Auteur: Angela Fernald
De onderkant van de samenleving legt immers pijnlijk bloot waar de verrotting in het hele systeem zit, de sleutel tot het begrijpen hoe we aan de uiteindelijke ondergang van ons allemaal timmeren.
( Dr. Olivia Rutazibwa)
Elk volk wil niets anders dan een goed en vrij leven. Geef het volk brood en spelen kan daarom tweërlei geïnterpreteerd worden, namelijk hou het volk voor de gek of organiseer het volk zodat zij een hengel krijgt om zelf voort te gaan, zichzelf te ontwikkelen en de samenleving, de omgeving aangenaam en gezellig te maken met bruisende culturele activiteiten waar alle Surinamers van konden genieten. Een keer dus geen politiek, maar leven in de brouwerij. In Suriname is altijd de eerste methode van voor de gek houderij van het volk ingezet vanaf het vertrek van de kolonisator uit het bestuur. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat alleen een advocaat het Constitutioneel Hof om toetsing van kieswet of kiesregeling kon en mocht vragen. Een van bovenaf opgelegde denkwijze, zoals het altijd al was, zal altijd op tegenstand vanuit het volk stuiten. Slimme politici zoals Johan Adolf pengel hadden hier een zeer goede neus voor. Later zouden Desi Bouterse en Ronnie Brunswijk hetzelfde gaan doen. Vandaar mijn visie om van onderaf te beginnen het volk in beweging te krijgen middels decentralisatie van het bestuur. Zo sluit je slimme politici uit die door misbruik van het volk en de eigen achterban slechts de eigen enge belangen dienden. Het probleem is dat het omgedraaid blijft, de politieke top bepaalt, eigen belang eerst en volksbelang telt niet. Desondanks werd er juist door politici van bovenaf geroepen dat het volk zich meer met het bestuurlijke moest bezig houden. Ik verwijs in dit verband naar mijn eerder verschenen artikel in Suriname Nieuwscentrale: ” De decentralisatie movement”, waarin ik juist pleit voor volle beleving van gedecentraliseerd bestuur in wijken, buurten, dorpen en districten om vervolgens vanuit de ressortraden en districtsraden zelf een eigen districtscommissaris te kiezen. Met de feitelijke informatie dat bijna 40% van de Surinaamse samenleving slechts vierde klas lagere school heeft, is het goed te begrijpen waarom Suriname vanaf 1948 een systeem van patronage heeft gehanteerd en propagandisten uit het volk het werk hebben gedaan voor de hogere klasse van politici. Vandaag aan de dag is er niets veranderd, slechts een verschuiving in het politieke spectrum omdat dezelfde denkwijze van het van bovenaf bepalen nog steeds geldend is in de hele structuur van de maatschappij en de politieke partijen. Politieke leiders worden aanbeden en hun wil is wet. Van onderaf de bevolking betrekken en organiseren is een regelrecht gevaar voor de politieke leider. De denkwijze vanuit de leider, dienstbaar en onbaatzuchtig of niet, is een verkeerde denkwijze om een volk te leiden. Het centrale bestuur, politici in Suriname moeten het omdraaien en het volk machtiger en mondiger maken door haar beter en nog meer te organiseren via de eigen structuren. Verdeel-en heers krijgt hierdoor veel minder kans van bestaan wanneer een volk samenwerkt aan haar eigen belang. De hierdoor ontstane eenheid van straat, wijk, dorp, stad, district en binnenland wordt zodoende de grondslag voor een beter Suriname. Burgers zullen zelf elkaar stimuleren tot beter, tekortkomingen zullen worden opgeheven wanneer in de directe praktijk de productiviteit succes boekt door samenwerking tussen politici, volk en bedrijfsleven. Dit wordt bedoeld met het volk heeft de macht, wanneer zij haar eigen woonomgeving gestructureerd en gezamenlijk ter hand neemt over geheel het land. Invloeden van buiten die het volk van alles willen opleggen kunnen zo veel makkelijker tegen gehouden worden. In het binnenland ligt de grootste uitdaging omdat hier de grootste achterstand in maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling is. Het gevaar van herhaling van de geschiedenis om door het eigen volk, in dit geval Marrons i.p.v. Creolen uitgebuit te worden is levensgroot. Zolang ons volk dit niet inziet, zichzelf niet organiseert of het afdwingt van hun politieke partijen, zal er altijd verdeel-en heers bestaan, zal er altijd racisme zijn in Suriname, zal er altijd populisme en lood om oud ijzer zijn en zal altijd alles van bovenaf opgelegd blijven worden. Het is aan de achterban van elke politieke partij om de ressortraden en districtsraden in beweging te krijgen en hun het belang van de bewaking van de beleving van de democratie bij te brengen. Op deze manier zal er van hegemonie door een kleine economische elite geen sprake kunnen zijn, noch van een dictatuur o.l.v. een populistische leider. Veranderen van alles begint bij de organisatie aan de basis, in het veld, in het volle besef dat die mensen het beste hun belangen kunnen begrijpen en beschermen, ook al zijn ze nog zo laag geschoold. En juist hierom dient elke denkwijze vanuit hun directe belangen te vertrekken. Wil je een land ontwikkelen, ontwikkel de basis. Alleen zo is er rust in een land. Het centrale gezag dient dienovereenkomstig te handelen, aanvullingen te doen en invulling te geven aan de wensen en noden van de verschillende gebieden. Polarisatie, afgunst en jaloezie omwille van tegenwerking wordt zo voorkomen en de afstand tussen volk en overheid wordt verkleind. Zolang ons volk wordt bespeeld door de elitaire economische en politieke machtsgroepen zal er altijd heibel en onrust zijn op alle fronten, wat regelrecht indruist tegen de nationale ontwikkeling van het land. Buitenlandse werknemers en gelukszoekers hebben zo vrijbrief om alle kansen die Surinamers laten liggen te benutten. Wij laten zo het kaas van ons brood af eten omdat wij volgzaam onze politieke leiders alle volmacht hebben gegeven. En zo hoeven wij niets te doen, niet te werken en niet te denken, het patronage zo in stand te houden en alsmaar armer en dommer worden. En onze leiders die lachen en worden alsmaar rijker. Tijd om binnen de politieke partij actie te ondernemen in plaats van de straat op te zoeken met activisten die van hetzelfde pak een laken zijn en dezelfde denkwijze erop na houden, onder het mom van het volksbelang te dienen. Iedereen beweert op te komen voor het arme volk maar sinds 1948 is het volk met in 1980 ingezet totaal normverval nog verder van huis af. Dus, President, begeeft u naar het volk, stop met het instellen van allerlei presidentiële commissies want dat werkt niet. Het is slechts een afleidingsmanoeuvre. Binnen uw eigen VHP gelederen is er altijd sprake geweest van economische machtsgroepen. En binnen de ABOP is dat niet anders. De economische machtsgroepen bestookten elkaar middels de politieke oorlog, de SLM en de EBS kwestie. De vice-president Ronnie Brunswijk was slim, zoals Walther Donner dat eerder ook ten aanzien van Jopie Pengel opmerkte in zijn boek “In Broeder Anansie in de politieke arena” (1995) : ” de eenvoudige volksjongen die door politici voor hun politieke karretje gespannen wordt, maar het door zijn slimheid zo weet te spelen dat hijzelf uiteindelijk de touwtjes in handen heeft. Dat deze figuur ‘Anansie’ wordt genoemd is begrijpelijk.
Maar Minister Armand Achaibersing van de VHP was ook slim en had niet voor niets verklaard dat de ABOP bezig was met een politieke strategie. Het doel was om de President te loven en uiteindelijk ten val te brengen. De vice-president zette zijn president met de rug tegen de muur. Zodanig dat voor het niet uiteenspatten van de regering de president genoodzaakt was voor het bedanken van zijn beste paarden: Minister van financiën ARMAND ACHAIBERSING, CEO van de SLM, PAUL DE HAAN, juridisch adviseur van de SLM, PRENOBE BESISSEUR, president commissaris van de SLM, XAVIERA JESSERUN en last but not least de adviseur van de minister van financiën VIREN AJODHIA. Dit in tegenstelling tot het aanblijven bij de SLM van de ongekwalificeerde en disfunctionerende leden van commissarissen van de ABOP onder leiding van ene RUBEN RAVENBERG, die ook nog lid van commissarissen bleek te zijn van de Centrale Bank van Suriname.
De strijd ging dus tussen volksbelang en decentralisatie, de president werd ondermijnt door machtsoplegging door de vice-president en centralisatie vanuit de ABOP. De ABOP had er alle belang bij dat alles bleef zoals het was, zoals in de tijd van Jopie Pengel zodat nu de Marron partij zelf kon gaan oogsten. Daarom is de SLM-COUP op de president gepleegd, die voorstaander was van wijziging van kieswet en kiesstelsel. En helaas, gaf de VHP leider toe en de ABOP kreeg gelijk. De eigen trouwe ploeg die keihard gewerkt had en de VHP en de president had ondersteunt moest het gelag betalen. Hierom moet de oude koloniale denkwijze van non-decentralisatie, ondermijning van volksorganisatie en volksparticipatie door politieke partijen zoals de ABOP zwaar bestreden worden binnen de eigen politieke organisatie. Jonge activisten en intellectuelen zouden het volk moeten wijzen op hun stem binnen de eigen politieke partij, want zolang daar niets verandert zal er ook niets veranderen in het land en zal elke president voor steeds weer dezelfde problemen komen te staan, totdat Suriname is verworden tot een HAITIE of EQUATORIAAL GUINEE.
RONNIE BRUNSWIJK SPEELDE SLIMME POLITIEK
Al meer dan dertig jaren spraken politici over verandering van het kiesstelsel. En precies hier zag de ABOP leiding haar voordeel om het oude te behouden door te stellen dat toen de NPS het bestuurlijk voor het zeggen had er geen behoefte was voor verandering van het kiesstelsel. De achterban werd zorgvuldig opgehitst en uitgespeeld tegen de stadscreool zodat de ABOP volledig kon gaan heersen. Het oude liedje van verdeel- en heers was met de juridische uitspraak van het Constitutioneel Hof politiek aangegrepen door de vice-president en ABOP partijleider Ronnie Brunswijk. De VHP werd al van hegemonie en economische hebzucht uitgemaakt die samen met de NPS wilden heersen in Suriname. Maar wat nog veel erger en heel gevaarlijk was voor de rechtsstaat, is dat zowel de NDP als de ABOP het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht beschuldigden van een VHP bolwerk te zijn, lees: “een hindoestaanse onderdrukkings mechanisme tegen de blaka-man te zijn. Dus werd de ABOP aanval vertaald in een culturele aanval op de blaka man. Vandaar de oproep om de “zwarte” gelederen te sluiten, maar meer nog de Marron gelederen te sluiten. Maar helaas voor de ABOP, de NPS dacht daar anders over. De middenklasse uit de NPS elite had zich nooit vereenzelvigd met het “Hoi-Polloi”, de volksklasse en nog minder met de “Djuka’s de Marrons”. De creool en de Marron waren als vanouds vijanden van elkaar, vandaar dat de eenheid onder de blaka-man nooit gerealiseerd kon worden en dat ook nooit zal worden, daar zowel de NPS als de ABOP niet zonder de VHP het land konden besturen en beiden vochten om de gunst van de VHP. De zwarte middenklasse verschilde in belangen en intellectueel hemelsbreed van de creoolse lagere volksklasse en de Marron broeders. De NPS zag daarom veel meer aansluiting bij de VHP en wilde daarom wijziging van het kiesstelsel zodat de NPS en de VHP de dienst wederom konden uitmaken, economisch, politiek en bestuurlijk. De ABOP echter, voelde deze nattigheid en verzette zich hevig tegen het kiesstelsel, en dus tegen de NPS en tegen de VHP. Hoewel de ABOP zich op natuurlijke wijze vanwege haar instelling van ondernemerschap en productie zich eerder bondgenoot van de VHP voelde dan van de NPS. Deze politieke stoelendans speelde zich af en culmineerde in de SLM GATE, een coup van de ABOP op de president, zodat in eigen VHP gelederen een gat werd geslagen, wat weer resulteerde in het aftreden van de minister van financieën Armand Achaibersing en zijn adviseur Viren Ajodhia.
Maar de slimme vice-president gooide de handschoen niet in de ring. Er werd rustig doorgewerkt en vergadert door de coalitie van VHP, ABOP en NPS, alles in naam van het volk. Maar zonder het volk!
1987
Het jaar dat het kiesstelsel bij referendum werd aangenomen door het volk, samen met de opgedrongen grondwet. dit alles onder het mom van gelijke kansen voor ontwikkeling. Hier ontstond de basis voor het verstevigen van ongelijke kansen, het in stand houden van de achterstand van het lagere volksdeel, het voor de gek houden van een volk door haar instituten op te leggen zonder inhoud, die dode letters en instituten bleven. Er werden in 1987 ook nog 118 districtsraden en 772 ressortraden aan het volk opgedrongen. Ook werd de Nationale Assemblee uitgebreid, van 39 naar 51 zetels. Een geforceerde theoretische decentralisatie die nooit zou werken omdat het van bovenaf werd opgelegd om het volk te misleiden. De NDP dacht hiermee Jopie Pengel te doen herleven met een propaganda machine die haar weerga niet kende in de Surinaamse politieke geschiedenis. De NDP partij leiding en haar loyalisten vestigden langs democratische weg de alleenheerschappij in Suriname. Op 4 juli 1987 werd de NDP opgericht terwijl op 30 september 1987 de grondwet bij referendum werd aangenomen. een doelbewuste strategie dus van Desi Bouterse om Suriname volledig in zijn greep te krijgen.