor het bevoegde gezag niet direct zegt of de verkiezingen doorgaan op 25 mei. “Maar er worden momenteel geen maatregelen of voorbereidingen getroffen om het niet door te laten gaan,” voegt hij nadrukkelijk eraan toe.
De functionaris meent dat met de deelnemende partijen in ieder geval alvast een scenario zou moeten worden bespreken, waarbij wordt aangegeven hoe zaken zullen worden aangepakt en een eindbeslissing dat de stembusgang in het uiterste geval niet doorgaat.
Hij wijst erop dat het om ruim 300.000 kiezers gaat die in beweging gaan moeten komen. “Dus je zou bij wijze van praten een paar modellen moeten uitwerken.” Directeur Van der San noemt onder meer het langer laten duren van de uren van de verkiezing of deze uitgooien over twee dagen. Beslissingen zoals wijzigen van de tijd en datum van de verkiezing moeten volgens hem bij staatsbesluit gebeuren. “Dat is niet zo ingewikkeld, je hoeft niet perse naar de assemblee voor een wet, maar die dingen moeten bij staatsbesluit gebeuren. Maar je moet bespreken en in kaart brengen wat je precies moet doen,” aldus directeur Van der San.
https://www.gfcnieuws.com/van-der-san-omstandigheden-rond-covid-19-gaan-verkiezingen-beinvloeden/
Kanhai vindt vervolging Hoefdraad een logische stap
24 Apr, 2020, 04:54
Advocaat Irvin Kanhai |
PL wil spoedvergadering DNA in kwestie-Hoefdraad
24 Apr, 2020, 03:26

Paul Somohardjo, voorzitter PL. |
Simons: Vordering pg volgens wettelijke procedures afhandelen
24 Apr, 2020, 00:36

Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons |
DSB sleept CBvS voor gerecht voor verduistering
24 Apr,2020, 01:42
Steven Coutinho, CEO van DSB. |
BREAKING: De Surinaamsche Bank spant kort geding aan tegen Centrale Bank
De Surinaamsche Bank spant een kortgeding aan tegen Governor van de Centrale Bank, Maurice Roemer. De DSB eist ondertekening van het contract inzake de verdwenen kasreserves zonder vrijwaringsclausule. De Centrale Bank pleitte voor een vrijwaringsclausule in het contract, zodat de leidinggevenden van de bank niet strafrechterlijk vervolgd kunnen worden.
De Centrale Bank heeft vorig jaar het kasreservepercentage verhoogd van minder dan 20% naar 50% om daarna met een groot deel van de kasreserve te gebruiken voor andere doeleinden. Sinds januari proberen de handelsbanken met man en macht de Centrale Bank ertoe te bewegen een overeenkomst aan te gaan met het oog op de terugbetaling van de verduisterde kasreserves, maar zonder resultaat.
DSB vindt het kennelijk niet langer verantwoord om aan het lijntje gehouden te worden door de moederband en probeert nu via de rechter af te dwingen dat de verduisterde gelden worden terugbetaald.
Eerder deze week kwam het eerste contract, de zogenaamde ‘ringfencing’ in orde. Alle overgebleven kasreservemiddelen van de commerciële banken, zijn daarbij veiliggesteld. Echter zijn de gebruikte middelen van ruim $200 miljoen, nog niet teruggestort. Het contract dat dit moet regelen, is nog niet ondertekend.
Later meer hierover.
Surinaamse minister van Financiën aangeklaagd in witwasschandaal
PARAMARIBO – Het Surinaamse openbaar ministerie wil minister van Financiën Gillmore Hoefdraad strafrechtelijk gaan vervolgen.
Dat meldt het Surinaamse nieuwsmedium DWTonline.
Hoefdraad zou betrokken zijn bij onder meer een witwasschandaal, waarvoor in februari van dit jaar ook al de president van de Surinaamse centrale bank werd opgepakt. Die zou verkeerde bedragen hebben gefactureerd bij de aanschaf van peperdure voertuigen en voor de bank nadelige contracten hebben afgesloten. Hem wacht een aanklacht voor onder andere overtreding van de anti-corruptiewet en witwassen.
Tijdens het onderzoek zou zijn verklaard dat de president van de bank handelde met medeweten of zelfs in opdracht van Hoefdraad.
Hoefdraad is sinds 2015 minister van Financiën in Suriname. Daarvoor was de 57-jarige Hoefdraad onder meer president van de Centrale Bank. Daarvoor werkte hij voor diverse internationale organisaties aan economische programma’s.
Na drie jaar nog steeds geen afkondiging Anticorruptiewet
April 23, 2020
Pg vraagt DNA Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen
23 Apr, 2020,15:19
Rusland: Minister Hoefdraad moet onmiddellijk bedanken
23 Apr, 2020, 16:53

NPS-fractieleider Gregory Rusland |
Voeg je koptekst hier toe



Vervolging Hoefdraad is strafrechtelijk ingegeven
12 Mar, 2020, 13:40
Vervolging Hoefdraad is politiek ingegeven
11 Mar, 2020, 08:24

SRU-HVJ-2020-1
- InstantieHof van Justitie
- Zaaknummeronbekend
- Uitspraakdatum28 februari 2020
- Publicatiedatum03 maart 2020
- RechtsgebiedBurger-overheid
- Inhoudsindicatie
Verzoek van klaagster tot instellen van strafrechtelijke vervolging tegen de Minister van Financiën en de Administrateur Generaal wordt niet ontvankelijk verklaard.
UITSPRAAK
HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME
Meervoudige raadkamer
Volgnummer:
Beslissing van 28 februari 2020
op het verzoek van [klaagster], klaagster, wonende te [district],
bijgestaan door haar raadsman, de heer drs. A. Biharie, om het Openbaar Ministerie te bevelen tot het instellen van strafrechtelijke vervolging tegen de Minister van Financiën, de heer H.E.G. Hoefdraad en de Administrateur Generaal, mevrouw drs. A.D. Wijnerman, hierna te noemen beklaagden.
1.Procesverloop
1.1 Klaagster heeft op 14 januari 2019 het beklagschrift ingediend, waarin zij heeft verzocht dat op basis van artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering, het Openbaar Ministerie zal worden bevolen om de Minister van Financiën, de heer H.E.G. Hoefdraad, te vervolgen ter zake van overtreding van artikel 5 lid 2 van de Wet op de Staatsschuld en de Administrateur Generaal, mevrouw drs. A.D. Wijnerman, te vervolgen ter zake overtreding van artikel 424 van het Wetboek van Strafrecht.
1.2 Voormeld beklagschrift is in behandeling genomen op 11 februari 2019 en verder behandeld op 27 februari 2019, 13 mei 2019, 8 juli 2019, 5 augustus 2019 en 18 november 2019, waarbij de klaagster bijgestaan door haar raadsman en de Procureur-Generaal zijn gehoord, zijnde daarvan processen-verbaal opgemaakt welke zich onder de processtukken bevinden.
1.3 Vervolgens is bepaald dat in deze zaak beschikking zal volgen.
2. Het standpunt van klaagster
2.1 Klaagster heeft ter onderbouwing van haar beklag – samengevat – en onder overlegging van stukken/bijlagen het volgende aangevoerd:
- De Staat heeft door tussenkomst van de Minister van Financiën, de heer H.E.G. Hoefdraad, de wettelijke verbodsbepalingen zoals is bedoeld in de Wet op de Staatsschuld overschreden (verwezen wordt naar bijlage II).
- Klaagster heeft een aangifte, klacht en verzoek tot vervolging ingediend en mocht erop vertrouwen dat gegeven de aard van de daarin vervatte stellingen voorzien van onderliggend bewijsmateriaal, de Procureur-Generaal het vereiste opsporings- en vervolgingsonderzoek zou uitvoeren teneinde het voorziene resultaat te verkrijgen en de Staat, in casu de regering, bevrijd zou zijn van een onbekwame bestuurder die het land met vele sociaal -economisch nadelige gevolgen heeft opgezadeld.
- Gegeven het besluit van de Procureur-Generaal en de daaraan ten grondslag liggende argumentatie stelt klaagster vast dat ze geen recht heeft gehad op een eerlijke behandeling van haar klacht. In dit verband stelt klaagster dat niet-vervolging van de beklaagden gegrond op de conclusie van het Openbaar Ministerie dat ‘vooralsnog niet is gebleken’ dat het obligoplafond is overschreden, terwijl de delictsbestanddelen van de Wet op de Staatsschuld naar het oordeel van klaagster bewijsrechtelijk zijn vervuld, het gevaar van willekeurige wetshandhaving – die in een rechtsstaat niet geduld kan worden – bloot komt te liggen.
- Klaagster stelt dat zij met de aangifte, klacht en verzoek tot vervolging niet alleen bewijsbare strafbare handelingen in de zin van een doleus delict tegen de beklaagden heeft ingediend maar daarin ook sprake is van een ernstige beschuldiging jegens hen en dit roept de noodzaak op dat de Procureur Generaal een gedegen opsporingsonderzoek uitvoert en gehouden is – indachtig de algemene beginselen van behoorlijk bestuur – aan zijn beslissing een rechtens voldoende gemotiveerde argumentatie ten grondslag te leggen.
- Klaagster stelt dat zij een voldoende objectief bepaalbaar redelijk belang heeft onderwerpelijk klaagschrift in te dienen en dat haar belangen zowel wettelijk alsook grondwettelijk zijn voorzien en derhalve rechtvaardigen dat haar beklag in rechte kan worden ontvangen. Kortom, klaagster stelt dat artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering haar persoon als belanghebbende kwalificeert en dat haar klaagschrift ontvankelijk moet worden verklaard.
2.2 Klaagster stelt voorts dat ten laste van de Minister van Financiën, de heer H.E.G. Hoefdraad, de volgende strafbare feiten ex artikel 5 lid 2 juncto artikel 4 lid 1 van de Wet op de Staatsschuld, de navolgende verbodsbepalingen kunnen worden vastgesteld.
De overtredingen van de volgende rechtsnormen zijn verboden:
A. Artikel 3 lid 1 van de Wet op de Staatsschuld, namelijk het is verboden dat het totaal van de bruto binnenlandse staatsschuld het vigerende obligoplafond van maximaal 25 % te doen overschrijden;
B. Artikel 3 lid 2 van de Wet op de Staatsschuld, namelijk het is verboden dat de bruto buitenlandse staatsschuld het vigerende obligoplafond van maximaal 35 % te doen overschrijden;
C. Artikel 3 lid 4 van de Wet op de Staatsschuld, namelijk het is verboden dat de bruto totale staatsschuld het maximaal geldende obligoplafond van 60 % te doen overschrijden.
Klaagster stelt dat gegeven het feit dat de Minister van Financiën bij het aangaan van staatsschulden de na te leven wettelijk bepaalde verplichtingen zoals is bedoeld in artikel 4 lid 1, lid 2, lid 3, artikel 5 lid 1 en lid 2 van de Wet op de Staatsschuld, er sprake is van willens en wetens overschrijding van het obligoplafond en kan daardoor het verwijt van opzet (het subjectieve bestanddeel van het doleus delict) aan de Minister van Financiën worden tegengeworpen. Immers in voornoemde wetsartikelen is de bevoegdheid van de Minister bij het aangaan van schuldverplichtingen begrensd door het in acht nemen van de vigerende obligoplafonds (artikel 4 lid 1). Daarbij is de Minister gehouden de Administrateur Generaal te horen alvorens een schuldverplichting aan te gaan (Artikel 4 lid 2 en lid 3).
Met betrekking tot de hierboven genoemde strafbare feiten verwijst klaagster naar de basisfeiten als vermeld in het feitencomplex in de in het beklagschrift opgenomen tabel 2 (eerste rechtsnorm), tabel 3 (tweede rechtsnorm), tabel 4 (derde rechtsnorm) en naar enkele bijgevoegde bijlagen.
Citaat: “Aldus blijkt uit het onderzoek ter vaststelling van de materiële feiten dat vast is komen te staan dat de componenten van de totale bruto staatsschuld afwijken van hetgeen door de Minister van Financiën als data zijn gebruikt om zich te verantwoorden. Deze afwijkingen zijn materieel van aard, immers er is objectief een overschrijding van het geldend obligoplafond voor de totale bruto staatsschuld van 35% ontstaan dat feitelijk tot een materieel procentuele afwijking van het obligoplafond leidt van 58%. Met andere woorden de Minister heeft de toegestane maximale schuldratio met 58% overschreden, hij heeft meer schuldverplichtingen aangegaan dan waartoe hij bevoegd zou zijn’. Hij heeft deze overschrijding willens en wetens veroorzaakt en gegeven het feit dat hij geacht wordt kennis te hebben van de rechtsnormen die hij in acht behoort te nemen, heeft hij deze overschrijding dan ook met opzet gepleegd “(einde citaat).
2.3 Klaagster stelt dat aan de Administrateur Generaal van het Bureau voor de Staatsschuld, mevrouw drs. A.D. Wijnerman, het verwijt – mede in ogenschouw nemende de in voorgaande bewijsbaar vastgestelde feiten – kan worden gemaakt strijdig te hebben gehandeld met het verbod opzettelijk boeken en registers valselijk op te maken of te vervalsen die bedoeld zijn voor de controle van de staatsfinanciën zoals bedoeld in artikel 424 van het Wetboek van Strafrecht. Immers de door klaagster vastgestelde omvang van de diverse staatsschulden en daaruit resulterende schuldratio’s gebaseerd op brondocumenten opgesteld door het Bureau voor de Staatsschuld en op basis van het Rekenverslag van 2016 hebben in vergelijking met de door de Administrateur Generaal gerapporteerde omvang van de te onderscheiden staatsschulden afwijkingen getoond die slechts als verklaring kunnen hebben dat de basisdata afkomstig van de brondocumenten niet juist en volledig zijn verwerkt in de boeken en registers onder beheer van het Bureau voor de Staatsschuld vallende. De vastgestelde afwijkingen kunnen als verklaringsgrond slechts hebben dat – de Administrateur Generaal is een afgestudeerde econoom, jarenlang medewerkster geweest op het Ministerie van Financiën, is docent boekhouden in de privésfeer geweest en is de ex- Minister van Financiën – mevrouw drs. A.D.Wijnerman de boeken en registers met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid valselijk heeft opgemaakt of valselijk heeft doen opmaken.
3. De reactie van de Procureur-Generaal
3.1 De vervolging stelt zich op het standpunt dat op basis van het verricht onderzoek er geen sprake is van rechts normschending en derhalve geen of onvoldoende gronden zijn voor het instellen van een strafrechtelijk onderzoek naar de personen genoemd in het beklagschrift van de klaagster.
3.2 De vervolging vordert primair dat klaagster niet ontvankelijk dient te worden verklaard in haar verzoek tot het instellen van een strafrechtelijk onderzoek tegen de personen van Gillmore Hoefdraad, Minister van Financiën en mevrouw Wijnerman, Administrateur Generaal. De klacht tegen Minister Hoefdraad is gebaseerd op het bepaalde in artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 5 van de Wet op de Staatsschuld, terwijl de klacht tegen mevrouw Wijnerman is gebaseerd op artikel 424 van het Wetboek van Strafrecht.
Op grond van het bepaalde in artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering (dat overeenkomt met het bepaalde in artikel 12 van het Nederlandse Wetboek van Strafvordering en de aantekeningen 6 behorende bij artikel 12 van het Nederlandse Wetboek van Strafvordering in het boek van Nijboer en Cleiren, jaargang 2015) kan klaagster niet worden aangemerkt als te zijn een rechtstreeks belanghebbende.
Klaagster wenst op basis van artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering het leenbeleid en het beleid van de Regering te bekritiseren, hetgeen misleidend is. De vervolging wenst te verwijzen naar de punten 4 tot en met 9, 11, 12 en 14 onder 2 Inleidende opmerkingen van het klaagschrift van klaagster. Gelet op de inhoud van voormelde punten classificeert de vervolging die punten als politieke motieven om te ageren tegen het leenbeleid van de Regering. Klaagster dient geen eigen belang, maar een politiek belang, hetgeen in feite in strijd is met het bepaalde in artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering. De vervolging wenst in dat kader ook te verwijzen naar twee berichten op het Mediacourant Starnieuws van respectievelijk 30 januari 2018 (klaagster gaat als nieuw activist in….) en 10 januari 2019 (als voorzitter van Strei geen genoegen nam met het antwoord van de Procureur – Generaal).
De vervolging verwijst naar punt 14 van het klaagschrift waarin klaagster heeft aangegeven dat klaagster erop mocht vertrouwen dat gegeven de aard van de daarin vervatte stellingen voorzien van onderliggend bewijsmateriaal, de Procureur Generaal het vereiste opsporings- en vervolgingsonderzoek zou uitvoeren teneinde het voorziene resultaat te verkrijgen en de Staat i.c. de Regering bevrijd zou zijn van een onbekwame bestuurder die het land met vele sociaal economisch nadelige gevolgen heeft opgezadeld.
Op grond van het voormelde wenst de vervolging primair te vorderen dat klaagster niet ontvankelijk wordt verklaard in haar klaagschrift.
De vervolging verwijst naar de wetten van 12 december 2016, SB 2016, 148 en 29 december 2016, SB 2016, nr 157 en overeenkomstig lid 3 van artikel 5 van de Wet op de Staatsschuld wordt toestemming gegeven aan de Minister van Financiën om af te wijken van het obligoplafond.
Klaagster refereert steeds naar het algemeen belang om zodoende bevrijd te raken van de Minister van Financiën. Mogelijk dat klaagster de kwetsbare groepen bedoelt, doch is het begrip algemeen doel te ruim geformuleerd. De taken van de Minister van Financiën zijn gestoeld op de wettelijke bepalingen. Het bepaalde in lid 3 van artikel 5 van de Wet op de Staatsschuld is om te behoeden en te beschermen.
3.3 Subsidiair vordert de Procureur-Generaal dat het beklagschrift van klaagster als ongegrond bestempeld dient te worden en dat het verzoek tot strafvervolging wordt afgewezen.
Vanuit het Openbaar Ministerie is er gedegen onderzoek geweest. Er is deskundig advies ingewonnen bij [deskundige 1] en hij heeft zijn advies op 03 september 2018 uitgebracht. Ook de persoon van [deskundige 2], als rechercheur verbonden aan het forensisch team heeft onderzoek verricht.
Klaagster schetst een totaal verwarrend beeld en trekt conclusies die geheel onjuist zijn.
Bij de waardering van de staatsschuld worden o.a. de volgende vier begrippen gehanteerd:
1. Cash basis/kasmethode. Hierbij worden alleen de opgenomen bedragen meegenomen, de nog niet opgenomen bedragen van gecontracteerde schuld worden er buiten gelaten. Dit is de thans geldende methode voor Suriname (SB. 2016 no. 63).
2. Accrual basis (klaagster hanteert de term “transactiebasis”). Hierbij worden ook de gecontracteerde schulden meegenomen, waarvan de gelden nog niet zijn opgenomen.
Het is evident dat toepassing van de ene methode een ander uitkomst zal bieden dan de andere, wanneer er sprake is van gecontracteerde maar nog niet opgenomen gelden. Volgens internationaal geaccepteerde standaarden kan de bruto staatsschuld zowel op de Cash basis als op de Accrual basis plaatsvinden.
3. Bruto staatsschuld. Het totaal van uitstaande rechtsgeldig tot stand gekomen schuldverplichtingen ten laste van de Staat, daaronder begrepen de uitstaande lopende schuld alsmede achterstallige renten en kosten, zowel van die welke een delgingsverplichting van de Staat inhouden, als van die welke een waarborgingsverplichting van de Staat inhouden. (SB. 2016 no. 63 artikel IA)
4. Netto Staatsschuld. De bruto Staatschuld minus de geldende vorderingen van de Staat die in het lopende dienstjaar opeisbaar zijn, voor zover de vorderingen niet behoren tot de lopende inkomsten van de gewone dienst der Staatsbegroting. (S.B. 2016, no. 63 artikel IB)
Bij het lezen van de akte dient men erop bedacht te zijn dat klaagster in haar akte een contaminatie van bovenvermelde begrippen gebruikt, namelijk de woorden “netto schuldbegrip” en “bruto schuldbegrip”, waarmee zij kennelijk bedoelt aan te geven de waarderingsgrondslagen van de schulden, zijnde de Cash basis respectievelijk Accrual basis, omdat de uitleg die ze geeft aan de woorden “netto schuldbegrip” en “bruto schuldbegrip”, overeenkomen met definities van de Cash basis respectievelijk Accrual basis”.
In het deskundigenverslag welke de vervolging heeft overgelegd wordt ontkend dat een berekening van nieuw Binnenlandse Staatsschulden werd gemaakt. Enkel is geprobeerd aansluiting te maken van de bedragen in de tabellen, zoals opgenomen in de klacht, met de daarbij aangeleverde bijlagen door klaagster. Er is geen aansluiting te maken tussen de bedragen, die opgenomen zijn in de tabellen in de klacht, met de daarbij aangeleverde bijlagen. De deskundige kan de conclusies die door klaagster worden getrokken niet bevestigen noch ontkennen, aangezien er geen goede en sluitende onderbouwing is gegeven met het aangeleverde cijfermateriaal, zoals opgenomen in de bijlagen van de strafklacht.
De deskundige heeft de beweringen van klaagster, dat de “schuldmeting op kasbasis” (cash basis) methode onrealistisch en onjuist is en waarmee het volk misleid zou worden, weerlegd door te bewijzen dat de cash basis methode een internationaal geaccepteerde methode is. Suriname heeft bij de wetswijziging van 25 april 2016 gekozen om de methode van cash basis te hanteren. Wij verdedigen aldus niet het “netto schuldbegrip”, zoals klaagster dat stelt.
Tegen beter weten in hanteert de klaagster niet de wettelijke methode (cash basis), doch hanteert ze haar eigenzinnige interpretatie “bruto schuldbegrip” (lees Accrual methode) om te komen tot haar conclusies van overschrijding van het Obligoplafond.
Zowel klaagster als haar gevolmachtigde geven aan dat ze de door DNA aangenomen wet niet erkennen. Verder geeft klaagster aan dat de Europese en Nederlandse regelgeving van toepassing zouden moeten zijn in Suriname, derhalve niet een door DNA aangenomen wet.
Opmerkelijk is dat de definities die klaagster en haar gevolmachtigde geven aan de woorden “Bruto Staatsschuld” en “Netto Staatsschuld” in deze klachtprocedure ook niet terug te vinden zijn in de door hun begeerde Nederlandse en Europese regelgevingen.
Het Bureau voor de Staatsschuld van Suriname gebruikt voor haar publicaties de wettelijk voorgeschreven cash bases methode….”.
Het gevolg is dat door klaagster opgestelde cijfers (op basis van Accrual methode) niet als grondslag kan dienen om vast te stellen of er overschrijding van het obligoplafond heeft plaatsgevonden zoals geregeld in de Wet op de Staatsschuld.”
Bij wetswijziging op 25 april 2016 is de wettelijke definitie van het Bruto Staatsschuld gewijzigd. Dat het woord “Bruto Staatsschuld” nog steeds in de wet staat, grijpt klaagster aan om te betogen dat nog steeds de Accrual methode (klaagster spreekt van “bruto schuldbegrip” en “bruto verplichting” als synoniem voor de Accrual methode), terwijl de wet een geheel andere definitie geeft aan het woord “Bruto Staatsschuld”.
De contaminatie van woorden (…..) met verwante betekenissen worden door klaagster opzettelijk gebruikt om uw Hof te misleiden, omdat de woorden Bruto Staatsschuld en Netto Staatsschuld in onze wetgeving opgenomen zijn met andere definities dan wat onder Accrual basis dan wel onder cash basis wordt verstaan.
“In haar brief van 13 december 2018 (….) geeft klaagster expliciet aan dat de definitie van “Bruto Staatsschuld” gewijzigd is. De woorden “de nog niet opgenomen bedragen van gecontracteerde schuld” is in de nieuwe definitie van het woord Bruto Staatsschuld” eruit gehaald”.
Derhalve neemt klaagster opzettelijk een standpunt in, strijdig met de wet, door in de slotzin van sustenu 26 voor zichzelf vast te stellen dat een “bruto begrip” gehanteerd dient te worden en niet een “netto begrip”.
Wij hebben expliciet aangegeven dat bij de invoering van de Wet op de Staatsschuld geen rekening is gehouden met situaties van negatieve groei van de BBP en koersstijging. Het hoeft geen betoog dat de invoering is geweest in het jaar 2002.
4. De beoordeling
4.1 Nu klaagster een beroep doet op het bepaalde in artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering is het Hof bevoegd kennis te nemen van het beklag.
4.2 Alvorens tot een inhoudelijke beoordeling van het beklag te komen, dient het Hof eerst te beantwoorden de vraag of klaagster ontvankelijk is in haar beklag. Ter beantwoording van deze vraag zal het Hof moeten beoordelen als klaagster rechtsstreeks “belanghebbende” is in de zin van artikel 4 voornoemd. Immers, indien blijkt dat klaagster geen rechtsstreeks belanghebbende is, zal zij niet ontvankelijk moeten worden verklaard in haar beklag. Het Hof verwijst hiervoor naar Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, 8e druk pagina 621.
4.3 Klaagster heeft ingevolge het bepaalde in artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering het beklagschrift ingediend tegen het Openbaar Ministerie wegens het niet vervolgen van de Minister van Financiën, de heer H.E.G. Hoefdraad en de Administrateur Generaal, mevrouw drs. A.D. Wijnerman ter zake van in het beklagschrift vermelde strafbare feiten.
Op grond van door klaagster in het beklagschrift aangehaalde argumenten stelt klaagster dat zij een voldoende objectief bepaalbaar redelijk belang heeft onderwerpelijke klachtschrift in te dienen en dat haar belangen zowel wettelijk alsook grondwettelijk zijn voorzien en derhalve rechtvaardigen dat haar beklag in rechte kan worden ontvangen. Klaagster stelt dat artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering haar persoon als belanghebbende kwalificeert en dat haar klaagschrift ontvankelijk moet worden verklaard. In de rechtsleer is volgens vaste rechtspraak erkend dat het begrip ‘belanghebbende’ het midden houdt tussen ‘benadeelde’ enerzijds en ‘belangstellende’ of ‘een ieder’ anderzijds. Slachtoffers worden dus in ieder geval beschouwd als rechtstreeks belanghebbende, aldus klaagster.
Grondwettelijk (artikel 22 lid 1) alsook wettelijk (artikel 149, artikel 151 lid 1 en artikel 152 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering) is bepaald dat een ieder bevoegd is aangifte, beklag en verzoek tot vervolging te doen van degene die strafbare feiten zal hebben begaan, bij het bevoegd gezag (ook hierin ligt besloten het belang van klaagster).
Ter nadere onderbouwing van klaagster dat zij belanghebbende is in de zin van artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering stelt klaagster o.a.:
- dat de Staat, door tussenkomst van de beklaagde, de Minister van Financiën, de heer H.E.G. Hoefdraad, strijdig handelt met de grondwettelijke plicht de bestaanszekerheid van de gehele bevolking en aldus van klaagster zoals onder andere is bepaald in artikel 4, letter b van de Grondwet. Klaagster is in financieel opzicht benadeeld en aldus slachtoffer van het tot uitvoering gekomen staatsschulden- en begrotingsbeleid.
- De Staat, in casu de regering, mede door tussenkomst van de beklaagde, de Minister van Financiën, de heer H.E.G. Hoefdraad, is omvangrijke staatsschulden aangegaan dat ertoe heeft geleid dat de overheidsfinanciën in een deplorabele toestand is geraakt, de monetaire reserves dramatisch zijn afgenomen en dit alles heeft geleid tot een toename van de inflatie en devaluatie met als gevolg een verarming van de burgers in het algemeen alsook van de klaagster.
- dat haar belang evenals van alle burgers in Suriname wordt geschaad sinds de Staat, door tussenkomst van de Minister van Financiën, de heer H.E.G. Hoefdraad, de wettelijke verbodsbepalingen zoals is bedoeld in de Wet op de Staatsschuld heeft overschreden (zie bijlage II) en daardoor een ondraaglijke schuldenlast heeft veroorzaakt, leidend tot onevenredig hoge lasten die zij in privé (onterecht hogere EBS- en SWM tarieven, extra brandstofheffing en hogere invoerheffingen en kosten vanwege de import van goederen noodzakelijk voor haar levensonderhoud) moet dragen.
4.4 In de visie van het Hof staat in de onderhavige beklagprocedure centraal een geschil over de uitoefening van een discretionaire bevoegdheid door het Openbaar Ministerie. De klaagster beweert dat het Openbaar Ministerie van zijn vervolgingsbevoegdheid gebruik moet maken, terwijl het Openbaar Ministerie stilzit.
Het Hof overweegt vooraf dat de achterliggende gedachte van artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering is, dat aan de burger een middel in handen wordt gegeven ter controle van het optreden van de vervolgingsmonopolist te weten het Openbaar Ministerie. Het Hof verwijst hiervoor naar Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, 8e druk, pagina 619 waarin – zover van belang – het volgende is verwoord:
“Het in art…..geregelde beklag over de niet (verdere) vervolging van strafbare feiten is bedoeld als een correctiemodel tegen de nadelen die uit twee beginselen van onze strafrechtspleging kunnen voortvloeien: uit het opportuniteitsbeginsel en uit het beginsel dat de vervolging bij uitsluiting bij organen van de staat berust, het vervolgingsmonopolie. Die koppeling van vervolgingsmonopolie en opportuniteitsbeginsel verschaft de overheid een grote macht. Het opportuniteitsbeginsel legitimeert tot niet (verder) vervolgen……, terwijl een schuldigverklaring door de rechter wel haalbaar is. Het vervolgingsmonopolie verhindert de burger die meent dat vervolging wel opportuun of een schuldigverklaring wel haalbaar is, zelf de zaak aan de rechter voor te leggen…… Daarom diende de burger een middel in handen te worden gegeven ter controle van het optreden van de vervolgingsmonopolist.“
4.5 Volgens de memorie van toelichting bij het wetboek (het Hof leest: van strafvordering) zijn belanghebbenden degenen die door het feit ernstig in hun belangen zijn geschaad en voor de bevrediging van hun rechtsgevoel instelling van een strafactie wensen. In de memorie van antwoord schreef de minister dat belanghebbende is ‘een ieder die bij de instelling of voortzetting van de vervolging een redelijk belang heeft. Het begrip houdt dus het midden tussen “benadeelde” (te eng) en “belangstellende” of “een ieder” (te ruim……)’.
Volgens de Hoge Raad kan alleen iemand die door het achterwege blijven van een strafvervolging is getroffen in een belang dat hem bepaaldelijk aangaat, als belanghebbende worden beschouwd. Duidelijk is dat de direct benadeelde, het slachtoffer, in elk geval als belanghebbende is aan te merken. Diens belang bij vervolging kan van materiële of immateriële aard zijn. Het is begrijpelijk dat de wetgever niet zover is gegaan dat hij de belangstellende als benadeelde beschouwde.” (vide Corstens, 8e druk, pag 621/622).
“De klager moet zich van de belangstellende onderscheiden door het bijzondere belang dat hij bij de vervolging heeft. Dat belang moet bovendien …….objectief bepaalbaar zijn en het moet redelijk zijn.”
“De hierboven geformuleerde eis van het bijzondere belang, maar ook de erkenning van de mogelijkheid dat een rechtspersoon voor een collectief belang opkomt in een…..procedure, staat eraan in de weg een particulier die zich enkel beroept op zijn status van belastingbetaler, inwoner, Nederlander, zich verantwoordelijk voelend intellectueel of op een andere kwaliteit die hij met velen deelt dan wel op een combinatie van die hoedanigheden, als rechtstreeks belanghebbende in de zin van art. 12 aan te merken.” (vide Corstens, 8e druk, pag 623).
4.6 Het Hof neemt over de visie van Corstens zoals hiervoor is geciteerd, en wel in onderlinge verband en samenhang beschouwd.
Uit de stellingen van klaagster begrijpt het Hof dat zij, klaagster, als “inwoner van Suriname” opkomt tegen het door de regering (in de persoon van de Minister van Financien, dhr. Hoefdraad en de Administrateur Generaal van het Bureau voor de Staatsschuld, mevrouw drs. A.D. Wijnerman) gevoerde financieel beleid.
Naar het oordeel van het Hof heeft klaagster zich niet danwel onvoldoende kunnen onderscheiden door een bijzonder belang dat objectief bepaalbaar en redelijk is. Klaagster kan daarom niet worden worden aangemerkt als rechtstreeks “belanghebbende” in de zin van artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering, en dient zij niet te worden ontvangen in haar verzoek.
4.7 Nu het daartoe strekkend niet-ontvankelijkheidsverweer van de Procureur-Generaal gegrond is gebleken komt het Hof niet toe aan een verdere bespreking van de stellingen en weren van partijen.
5. BESCHIKKENDE
Het Hof:
Verklaart klaagster niet ontvankelijk in haar beklag.
Aldus gegeven in Raadkamer te Paramaribo, op heden de 28e februari 2020 door mr. A. Charan, fungerend – president, mr. I.S. Chhangur-Lachitjaran en mr. S. Punwasi, leden, in tegenwoordigheid van de fungerend – griffier, mr. G. A. Kisoensing-Jangbahadoer Singh.
w.g. G.A. Kisoensingh – Jangbahadoer Singh w.g. A. Charan
w.g. I.S. Chhangur – Lachitjaran
w.g. S. Punwasi
De Griffier van het Hof van Justitie,
( mr. M.E. van Genderen – Relyveld)
Beslissing PG niet vervolging Hoefdraad is rechtens juist
16 Feb, 2020, 10:40

President Bouterse en minister Hoefdraad, hun rol is overduidelijk

Dat er zeer waarschijnlijk gestolen of verduisterd is uit de kasreserve, behoeft geen betoog hier. Daarover is er al genoeg geschreven. Desondanks zijn de autoriteiten van regeringszijde opvallend vaag in hun verhaal. Op negen van de tien vragen had Hoefdraad geen antwoord tijdens een openbare vergadering in De Nationale Assemblee (DNA).
In ons eerder geschreven artikel hadden wij gesteld: Het kan toch niet zo zijn dat die arme jongen die één awarra steelt, in de gevangenis belandt, maar iemand die miljoenen euro’s steelt (duizenden miljarden awarra’s) niet in de gevangenis belandt?
In deze hele kwestie wordt naar onzes inziens ex-governor Robert Van Trikt opgeofferd als de enige schuldige, terwijl er meerdere personen bij betrokken zullen moeten zijn. Van Trikt kan deze handelingen nimmer gepleegd hebben zonder medeweten van de regering.
De minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, is de eerste persoon binnen de regering die kennis gedragen zal moeten kunnen hebben van deze vermeende diefstal of verduistering. Waarom?
– Gelet op artikel 6 van de Bankwet zou Hoefdraad zijn goedkeuring moeten hebben gegeven aan de onttrekking aan de kasreserve. Dit artikel luidt: “…. Stortingen in en onttrekkingen aan deze reserves behoeven de goedkeuring van de minister”.
– De regeringscommissaris (namens het Ministerie van Financiën) hoort de weekbalans elke week door te nemen. Die brieft vervolgens alles door aan zijn baas (Hoefdraad).
– Tevens hoort Hoefdraad alle uitgaven van de regering te autoriseren (zijn akkoord geven). Er zal een besluit genomen zijn vanuit regeringszijde dat Chotelal de Amerikaans dollars krijgt. Uit alle uitspraken van president Desi Bouterse viel af te leiden dat de Chotelal-dollar een project was/is van de regering. Minister Hoefdraad moet hebben geweten dat er geen dollars meer zijn om ze toe te kennen aan Chotelal (voor import van basisgoederen en valuta-interventie), maar hij heeft de uitgaven desondanks geaccordeerd. Als minister van Financiën weet hij altijd hoeveel geld in kas zit. Dus hij hoorde het te weten dat die uitgaven uit de kasreserves gehaald (lees: gestolen) zullen worden.
– Van Trikt heeft zelf gezegd dat hij wekelijks overleg heeft met Hoefdraad. Dus Hoefdraad moet geweten hebben waaraan de Centrale Bank van Suriname (CBvS) het geld uitgeeft en waar dat geld vandaan komt. Dit is tevens gebruikelijk, dus Van Trikt heeft niets nieuws gezegd.
– Alle besluiten met betrekking tot uitgaven van de Centrale Bank van Suriname gaan in afschrift naar Hoefdraad.
President Bouterse gaat zeker ook niet vrijuit
– Alle besluiten met betrekking tot uitgaven van de regering en de Centrale Bank van Suriname gaan ook in afschrift naar president Bouterse.
– Zowel president Bouterse als minister Hoefdraad hebben tot nu toe gezwegen over de herkomst van de Chotelal-dollars. Waarom zoveel geheimzinnigheid? Simpelweg, beide heren moeten hebben geweten dat de zaak stinkt.
Over de herkomst van de Chotelal-dollars verwees Van Trikt naar president Bouterse, maar Bouterse zweeg in alle talen. Bouterse prees wel de goedkope Chotelal-dollars op een partijvergadering. Volgens Bouterse is de Chotelal-dollar een project dat geplaatst kan worden in de rij van projecten die de regering initieert met als doel de sociaalzwakkeren te ondersteunen. Uit dit alles valt af te leiden dat de regering op de hoogte is geweest van de herkomst van de Chotelal-dollars en dat de regering deze stiekem verstrekt heeft aan Chotelal. Vicepresident Ashwin Adhin deelde mee dat de kasreserve mede gebruikt pleegt te worden ten behoeve van valuta-interventies (Chotelal-dolars). Aanwijzingen ten overvloede. In DNA heeft Hoefdraad eindelijk toegegeven dat er US$ 30 miljoen verstrekt is aan Chotelal.
De snelheid waarmee Hoefdraad de heer Van Trikt aan de schandpaal genageld heeft doet het vermoeden rijzen dat Hoefdraad met deze actie zijn eigen falen heeft willen verhullen en de aandacht van de vermoedelijk grotere diefstal (US$ 200 miljoen) heeft willen afleiden. Alle aandacht ging in het begin naar die enkele autootjes van Van Trikt, terwijl aan de andere kant US$ 200 miljoen gestolen of verduisterd is met mogelijk medeweten van Hoefdraad en president Bouterse.
Als Hoefdraad en president Bouterse niets geweten hebben van deze vermeende diefstal of verduistering, dan hebben zij hun plichten op grove wijze verzaakt en zijn zij niet berekend voor hun taak. In dat geval hebben zij zich schuldig gemaakt aan grove en opzettelijke nalatigheid in de uitoefening van hun functie. Hoefdraad en president Bouterse zouden zelfs als eerste op de hoogte moeten willen zijn van het reilen en zeilen binnen de kas en de kapitaalmarkt van Suriname. Hoe dan ook, zij zullen moeten hebben kunnen weten dat er gestolen is.
In onze staatsrechtelijke verhoudingen zijn Hoefdraad en Bouterse tevens politiek en hiërarchisch verantwoordelijk voor de CBvS.
Wij kijken ernaar uit dat de procureur-generaal (pg) het parlement vraagt om in ieder geval deze twee heren, namelijk minister Hoefdraad en president Bouterse in staat van beschuldiging te stellen, als opmaat naar een vervolging. Zij hebben als politieke ambtsdrager strafbare feiten gepleegd in de uitoefening van hun ambt. Beide heren kunnen in het kader van de wet vervolgd worden. Er is geen weg terug, de zaak stinkt tot buiten de grenzen van Suriname.
Sunil Sookhlall
Co-schrijver: Kries Mahabier
Het Recht: Berechting Hoefdraad is onvermijdelijk
14 Feb, 2020, 03:46
