Subhas Mungra: IMF-programma verergert armoede en verzwakt economie

Subhas Mungra, monetair econoom en voormalig minister van Financiën, vindt dat het IMF-programma Suriname niet heeft gered, maar juist blijvende schade heeft toegebracht aan de economie. In een analyse stelt hij dat het programma de koopkracht heeft uitgehold, nationale grondstoffen tegen lage waarde heeft uitgeleverd, en de armoede verder heeft verdiept. Hij roept op om een eventueel vervolg op dit “wurgprogramma” na de verkiezingen resoluut af te wijzen.
Mungra waarschuwt dat een tweede armoedegolf onafwendbaar is als het beleid van valuta devaluatie en uitverkoop van nationale rijkdommen wordt voortgezet. Hij noemt het stilzwijgen over de sociale gevolgen van het IMF-beleid een “monetaire misdaad”.
Een concreet voorbeeld dat hij aanhaalt, is de negatieve impact van de valutakoersverhoging op staatsinkomsten. Waar oliemaatschappijen bij een koers van SRD 7 per USD nog 142,8 miljoen USD zouden moeten overmaken, betalen ze bij de huidige koers van ruim SRD 35 nog slechts 28,5 miljoen USD. Hierdoor loopt Suriname volgens Mungra cruciale deviezeninkomsten mis, ten voordele van buitenlandse bedrijven.
Hij vergelijkt deze uitverkoop met moderne vormen van koloniale exploitatie. Waar landen vroeger onder dwang grondstoffen afstonden, gebeurt dit nu via zogenaamd technische hulpprogramma’s van instellingen als het IMF. Rijke landen blijven afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen uit armere landen voor hun industriële ontwikkeling.
Mungra benadrukt dat er geen reden is om de particuliere sector blind te verheerlijken. Zowel de overheid als het bedrijfsleven moeten verantwoordelijk worden gehouden. Als voorbeeld noemt hij vicepresident Bharat Jagdew van buurland Guyana, die zich stellig verzet tegen IMF-programma’s en het behoud van nationale soevereiniteit vooropstelt.
De oud-minister verwijst ook naar eigen ervaring en herinnert eraan dat belangrijke politieke leiders als Jagernath Lachmon, Desi Bouterse en Ronald Venetiaan nooit voorstanders waren van het IMF-programma.
Een ander punt van kritiek betreft het grootschalige gebruik van Open Market Operations (OMO’s) door de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Volgens Mungra is het uitgeven van OMO’s tegen torenhoge rentes misleidend. De voorgestelde doelstelling – het afromen van overtollige liquiditeiten – raakt in de praktijk niet de consumenten, maar bevoordeelt banken en verzekeringsmaatschappijen die over grote sommen geld beschikken. Hij wijst op een belangenverstrengeling, waarbij zowel de huidige CBvS-governor als de vorige minister van Financiën afkomstig zouden zijn uit de verzekeringssector.
Ook plaatst hij vraagtekens bij het feit dat het niet de CBvS is die de rente op OMO’s betaalt, maar de staat. Hierdoor draait uiteindelijk de belastingbetaler op voor de torenhoge lasten, wat de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur onder druk zet.
De huidige sociale gevolgen zijn volgens Mungra schrijnend zichtbaar in het straatbeeld: mensen bedelen dagelijks bij supermarkten, invaliden staan in de hitte op straat, en zelfs vrouwen zitten op de grond bij de melkcentrale om eten te vragen. Zulke taferelen, zegt hij, zijn in zijn halve eeuw aan ervaring nooit eerder voorgekomen en dreigen de etnische spanningen in het land verder te doen oplopen.
Mungra roept op tot:
– Erkenning van de ernstige verzwakking van de economie door armoede, migratie van hoger kader, en sociale achteruitgang;
– Stopzetting van de structurele uitverkoop van Surinaamse grondstoffen;
– Politieke duidelijkheid vóór de verkiezingen over de afwijzing van een nieuw IMF-programma, om sociale onrust te voorkomen.
Mungra roept burgers en beleidsmakers op om niet blind te zijn voor de realiteit, ongeacht politieke voorkeuren.
U kunt het gehele artikel hier downloaden.
Documenten:
https://www.starnieuws.com/index.php/welcome/index/nieuwsitem/86466
Het IMF (wurg)-programma heeft Suriname niet gered, maar de Surinaamse economie eerder een duurzame genadeslag toegebracht!
Ter voorkoming , dat wij direct na de verkiezingen wederom worden geconfronteerd met een zgn. vervolg IMF-programma, acht ik het mijn plicht om de gemeenschap te waarschuwen voor een tweede armoedegolf welke onherroepelijk zal ontstaan (a.g.v. landelijke koopkracht- en loonuithollingen) alsmede nationale grondstoffenUITVERKOOP die automatisch voortvloeien uit de normaliter aan een IMF-programma gekoppelde devaluatie-rondes. Langer zwijgen beschouw ik als een monetaire misdaad tegen de Surinaamse gemeenschap!
Bv voor elke 1000 mln SRD die de oliemaatschappijen zullen moeten betalen voor lokale lonen, of lokale diensten dan wel voor belastingen of winstaandeel (government take) enzovoorts zouden zij ZONDER het IMF programma bij een gem.de koers van 1 op 7 ca. 142.8 mln. USD moeten overmaken naar Suriname; echter hoeven zij nu door het recentelijk doorgevoerde IMF programma bij de huidige gemiddelde usd koers van 1 op 35 SLECHTS een bedrag van 28.5 mln USD over te maken naar ons land, dus ca. 116 mln USD minder!
Het ging in het verleden al altijd om de grondstoffen van de arme landen die via koloniale dwangmethoden konden worden verkregen, nu wordt het gedaan via IMF (wurg)devaluatie- programma’s. President Trump van de Verenigde Staten is wat dit betreft gewoon eerlijk en zegt bijvoorbeeld aan Oekraïne: “Geef me je schaarse grondstoffen die ik nodig heb om mijn industrieën in stand te houden , dan stuur ik in ruil zware wapens naar jou toe om de Russen te verdrijven.”
Er bestaan geen industrieën in de rijke landen zonder de grondstoffen uit de arme landen, tenzij men die grondstoffen ook zelf in voldoende mate bezit. Industrieën genereren werk en inkomens voor de werknemers en voor lokale bedrijven die op hun beurt loonbelasting betalen aan de overheid alsmede winstbelasting enzovoorts, waardoor de overheid de noodzakelijke collectieve voorzieningen kan financieren voor haar gemeenschap. Een bekend gezegde luidt: : “Als de arbeiders het wille staat het hele raderwerk stille.”
Een overdreven verheerlijking van de particuliere sector is op zijn zachts gezegd misplaatst of zoals ik het aan mijn AdeK-studenten voorhield: “Neither the government nor the private sector are Holy Cows!” Bovenstaande technische notitie is ook de reden waarom de vice-president Jagdew van Guyana consequent weigert te praten over enig vorm van IMF programma’s.
Vermeldenswaard is dat uit mijn persoonlijke ervaring als Minister van Financiën , noch VZ. Lachmon noch Bouterse of Venetiaan voorstanders waren van een IMF(wurg)programma. Bekend is de uitspraak van Venetiaan: “IMF niet door de voordeur, ook niet via de achterdeur, ek voet na tjal.” Het is alsof deze drie volksleiders ingebouwde sensoren hadden en intuïtief konden aanvoelen wat de gevolgen zouden zijn voor de grote massa zoals wij de afgelopen 5 jaren hebben ondervonden.
NB. Uiteraard vormt de normale Art IV IMFconsultations meetings geen enkel probleem, als land moet je internationale economische samenwerking in een steeds meer “integrated (internet) world” niet uitsluiten zolang je je soevereiniteit niet prijsgeeft zoals dat helaas wel het geval is in een IMF (wurg)programma!
OMO’s – monetaire volksmisleiding
Het massaal uitgeven van OMO’s via de CBVS tegen historisch exorbitante rentepercentages teneinde zgn. monetair overtollige liquide middelen af te romen is ronduit misleiding; afromen moet je primair doen bij de consumenten die hun inkomens in hoofdzaak aanwenden voor consumptie van goederen en diensten (de zgn. primaire liquiditeitenmassa of chartaal en giraal geld), terwijl de
gelden die banken en verzekeringsmaatschappijen aanhouden primair een monetaire dekkingsfunctie hebben. Maar wie kopen massaal met miljarden SRD’s deze OMO’s ? Dat zijn de banken en verzekerings- maatschappijen, die hier behoorlijk profijt van hebben. Consumenten hebben geen miljarden SRD’s om met de regelmaat van de klok voor miljarden OMO’s te kopen bij de CBVS (Wie fluistert daar dat Governor Roemer van de CBVS en de vorige Minister v. Financiën , beiden afkomstig zijn van verzekeringsmaatschappijen ? )
Ook wordt beweerd , dat de OMO’s bedoeld zijn om te voorkomen dat de banken e.a. anders zouden failliet gaan. Maar als een bedrijf verlies lijdt (door eigen mismanagement) moeten toch hun aandeelhouders opdraven met vers geld en niet alleen zitten wachten op hun dividenduitkeringen elk jaar. Nu merken we dat de belastingbetalers de banken moeten compenseren via abnormaal hoge OMO rente betalingen.
Nu weten wij ook nog dankzij vragen in het parlement, dat niet de CBVS, maar de Surinaamse belastingbetalers de tot ca. acht miljard (8000 miljoen) SRD opgelopen beleggers rente gaan betalen. Kunt u nu wel begrijpen waarom financiën slechts weinig geld kan vrijmaken voor de volksgezondheid,de sociale uitgaven en onderwijs voorzieningen, kapotte wegen en andere infrastructuur enz enz.enz. (Wie fluistert daar: “Maar wel voor wereldreizen!”).
Wanneer zoveel geld in de maatschappij wordt gespoten, is de vraag waarom alles steeds duurder wordt in de winkels snel beantwoord: “Prices can never be so high unless the money is available to pay for it luidt een bekende monetaire theorie.”
Ik sta hierbij stil omdat het pijn doet om te zien hoe mensen nog dagelijks letterlijk op straat pinaren. Beelden die ondergetekende in de afgelopen 50 jaren nimmer heeft gezien, zoals elke dag vrouwen die bij de Melkcentrale op de grond zitten en eten bedelen, de man die in de vroege ochtend zijn gezicht wast met rioolwater bij de supermarkt op de hoek van de Gravenberchstraat en de Kernkampweg; de invaliden die in de felle zon staan te bedelen midden op de rijweg in de Fred Derbystraat en de Pengelstraat, om maar enkele voorbeelden te noemen.
Maar het dramatische ervan is, dat het in menig geval ook nog vrouwen en mannen betreft van een bepaalde etnische groep. Deze zaken verhogen nodeloos de etnische spanningen in ons land en komen in economische terminologie neer op een verkeerde uitvoering van een fiscale secundaire inkomensherverdeling beleid te beginnen met het verloop van de inkomensbelasting curve.
Er zijn nog zoveel meer kritische opmerkingen te plaatsen , maar laat ik besluiten met de volgende punten :
- Onze economie is nog steeds zwak, ziek en bovenal misselijk als gevolg van de grootschalige armoede, de inkomensvlucht van hoger kader w.o. medisch specialisten en verplegers , het e.e.a.met de bijbehorende maatschappelijke sneeuwbal effecten.
- Laten wij een voortgezette grondstoffenuitverkoop van Suriname stopzetten. De politiek moet zich nu al uitspreken tegen een tweede IMF(wurg)programma, ter voorkoming dat de armoede situatie onherroepelijk zal leiden tot sociale uitbarstingen in ons land.
- Wij dienen onze ogen niet te sluiten voor een stukje maatschappelijke en economische realiteit die er altijd zal bestaan , onafhankelijk van onze politieke gevoelens .
Drs. S. Ch. Mungra, monetair econoom, vml. Minister van Financiën en ex-docent Public Finance aan de Anton de Kom Universiteit.
https://www.starnieuws.com/index.php/welcome/index/nieuwsitem/86466
17 MEI 2025
Santokhi geen voorstander van tweede IMF-programma

President Chan Santokhi is geen voorstander van een tweede programma met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Volgens hem was de samenwerking met het IMF noodzakelijk om Suriname economisch weer op de rails te krijgen, gezien de complexe problemen waarmee het land kampte. Na drie jaar, negen reviews en een strak hervormingsschema, ziet de president liever geen vervolgtraject met het fonds.
Volgens Santokhi is Suriname nu in staat om zelfstandig verder te gaan, met daarbij intensievere samenwerking met de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB), de Wereldbank, de private sector en andere financiële instellingen. Het land is volgens hem voldoende weerbaar en beschikt over de kracht en deskundigheid om de economische ontwikkeling zelfstandig voort te zetten.
In een gesprek met ABC TV gaf Santokhi aan dat de economie van Suriname inmiddels hersteld is. De focus moet nu verschuiven van herstel naar groei. Hij erkende dat de problemen destijds enorm waren en dat het land op dat moment niet in staat was op eigen kracht verder te gaan. De president benadrukte dat de economische groei nu alle sectoren moet bereiken.
Tegelijkertijd waarschuwt hij voor de gevolgen van een IMF-programma. Volgens hem verlies je als land een deel van je soevereiniteit, omdat bepaalde beleidsbeslissingen niet genomen kunnen worden zonder toestemming van het fonds. Santokhi, die tevens lijsttrekker is van de VHP, stelt dat IMF-programma’s regeringen impopulair maken en ertoe kunnen leiden dat zij voortijdig het veld moeten ruimen.
Wat hij verder als een minpunt ervaart, is dat de start van het IMF-programma veel te lang op zich liet wachten. De regering moest vooraf al een reeks maatregelen treffen voordat het fonds überhaupt zou instappen. Terwijl die voorbereidingen in volle gang waren, bleef de daadwerkelijke steun van het IMF uit.
Het duurde bijna acht maanden voordat het hulpprogramma daadwerkelijk van start ging. Als Santokhi dat van tevoren had geweten, zou zijn regering het tempo van de maatregelen hebben aangepast om de maatschappelijke druk te verlichten.
https://www.srherald.com/suriname/2025/05/17/santokhi-geen-voorstander-van-tweede-imf-programma/