
President Chan Santokhi heeft gisteren bij de viering van de Dag der Marrons beloofd het volk vanaf de komende maand terug te geven, als erkenning voor de offers die het volk heeft moeten brengen. Dit zei Santokhi tijdens zijn toespraak.
Volgens de president had de regering geen andere keus dan hervormingen door te voeren. “De keuze die we als regering hebben gemaakt, was om hervormingen in het land en de economie te bevorderen. Dit alles met als doel de wisselkoers stabiel te houden, werkgelegenheid langzaam te herstellen en steun te verwerven van internationale instituten. Dit alles met het doel om over drie jaar te kunnen zeggen dat stabiliteit is bereikt.”
Hij deelde mee dat er nu stabiliteit is bereikt, maar dit ging gepaard met opofferingen. “Het Surinaamse volk heeft offers gebracht en we hebben een moeilijke beslissing genomen. Nu is het tijd om iets terug te geven aan het volk, voor wat ze heeft moeten doorstaan,” voegde hij eraan toe.
Hij benadrukte dat er al gesprekken zijn gevoerd met vakbonden en dat er overeenstemming is bereikt om maatregelen te nemen om de koopkracht te versterken, de pensioenen te verhogen, evenals de Algemene Kinderbijslag (AKB) en de Algemene Ouderdomsvoorziening (AOV). Salarissen zullen ook geleidelijk worden verhoogd, dit is de richting die de regering de komende periode zal volgen. “Dit jaar zullen we het volk beetje bij beetje teruggeven wat hen toekomt,” benadrukte hij. In het komende jaar zal de situatie aanzienlijk verbeterd zijn.
Santokhi gaf verder aan dat het land nu door onszelf wordt bestuurd. “We hebben het land in eigen handen en de vraag is wat we gaan doen met de goudvoorraden, de bossen, de olie en het gas, en alle andere rijkdommen. We kunnen nu niet langer anderen de schuld geven. Laten we beleid ontwikkelen waarin staat dat natuurlijke hulpbronnen toebehoren aan de natie, zoals de grondwet voorschrijft.”
Er is ook al een start gemaakt met de regulering van de goudsector. De opbrengsten zullen worden gebruikt voor de ontwikkeling van de bossen. Hij deelde mee dat de regering ook al is begonnen met de regulering van de goudsector. “We zullen winst maken van milieucriminaliteit en die inkomsten zullen terugvloeien naar de gemeenschap in dat gebied. Dit is een van de doelen van deze regering. Op de dag van vandaag kunnen we allemaal bijdragen aan de versterking van onze natie, en dat is iets dat we moeten blijven doen,” aldus Santokhi.
Toespraken Marrondag ademen optimisme uit

Vicepresident Ronnie Brunswijk legt een krans bij het Plein van 10 oktober. Hij voerde aan dat de nakomelingen van de voorouders uit Afrika hun plek hebben veroverd. |

VHP: Dag der Marrons van grote historische betekenis

INGEZONDEN
Sinds 10 oktober 1974 wordt de ‘Dag der Marrons’ herdacht in Suriname, Frans-Guyana en ook elders in de wereld. Een gedenkdag die ons terugvoert naar het jaar 1760 toen de stam der Okanisi als eerste vrede sloot met de blanke overheersers in Paramaribo. Hierna volgden er nog drie vredesverdragen met verschillende marronstammen in ons land.
De dag van 10 oktober werd op aanbevelen van marronhistoricus André Pakosie en in overleg met de granmans die samen het traditionele gezag vormden, officieel gekozen tot de Dag der Marrons. Tegenwoordig wordt deze dag vanwege haar grote historische betekenis, herdacht als nationale feestdag.
“De VHP erkent de belangrijke historische bijdrage die de marrons in Suriname geleverd hebben gedurende verschillende momenten in onze geschiedenis”
Immers, deze dag staat niet slechts symbool voor de vrede die een einde maakte aan de jacht op groepen weggevluchte marrons, de dag staat ook symbool voor de heldhaftige strijd die onze marron voorouders gevoerd hebben tegen de ernstige onderdrukking door de koloniale overheersers. Een strijd die uiteindelijk in 1860 bij het ondertekenen van het laatste vredesverdrag met de stam der Aluku’s, erin resulteerde, dat de vier grote marrongemeenschappen niet meer vervolgd en aangevallen zouden worden in hun woon- en leefgebieden.
De vrijheidsstrijd, gevoerd door de voorouders van de marrons, heeft er uiteindelijk in geresulteerd dat het binnenland van Suriname, een gebied dat vroeger getypeerd werd als onherbergzaam en onbegaanbaar, heden ten dage bewoond wordt door grote groepen binnenlandbewoners. Deze groepen die al honderden jaren veelal in stamverband leven langs de grote rivieren van ons binnenland, nemen een bijzondere positie in binnen onze Surinaamse gemeenschap. Ze leven op traditionele wijze en houden er gebruiken, rituelen en tradities op na die voor de culturele diversiteit van Suriname van onschatbare waarde zijn.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de regering onder leiding van president Santokhi er alles aan doet om nog binnen deze regeerperiode het grondenrechten vraagstuk dat voor de groepen in stamverband levenden, van groot belang is op te lossen. Dit zal namelijk betekenen dat de rechtspositie van deze groepen mensen die in stamverband leven, in de toekomst beter geregeld wordt. Hierdoor zal hun traditionele leefwijze niet bedreigd worden door personen of bedrijven die gebieden rondom hun woon- en leefgemeenschap occuperen en voor eigen gewin inzetten.
De VHP erkent de belangrijke historische bijdrage die de marrons in Suriname geleverd hebben gedurende verschillende momenten in onze geschiedenis. Een bijdrage die gekenmerkt wordt door heldhaftige strijd tegen onrecht. Helaas zien we vandaag de dag dat vele mensen van marron afkomst woonachtig in het binnenland, maar ook in de kustvlakte, te kampen hebben met zeer uitdagende leefomstandigheden.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de regering er alles aandoet om deze groep tegemoet te komen in het verbeteren van hun leefomstandigheden. Zo zijn verschillende marrondorpen in het binnenland de afgelopen drie jaar voorzien geworden van veilig drinkwater en van elektriciteit. Ook wordt er hard gewerkt aan het brengen van kwalitatief onderwijs naar ons binnenland. Gezien de enorme achterstanden, is dit geen gemakkelijke taak.
De VHP wenst de gehele Surinaamse gemeenschap, maar in het bijzonder onze marronbroeders en -zusters, een vreugdevolle en waardige viering toe van de Dag der Marrons.
VHP
https://dwtonline.com/vhp-dag-der-marrons-van-grote-historische-betekenis/
BEP: Dag van solidariteit en inspirerend leiderschap

De inspanningen en offers, maar meer nog de boodschap van de strijd van de voorvaders van de marrons moeten wij met z’n allen goed begrijpen, ons eigen maken en dus op gepaste wijze voortzetten en excelleren. Ook vanuit nationaal en algemeen belang gegeven zijn hun idealen en waarden waaronder solidariteit en inspirerend leiderschap nog steeds actueel en waardevol voor duurzame ontwikkeling van ons geliefd land.
Met gepaste trots kijken wij terug op de strijd van de voorouders en vrijheidsstrijders van de Marrons. Wij wensen de totale samenleving, in het bijzonder de Marrongemeenschap overal ter wereld, een vrede- en bezingsvolle dag toe.
NDP: Nooit meer onderdrukking

De strijd van de voorouders, tegen onderdrukking werd ook over de gehele wereld gevoerd waar er sprake was van onderdrukking van de tot slaaf gemaakten.
De NDP erkent het recht van vrijheid en heeft daarom in 2010, de Dag der Marrons, onder regering Bouterse, officieel erkend als nationale feestdag. Door de zwaar bevochten strijd van de voorouders van de tot slaaf gemaakten hadden de koloniale overheersers geen keus dan om hen de afgedwongen vrijheid te geven.
Suriname is een land waar wij samen met diverse groepen in eenheid en saamhorigheid dienen te wonen en leven.
De NDP wenst de Surinaamse samenleving en in het bijzonder de Marrons, een vreugdevolle en bezinningsdag toe.
De Nationale Democratische Partij
DNA-voorzitter: Belang van elke Surinamer waarborgen

DNA-voorzitter Marinus Bee |
Marinus Bee
NPS: Nu strijden voor ontwikkeling

Deze belangrijke nationale feestdag staat in het teken van herdenking en eerbetoon aan de dappere strijders, die een buitengewone bijdrage hebben geleverd aan het vrije Suriname waarin we vandaag leven. Op 10 oktober 1760, precies 263 jaar geleden, werd de basis gelegd voor de uiteindelijke afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863. Met diezelfde vastberadenheid hebben vooraanstaande Surinamers in de vorige eeuw succesvol gestreefd naar een onafhankelijk Suriname.
Wij erkennen en waarderen de rol van de Marrons in de geschiedenis van ons land. De tot slaaf gemaakte Afrikanen hebben met onverschrokken moed gestreden voor vrijheid en zelfbeschikking in de bossen van Suriname. De vredesverdragen die in de 18e eeuw werden gesloten, markeren een keerpunt in onze geschiedenis en symboliseren de triomf van vastberadenheid over onderdrukking.
Gezien de prijs die wij als samenleving in het verleden hebben betaald, zouden we anno 2023 niet meer mogen tolereren dat burgers gebukt gaan onder zulke slechte sociale omstandigheden dat ze nauwelijks kunnen genieten van een menswaardig bestaan. Als de gemiddelde Surinamer in Paramaribo het al zo moeilijk heeft om rond te komen, de situatie is voor grote gemeenschappen in het binnenland ronduit nijpend.
Vrijheid en zelfbeschikking zijn niet alleen universele rechten van de mens, maar vormen ook het fundament van de nationale eenheid die de NPS nastreeft. We blijven daarom voortdurend pleiten voor het overbruggen van de etnische, culturele en religieuze verschillen in onze unieke samenleving, zodat we als natie gezamenlijk kunnen werken aan de ontwikkeling van land en volk.
Het is een algemeen bekend feit dat de NPS al decennialang zowel vanuit de regering als van buitenaf de nadruk legt op het belang van sociale ontwikkeling op verschillende gebieden, waaronder onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, armoedebestrijding en sociale rechtvaardigheid.
Terwijl we vandaag de moedige strijd van de Marrons voor vrijheid in Suriname herdenken, willen we benadrukken dat we allemaal, ongeacht onze achtergrond, een aandeel en verantwoordelijkheid hebben in het vormgeven van Suriname, het land waarmee we door het lot verbonden zijn.
Mede-Surinamers,
De zwaarbevochten vrijheid is inmiddels bereikt. Laten we het tot onze nieuwe missie maken om samen te strijden voor ontwikkeling en sociale rechtvaardigheid voor alle Surinamers, ‘hoe wij hier ook samen kwamen’, zoals we in ons volkslied zingen.
De NPS feliciteert de gehele Surinaamse samenleving, en in het bijzonder de Marrongemeenschappen, met de herdenking van de Dag van de Marrons.
Namens de NPS
Gregory Rusland
Voorzitter
ABOP: Bundeling Marrons van groot belang

Met een goede samenwerking onderling, kan er meer gerealiseerd worden voor deze groep Surinamers. Met de vooruitgeschoven positie van de partijvoorzitter, Ronnie Brunswijk, in de regering is tijdens deze regeerperiode al veel gedaan voor deze doelgroep. Verbeterde drinkwatervoorziening, elektrificatie en recent nog de campussen in Marowijne en Para, zijn enkele zaken die gerealiseerd zijn. De kroning van Ronnie Brunswijk tot koning van de Afrikaanse diaspora in Suriname, heeft een de samenbundeling van de Marrons in een stroomversnelling geplaatst. Immers de kroning heeft met ondersteuning van alle Marrongroepen plaatsgevonden.
De bijdrage van de Marrons in de samenleving kan niet worden onderkend. Onder meer op het gebied van toerisme leveren zij een grote bijdrage. Met het behoud van hun eigen cultuur en tradities, vormen zij een directe link met de voorouders. Echter moeten zij ook meeliften in de vooruitgang die Suriname meemaakt en in de toekomst zal meemaken, zonder dat aan de cultuur en tradities getornd wordt.
Om meer zekerheden te verschaffen aan deze groep Surinamers, wordt het grondenrechten vraagstuk steeds op de agenda geplaatst. De ABOP heeft dat als een speerpunt opgenomen. Op de politieke partijen thans vertegenwoordigd in het parlement, wordt het dringend beroep gedaan zich in te zetten voor het bereiken van consensus, zodat de grondenrechten van inheemse en tribale volkeren wettelijk beschermd kunnen worden.
Ook dit zal weer onder de aandacht van de regering worden gebracht, zodat er verder gegaan kan worden met de verdere ontwikkeling van het achterland.
De ABOP wenst aan alle Surinamers, maar in het bijzonder de Marronbroeders en -zusters een gepaste viering van de Dag der Marrons toe.









Suriname verdient helemaal geen herstelbetalingen
| snc.com | Door: Redactie

Excuses voor het slavernijverleden doen onzinnig aan. Helaas zijn ze ook niet vrijblijvend. Zogenaamde slachtoffers proberen munt te slaan uit het overtrokken schuldgevoel van Nederlandse bestuurders, schrijft Gerry van der List.
Voor koningsgezinden met een conservatieve inborst en gezond politiek verstand was 1 juli een zwarte dag. Op die datum wordt Keti Koti gevierd. Dit is een feestje voor Surinamers en Antillianen dat op enorme sympathie van de officiële instanties in Nederland mag rekenen. De publieke omroep maakt er altijd veel tijd voor vrij. De lage kijkcijfers laten dan zien dat de viering van de afschaffing van de slavernij de meeste Nederlanders nauwelijks interesseert.

Gerry van der List (1961) werkt sinds 1 mei 1999 bij EW.
Lees meer Gerry van der List
Dit jaar bestond er toch flinke belangstelling van de blanke buitenwacht. De verwachting was dat de Koning excuses zou aanbieden voor het slavernijverleden. Willem-Alexander bleek zelfs nog verder te willen gaan. In een regenachtig Oosterpark in Amsterdam vroeg hij nederig om vergiffenis. Kranten lieten de maandag erna een reeks hooggeplaatste personen aan het woord die deze koninklijke actie erg prezen.
De veelbesproken kloof tussen elite en volk openbaarde zich hier weer eens overduidelijk. Geert Wilders wierp zich, als zo vaak, op als vox populi en twitterde dat de Koning niet namens hem excuses had aangeboden. De PVV-voorman liet eerder al geen gelegenheid onbenut om zijn ergernis te uiten over de reeks slavernij-verontschuldigingen aan Nederlandse zijde.
WAS DE VERGIFFENIS-TOESPRAAK VAN DE KONING WEL ZO’N GOED IDEE?
DE KONING HEEFT ZELF PART NOCH DEEL AAN DE SLAVERNIJ
Wilders strijdt helaas een verloren strijd. De vaderlandse autoriteiten blijken weerloos tegen het excuses-virus. Toch is het een intellectuele en morele noodzaak om te blijven wijzen op de onzinnigheid van het aanbieden van verontschuldigingen voor daden in een ver verleden waaraan je zelf part noch deel hebt.
Af en toe waait de maatschappelijke antenne van zijn paleis en dan is er voor de Koning inderdaad reden om het boetekleed aan te trekken. Zoals toen hij midden in coronatijd naar Griekenland vloog om lekker vakantie te vieren. Daarmee ernstige twijfels zwaaiend over zijn wijsheid en zijn gevoel van verbondenheid met zijn onderdanen. Maar Willem-Alexander mag niet verantwoordelijk worden gehouden voor wat zich in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden afspeelde en voor wat zijn voorouders wellicht hebben misdaan.
HOE SLAVERNIJMUSEUM KAN PROFITEREN VAN AMERIKAANSE VOORBEELDEN
DE EXCUSES VAN 1 JULI WERKEN EERDER SPLIJTEND DAN VERBINDEND
Geregeld klinkt de bewering dat al die excuses van banken, burgemeesters, kabinet en staatshoofd ‘verbindend’ werken. Dit is een verkeerde voorstelling van zaken. Feitelijk gaat het om een onredelijke knieval voor een kleine luidruchtige groep van belanghebbenden.
Het is zeker een democratische deugd om rekening te houden met de wensen en klachten van minderheden. Daarom is het goed dat er gehoor wordt gegeven aan het verlangen om aandacht te besteden aan het onrecht dat die minderheden in het verleden is aangedaan. Zwarte bladzijden in de vaderlandse geschiedenis moeten dus aan de orde komen in het onderwijs en in de media. Maar kabinet en koningshuis die zich in het stof wentelen om verre nazaten van slaven een plezier te doen, gaan een stap te ver. Zij vervreemden zich van al die Nederlanders die dit begrijpelijkerwijs een gênante vertoning vinden en die voelen dat de royale excuses op 1 juli eerder een splijtend dan verbindend effect hebben.
GERLOF LEISTRA BEZOCHT PARAMARIBO: HET WARE GEZICHT VAN SURINAME
DE ELLENDE IN SURINAME IS GEHEEL VAN EIGEN MAKELIJ
Het maken van excuses wil nog weleens een vrijblijvend karakter hebben. In dit geval dreigt het evenwel een kostbare aangelegenheid te worden. Zowel in Nederland als overzee willen zogenaamde slachtoffers van het slavernijverleden de kassa zien rinkelen. Zij proberen munt te slaan uit het overtrokken schuldgevoel van Nederlandse bestuurders. Suriname bijvoorbeeld eist geld voor ‘reparatie’, met als argument dat het land nog erg veel last heeft van vroegere koloniale praktijken.
Maar zo’n halve eeuw geleden kende de oud-kolonie een redelijk functionerende samenleving en economie. De rampspoed begon toen het kabinet-Den Uyl in 1975 overhaast de onafhankelijkheid doordrukte, inclusief een kwijtschelding van schulden en de toezegging van miljarden guldens aan ontwikkelingshulp.
Daarna ging het snel bergafwaarts. Corrupte en criminele politici kregen het voor het zeggen en leidden het grondstoffenrijke land naar de rand van de afgrond. De ellende is geheel van eigen makelij. Herstelbetalingen verdient Suriname dus helemaal niet.
https://surinamenieuwscentrale.com/suriname-verdient-helemaal-geen-herstelbetalingen
Hindostanen in Nederland ongezien en ongehoord

Waar ging die column over en wat is de achtergrond van dit boek?
“De essentie van de column was dat de koloniale geschiedenis meer is dan slavernij doch dat in het publieke debat in Nederland uitsluitend aandacht is besteed aan slavernij. Het boek is een uitwerking van deze vaststelling. Maar wij wilden naast een parallelle geschiedschrijving van Hindostanen onder de aandacht brengen. Wij wilden ook inzichtelijk maken hoe de verschillende Hindostaanse gemeenschappen in Nederland, Suriname en India nog steeds met elkaar verbonden zijn”.
Ik heb de indruk dat dit boek vooral gelezen moet worden door beleidsmakers en beoordelaars van subsidieaanvragen in het kader van het slavernijverleden, waarvoor verschillende overheden en instanties zoals De Nederlandse Bank, geld hebben gereserveerd.
“Dat zou hen zeker sieren, maar ik heb niet de indruk dat ze open staan voor andere gezichtspunten of andere groepen uit de koloniën. Nederland is opgenomen in een hype die grenst aan hysterie als het gaat om koloniale geschiedenis, maar die geschiedenis is willens en wetens – ook door de academische geschiedschrijvers – gereduceerd tot de geschiedenis van de slavernij.
Creolen vinden dat Hindostanen zich niet met hun slavernijgeschiedenis moeten bemoeien. Jullie proberen juist een verbinding te maken. Hoe?
“Al vanaf het begin van de negentiende eeuw stelden planters slaven vrij. Dat gebeurde om verschillende redenen zoals slaven die overtollig of ziek waren en van wie het onderhoud op de planter kwam te rusten. Zo rond de afschaffing van de slavernij in 1863 was ongeveer een derde van het aantal slaven vrijgesteld. Een deel van deze mensen kon worden ingezet als vrije arbeiders maar zij waren schaars en dus duur. Het gouvernement streefde daarom naar de creatie van een reserve van loonarbeiders die elkaar zou kunnen beconcurreren en het loonpeil naar beneden zou gaan. Om onbekende redenen gebeurde dat niet. Om zo’n arbeidsreserve te creëren begon het gouvernement met de immigratie van Chinese contractarbeiders in 1853 en van West-Indische arbeiders. Vanaf 1873 begon het contractarbeid van Hindostanen en vanaf 1890 van Javanen. Deze mensen konden allemaal een stukje land krijgen in de buurt van een plantage opdat zij als arbeidsreserve dienst konden doen.
Kunt u voorbeelden geven van vooroordelen die ontzenuwd worden in dit boek?
“Creolen roepen dat Hindostanen een stuk grond en een premie van honderd gulden kregen als zij zich in Suriname als boer vestigden. Maar al in 1842 werd een wet ingevoerd die de vrijgestelde slaven een stuk grond in de buurt van Paramaribo bood en een premie variërend van 100 tot 500 gulden als zij de grond naar tevredenheid hadden bebouwd. Het idee dat Hindostanen door de Hollandse kolonialen zijn verwend met een startkapitaal en de voormalige slaven niet, berust op een hardnekkig misverstand”.
We zijn anderhalve maand na jullie boekpresentatie verder. Inmiddels hebben we 5 juni en 1 juli met excuses nu ook van de koning achter de rug. Wat is je opgevallen?
Een paar zaken vallen op, maar die zaten er al aan te komen: de exclusieve aandacht voor de slavernij, alsof alleen dat telde; dat de koning – gemeten met de normen van nu – naar het verleden terugkijkt en niet alleen excuses maakt maar ook vergiffenis vraagt alsof hij ergens te biecht is gegaan; het triomf van de Creoolse gemeenschap wat nauw samenhangt met haar sterk toegenomen etnisch bewustzijn; de ondersteuning door Nederlandse politici, gemeenten en maatschappelijk middenveld; het vooruitzicht om te rekenen op nog meer geld. Wat betreft de Hindostaanse immigratieviering, die heeft veel minder aandacht van de media, overheden en andere instellingen gekregen. Op het nieuws was het slechts een item.
Na de excuses en spijtbetuiging van de koning zijn er in dit herdenkingsjaar tot juli 2024 nog meer activiteiten. Hoe zou de aandacht voor de Hindostaanse immigratie ingepast kunnen worden?
“Ik heb twijfels of we excuses moeten willen hebben. Het zijn nu de Creolen, dan de Hindostanen, dan de Javanen of andere groepen, dan de boeren, dan de homo’s, dan de vluchtelingen – het is een gebed zonder eind. En bij elk excuus moet een bedrag worden gekoppeld. Het resultaat is alleen dat een paar zzp-ers steenrijk worden en dat er enkele hoge functies worden gecreëerd voor mensen uit die gemeenschappen en dat ze rustig blijven. Nee, ik heb liever dat de hele koloniale geschiedschrijving wordt herzien, dat die wordt gekoppeld aan kwesties als mensenrechten en de multiculturele samenleving, dat er nieuwe leermiddelen worden ontwikkeld en dat er nieuwe cohorten leerkrachten worden opgeleid. Dan heb je de resultaten geborgd”.
Dank voor dit interview.
roy.khemradj@gmail.com
Jaswina Elahi & Ruben Gowricharn. Ongezien Ongehoord-Hindostanen in de Nederlandse koloniale geschiedenis is uitgebracht door Walburgpers en kost € 25. Zie voor andere titels over het slavernijverleden: www.walburgpers.nl

Met deze tekst bood Willem-Alexander excuses aan voor het slavernijverleden
Dames en heren, hier in het Oosterpark, op het Museumplein, in Suriname, in het Caribische deel van ons Koninkrijk en waar ter wereld u ook meekijkt.
“Binnen der Stadt van Amstelredamme ende hare vrijheydt, zijn alle menschen vrij, ende gene slaven.” Zo luidde de officiële bepaling uit 1644. Samen met u sta ik hier in de stad die de vrijheid al eeuwenlang boven alles liefheeft. De hoofdstad van een land dat in de loop van de geschiedenis steeds weer heeft gestreden tegen tirannie en onderdrukking.
Maar wat binnen deze stad en binnen dit land vanzelfsprekend was, gold buiten onze grenzen niet. Hier was slavernij verboden. Overzee niet. Van alle vormen van onvrijheid is slavernij wel het meest kwetsend, het meest vernederend, het meest mensonterend. Een medemens zien als koopwaar waarover je naar goeddunken kunt beschikken. Als een willoos werktuig om winst mee te maken. Dat je kunt vastketenen, verhandelen, brandmerken, afbeulen, straffen, straffeloos doden zelfs.

Zo bood de koning excuses aan voor het slavernijverleden
De afgelopen tijd hebben de koningin en ik veel gesprekken gevoerd, in Nederland en op de eilanden in het Caribische deel van het Koninkrijk. We hebben gesproken met mensen die hun wortels hebben in Suriname en ook met mensen die een binding hebben met Indonesië. Onder hen mensen die maar drie generaties terug hoeven te gaan voor een familielid dat in slavernij werd geboren. Zij hebben ons duidelijk gemaakt hoezeer de pijn nog steeds in de haarvaten zit.
Dankzij het werk van gedreven onderzoekers weten we steeds meer over het Nederlandse slavernijverleden. We weten dat meer dan 600.000 mensen op Nederlandse schepen uit Afrika over de Atlantische Oceaan werden vervoerd om te worden verkocht als slaaf of te worden ingezet op plantages. 75.000 van hen overleefden de oversteek niet. We weten óók over de omvangrijke slavenhandel oostwaarts, in gebieden onder VOC-bewind. En we weten over de wreedheden tegen de inheemse bevolking in de koloniën.
Maar er is ook zoveel wat we niet weten. In de archieven zijn veelal wel de dorre cijfers overgeleverd. Ze tonen ons de feiten door de bril van de boekhouder. Maar de stemmen van de tot slaaf gemaakten zijn verwaaid in de wind. Zij lieten nauwelijks sporen na.
Het wekt ontzag dat niet weinigen van hen de kracht vonden om in opstand te komen, ook al was het vaak met de moed der wanhoop. Verzetsstrijders als Boni, Baron en Joli-Coeur daagden vanuit de uitgestrekte bos- en moerasgebieden in Suriname het onmenselijke slavernijsysteem uit. Hun heldhaftigheid – en die van vele anderen – getuigt van trots en kracht die niet te breken is.
Heel soms is de stem van een zwarte vrijheidsstrijder via geschreven bronnen aan ons overgeleverd. Zoals de stem van Tula, de leider van de opstand van 1795 op Curaçao. Vijf maanden geleden waren wij samen met onze oudste dochter op de plek waar hij woonde en werkte: de toenmalige plantage Knip. Hoe redelijk en menselijk klinken Tula’s woorden in onze moderne oren. Hij beriep zich op de idealen van de Franse Revolutie en de gelijkheid van alle mensen, ongeacht hun kleur. “Wij willen niemand kwaad doen’, zei hij. “Wij verlangen niet anders dan onze vrijheid.” Het antwoord van het bevoegd gezag was bruut en genadeloos. Tula werd als straf geradbraakt en onthoofd.
Wij dragen de gruwelijkheid van het slavernijverleden met ons mee. De gevolgen daarvan zijn vandaag nog steeds te voelen in racisme in onze samenleving. Op 19 december vorig jaar heeft de minister-president namens de Nederlandse regering excuses aangeboden voor het feit dat mensen in naam van de Nederlandse staat eeuwenlang tot handelswaar zijn gemaakt, zijn uitgebuit en mishandeld.
Vandaag sta ik hier voor u. Als uw koning en als deel van de regering maak ik vandaag deze excuses zelf. Ze worden door mij met hart en ziel intens beleefd. Maar voor mij is er daarnaast nog een andere persoonlijke dimensie. Slavenhandel en slavernij worden erkend als een misdaad tegen de menselijkheid. De stadhouders en de koningen van het Huis van Oranje-Nassau hebben hier niets tegen ondernomen.
Ze handelden binnen het kader van wat toen wettelijk geoorloofd werd geacht. Maar het slavernijsysteem illustreerde het onrecht van die wetten. De Tweede Wereldoorlog heeft ons geleerd dat je je niet tot het uiterste achter wetten kunt verschuilen wanneer medemensen tot beesten worden gereduceerd en aan de willekeur van machthebbers zijn overgeleverd. Op een gegeven moment groeit de morele plicht om op te treden. Temeer daar slavernij hier in Europees Nederland strikt verboden was. Wat in de koloniën en in de handel overzee normaal werd gevonden en op grote schaal werd gepraktiseerd en aangemoedigd, was hier niet toegestaan. Dat wringt.
Het onafhankelijke onderzoek waartoe ik heb besloten, zal méér licht werpen op de precieze rol van het Huis van Oranje in de koloniale geschiedenis en de slavernij. Maar voor het overduidelijke gebrek aan handelen tegen deze misdaad tegen de menselijkheid, vraag ik vandaag, op deze dag dat we samen het Nederlands slavernijverleden herdenken, vergiffenis.
Ik realiseer me heel goed dat lang niet iedereen dezelfde gevoelens heeft bij deze herdenking. Er zijn ook inwoners van Nederland die het aanbieden van excuses zo lang na de afschaffing van de slavernij overdreven vinden. Zij ondersteunen echter in overgrote meerderheid wél de strijd voor gelijkwaardigheid van alle mensen, ongeacht kleur of culturele achtergrond.
Daarom wil ik u vragen: stel uw hart open voor al die mensen die hier vandaag niet zijn, maar die wél samen met u willen werken aan een samenleving waarin iedereen volwaardig kan meedoen. Respecteer dat er verschillen zijn in beleving, achtergrond en voorstellingsvermogen.
Tijdens de gesprekken die de koningin en ik hebben gevoerd met nazaten van tot slaaf gemaakten, zei een van hen: “We moeten los van de verkramptheid. Fouten maken mag.” Iemand anders zei: “Laten we het ongemak omarmen.” Er is geen blauwdruk voor het proces van heling, verzoening en herstel. We betreden samen nieuw gebied. Laten we elkaar steunen en vasthouden!
Het is vandaag zestig jaar geleden dat een groep Surinaamse Nederlanders door de binnenstad van Amsterdam trok met spandoeken waarop stond ‘Ketie Kotie fri moe de’. Zij ontstaken het herdenkingsvuur dat wij vandaag brandend houden. Dit is een belangrijke dag voor iedereen die een binding heeft met Suriname, óók degenen van wie de voorouders als contractarbeiders naar de kolonie kwamen.

Koningspaar en prinses Amalia bezoeken slavenhuisjes op Bonaire
Ik hoop dat de nakomelingen van tot slaaf gemaakten en van hen die gedwongen arbeid verrichtten in andere delen van de wereld zich vandaag opgenomen voelen in dit samenzijn. Dat zij zich evenzeer gehoord voelen. Mensen uit het Caribische deel van het Koninkrijk. En de vele Nederlanders die een binding hebben met Indonesië en die de pijn van grof onrecht in het verleden met zich meetorsen.
We hebben allemaal onze eigen familiegeschiedenis. Onze eigen emoties. Onze eigen culturele traditie die houvast geeft. Onze rituelen die troosten, symbolen die bemoedigen, woorden van wijsheid die weerklinken in ons hart. Al die tradities zijn kostbaar en verdienen respect. Maar laten we in het verlengde daarvan elkaar de hand reiken en samen bouwen aan een wereld zonder racisme, discriminatie en economische uitbuiting.
Na erkenning en excuses mogen we samen werken aan heling, verzoening en herstel. Zodat we uiteindelijk allen trots kunnen zijn op alles wat we delen. En kunnen zeggen:
Ten kon drai. Tijden zijn veranderd. Den Ketikoti, brada, sisa. De ketenen zijn verbroken, broeder, zuster. Ten kon drai. Tijden zijn veranderd. Den Ketikoti, fu tru! De ketenen zijn verbroken, echt waar!
President: Nationale reactie komt op excuses koning

President Chan Santokhi en de Nederlandse vicepremier tevens minister van Buitenlandse Zaken, Wopke Hoekstra, begroeten elkaar bij Kwakoe. (Foto’s: Ranu Abhelakh) |


Santokhi heeft geen tijdlijn gepresenteerd voor wanneer de “nationale reactie” te verwachten. Er waren heel wat activiteiten gisteren. Er zijn bloemen gelegd bij Kwakoe. De rode draad van diverse toespraken was het vormen van eenheid en bewustwording. Vanuit Naks is er een prodowaka gehouden naar Kwakoe. In het centrum van Paramaribo zijn duizenden gaan “chillen en wandelen”. Op het goed gevulde Onafhankelijkheidsplein zijn er tot laat optredens geweest.
A20: Start maken met nieuw tijdperk

Van fysieke vrijheid naar geestelijke vrijheid
A20 gelooft dat hoewel Suriname staatkundig onafhankelijk is en onze voorouders de prijs hebben betaald om fysiek vrij te zijn, Suriname nog steeds geestelijk gebonden is in het denken van onze voormalige machthebbers. Vanuit haar christelijke principes gelooft zij dat Bijbels na 4 generaties (elke generatie duurt 40 jaar), Suriname geestelijk bevrijd moet worden door een nieuwe manier van denken. Herdenking 160 jaar afschaffing slavernij, zal voor ons dus in het licht moeten staan van het starten van een nieuw soort denken.
Geen overwinning zonder offers!
Het kan Anders, wan tra fas’ dé!
NPS: Zich inzetten voor een groter doel

De wrange boodschap uit dit slavenverhaal geeft aan dat er steeds een situatie was van elkaar willen redden en niet om de anderen onaangenaam te zijn. De fysieke bevrijding was een belangrijk beginpunt, maar het traject verder wordt nu nog uitgezet en bewandeld. Geen eenvoudige taak wanneer wij in ogenschouw nemen dat ruim 400 jaren lang de mensen zijn ontnomen van het meest essentiële dat hen tot mens maakt namelijk hun cultuur.
Het gaat om 15 tot 20 miljoen mensen wiens identiteit, religie, taal, tradities, om maar enkele te noemen waren afgepakt. Ze werden als waardeloos aangemerkt en waren slechts de inventaris van de slavenmeesters. Het slavernijverleden en de koloniale tijd hebben diep doorgewerkt.
Hoe verder?
Wij zijn nu op het geestelijk punt beland, waarbij gezamenlijk antwoord gegeven moet worden op deze vraag. Het antwoord is simpel; ERKENNING!
De roep is dat men zich moet inzetten voor een groter doel. Pas dan kan waarde gehecht worden aan de excuses. Pas dan heb je een bijdrage geleverd. Pas dan kan uit volle borst gesteld worden: “Wij gaan verder.” Het laatste woord over het slavernijverleden en the way forward is in elk geval nog niet gezegd. Laten wij blijven werken aan het verbeteren van de positie van de nazaten van tot slaafgemaakte Afrikanen en de Inheemsen.
De NPS
Gregory Rusland
voorzitter
BEP benadrukt belang reparatieproces en eenheid

Viering 160 jaar afschaffing slavernij

Het slavernijverleden heeft nog steeds een aanzienlijk effect op de Afro-Surinaamse gemeenschap. Sociaal gezien heeft het slavernijverleden bijgedragen aan de vorming van sociale ongelijkheid en raciale discriminatie. Afro-Surinamers worden nog steeds geconfronteerd met structurele barrières en beperkte kansen op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid en huisvesting. Er bestaan nog steeds diepgewortelde stereotypen, vooroordelen en institutioneel racisme die de sociale mobiliteit van de Afro-Surinaamse gemeenschap belemmeren.
Op economisch gebied heeft het slavernijverleden geleid tot ongelijkheid in welvaart en eigendom. Na de afschaffing van de slavernij hadden Afro-Surinamers vaak beperkte toegang tot land, middelen en kapitaal, waardoor economische ongelijkheid is ontstaan die nog steeds voortduurt. Deze ongelijkheid manifesteert zich in lagere inkomens, hogere werkloosheidscijfers en beperkte economische kansen voor de Afro-Surinaamse gemeenschap.
Cultureel gezien heeft het slavernijverleden een diepgaande invloed op de culturele identiteit en het zelfbewustzijn van Afro-Surinamers. Het heeft bijgedragen aan het behoud van culturele tradities, zoals religie, taal, muziek en dans, die dienen als een bron van trots en veerkracht.
Psychologisch gezien heeft het slavernijverleden traumatische gevolgen gehad voor de Afro-Surinaamse gemeenschap. Het leed en de brutaliteit van de slavernij hebben diepe wonden achtergelaten die generaties lang zijn doorgegeven.
Ondanks deze uitdagingen heeft de Afro-Surinaamse gemeenschap veerkracht getoond en blijft ze streven naar gelijkheid, rechtvaardigheid en empowerment. Er zijn inspanningen gaande om de erfenis van het slavernijverleden aan te pakken, zoals bewustwording, onderwijs, politieke betrokkenheid en sociale mobilisatie. Organisaties en individuen zetten zich in voor de bevordering van gelijke rechten, economische empowerment en erkenning van het slavernijverleden.
De erkenning van het slavernijverleden speelt een cruciale rol in het emancipatorisch proces van de samenleving. Het is een belangrijk onderdeel van haar zoektocht naar sociale rechtvaardigheid, herstel en de bevordering van gelijkheid en inclusie. Door het slavernijverleden te erkennen, kunnen de historische onrechtvaardigheden en de impact ervan op de huidige sociale en economische ongelijkheden, beter worden begrepen. Het biedt een mogelijkheid om de complexe erfenis van slavernij te onderzoeken en te analyseren, en de structuren en overtuigingen die voortkwamen uit dit donker verleden aan te pakken.
De erkenning van het slavernijverleden helpt ook bij het bevorderen van een collectief bewustzijn en identiteit binnen de samenleving. Het biedt de mogelijkheid om het culturele erfgoed en de bijdragen van de Afro-Surinaamse gemeenschap te (her)waarderen en te vieren. Het moedigt de ontwikkeling van een gedeelde geschiedenis aan die alle etniciteiten in Suriname omvat, en draagt bij aan het versterken van de culturele trots en het gevoel van eigenwaarde. Bovendien kan de erkenning van het slavernijverleden de basis leggen voor onderwijsprogramma’s die een eerlijke en nauwkeurige weergave van de geschiedenis bevorderen, en die een beter begrip en waardering voor culturele diversiteit bevorderen.
De erkenning van het slavernijverleden is echter slechts een eerste stap in het emancipatorisch proces. Het moet worden gevolgd door concrete maatregelen en initiatieven die gericht zijn op het bevorderen van gelijkheid, herstelbetalingen, economische empowerment en sociale rechtvaardigheid voor de nakomelingen van de tot slaaf gemaakten. Het is een voortdurende inspanning die een diepgaande verandering in de samenleving vereist.
Het slavernijverleden was een centraal onderdeel van het koloniale systeem en kan niet los worden gezien van de economische, sociale, culturele en politieke structuren die in die periode zijn ontwikkeld. Het is belangrijk om deze verbinding te erkennen en te begrijpen om een volledig beeld te krijgen van het koloniaal verleden en de gevolgen ervan op de hedendaagse Surinaamse samenleving. Het stelt ons in staat om een eerlijke en kritische dialoog te voeren over de erfenis van het kolonialisme.
De viering van 160 jaar van de afschaffing van de slavernij biedt de gelegenheid om de strijd tegen slavernij te herdenken, eer te betuigen aan degenen die hebben geleden onder het slavernijsysteem en de bijdragen van de Afro-Surinaamse gemeenschap aan de ontwikkeling van Suriname te erkennen. Het is ook een moment van reflectie op de voortdurende strijd voor sociale rechtvaardigheid en gelijkheid, aangezien de erfenis van de slavernij nog steeds doorwerkt in de huidige samenleving.
De herdenking is een katalysator voor verdere inspanningen om ongelijkheid aan te pakken, de rechten van iedereen in de samenleving te waarborgen en te streven naar een inclusieve en rechtvaardige samenleving. Het herdenkt de vrijheid van de Afro-Surinaamse gemeenschap en biedt een kans om samen vooruit te kijken naar een betere toekomst.
Vincent Roep
Toespraak koning Willem-Alexander bij herdenking 160 jaar Keti Koti
01 Jul, 2023
Koning Willem-Alexander benadrukte dat de ketenen echt zijn verbroken. |
Dames en heren, hier in het Oosterpark, op het Museumplein, in Suriname, in het Caribische deel van ons Koninkrijk en waar ter wereld u ook meekijkt.
‘Binnen der Stadt van Amstelredamme ende hare vrijheydt, zijn alle menschen vrij, ende gene slaven” Zo luidde de officiële bepaling uit 1644. Samen met u sta ik hier in de stad die de vrijheid al eeuwenlang boven alles liefheeft. De hoofdstad van een land dat in de loop van de geschiedenis steeds weer heeft gestreden tegen tirannie en onderdrukking.
Maar wat binnen deze stad en binnen dit land vanzelfsprekend was, gold buiten onze grenzen niet. Hier was slavernij verboden. Overzee niet. Van alle vormen van onvrijheid is slavernij wel het meest kwetsend, het meest vernederend, het meest mensonterend. Een medemens zien als koopwaar waarover je naar goeddunken kunt beschikken. Als een willoos werktuig om winst mee te maken. Dat je kunt vastketenen, verhandelen, brandmerken, afbeulen, straffen, straffeloos doden zelfs.
De afgelopen tijd hebben de Koningin en ik veel gesprekken gevoerd, in Nederland en op de eilanden in het Caribische deel van het Koninkrijk. We hebben gesproken met mensen die hun wortels hebben in Suriname en ook met mensen die een binding hebben met Indonesië. Onder hen mensen die maar drie generaties terug hoeven te gaan voor een familielid dat in slavernij werd geboren. Zij hebben ons duidelijk gemaakt hoezeer de pijn nog steeds in de haarvaten zit.
Dankzij het werk van gedreven onderzoekers weten we steeds meer over het Nederlandse slavernijverleden. We weten dat meer dan 600.000 mensen op Nederlandse schepen uit Afrika over de Atlantische Oceaan werden vervoerd om te worden verkocht als slaaf of te worden ingezet op plantages. 75.000 van hen overleefden de oversteek niet. We weten óók over de omvangrijke slavenhandel oostwaarts, in gebieden onder VOC-bewind. En we weten over de wreedheden tegen de inheemse bevolking in de koloniën.
Maar er is ook zoveel wat we niet weten. In de archieven zijn veelal wel de dorre cijfers overgeleverd. Ze tonen ons de feiten door de bril van de boekhouder. Maar de stemmen van de tot slaaf gemaakten zijn verwaaid in de wind. Zij lieten nauwelijks sporen na.
Het wekt ontzag dat niet weinigen van hen de kracht vonden om in opstand te komen, ook al was het vaak met de moed der wanhoop. Verzetsstrijders als Boni, Baron en Joli-Coeur daagden vanuit de uitgestrekte bos- en moerasgebieden in Suriname het onmenselijke slavernijsysteem uit. Hun heldhaftigheid – en die van vele anderen – getuigt van trots en kracht die niet te breken is.
Heel soms is de stem van een zwarte vrijheidsstrijder via geschreven bronnen aan ons overgeleverd. Zoals de stem van Tula, de leider van de opstand van 1795 op Curaçao. Vijf maanden geleden waren wij samen met onze oudste dochter op de plek waar hij woonde en werkte: de toenmalige plantage Knip. Hoe redelijk en menselijk klinken Tula’s woorden in onze moderne oren. Hij beriep zich op de idealen van de Franse Revolutie en de gelijkheid van alle mensen, ongeacht hun kleur. “Wij willen niemand kwaad doen’, zei hij. “Wij verlangen niet anders dan onze vrijheid.” Het antwoord van het bevoegd gezag was bruut en genadeloos. Tula werd als straf geradbraakt en onthoofd.
Wij dragen de gruwelijkheid van het slavernijverleden met ons mee. De gevolgen daarvan zijn vandaag nog steeds te voelen in racisme in onze samenleving. Op 19 december vorig jaar heeft de minister-president namens de Nederlandse regering excuses aangeboden voor het feit dat mensen in naam van de Nederlandse staat eeuwenlang tot handelswaar zijn gemaakt, zijn uitgebuit en mishandeld.
Vandaag sta ik hier voor u. Als uw Koning en als deel van de regering maak ik vandaag deze excuses zelf. Ze worden door mij met hart en ziel intens beleefd. Maar voor mij is er daarnaast nog een andere persoonlijke dimensie. Slavenhandel en slavernij worden erkend als een misdaad tegen de menselijkheid. De stadhouders en de koningen van het Huis van Oranje-Nassau hebben hier niets tegen ondernomen.
Ze handelden binnen het kader van wat toen wettelijk geoorloofd werd geacht. Maar het slavernijsysteem illustreerde het onrecht van die wetten. De Tweede Wereldoorlog heeft ons geleerd dat je je niet tot het uiterste achter wetten kunt verschuilen wanneer medemensen tot beesten worden gereduceerd en aan de willekeur van machthebbers zijn overgeleverd. Op een gegeven moment groeit de morele plicht om op te treden. Temeer daar slavernij hier in Europees Nederland strikt verboden was. Wat in de koloniën en in de handel overzee normaal werd gevonden en op grote schaal werd gepraktiseerd en aangemoedigd, was hier niet toegestaan. Dat wringt.
Het onafhankelijke onderzoek waartoe ik heb besloten, zal méér licht werpen op de precieze rol van het Huis van Oranje in de koloniale geschiedenis en de slavernij. Maar voor het overduidelijke gebrek aan handelen tegen deze misdaad tegen de menselijkheid, vraag ik vandaag, op deze dag dat we samen het Nederlands slavernijverleden herdenken, vergiffenis.
Ik realiseer me heel goed dat lang niet iedereen dezelfde gevoelens heeft bij deze herdenking. Er zijn ook inwoners van Nederland die het aanbieden van excuses zo lang na de afschaffing van de slavernij overdreven vinden. Zij ondersteunen echter in overgrote meerderheid wél de strijd voor gelijkwaardigheid van alle mensen, ongeacht kleur of culturele achtergrond.
Daarom wil ik u vragen: stel uw hart open voor al die mensen die hier vandaag niet zijn, maar die wél samen met u willen werken aan een samenleving waarin iedereen volwaardig kan meedoen. Respecteer dat er verschillen zijn in beleving, achtergrond en voorstellingsvermogen.
Tijdens de gesprekken die de Koningin en ik hebben gevoerd met nazaten van tot slaaf gemaakten, zei een van hen: “we moeten los van de verkramptheid. Fouten maken mag.” Iemand anders zei: “laten we het ongemak omarmen.” Er is geen blauwdruk voor het proces van heling, verzoening en herstel. We betreden samen nieuw gebied. Laten we elkaar steunen en vasthouden!
Het is vandaag zestig jaar geleden dat een groep Surinaamse Nederlanders door de binnenstad van Amsterdam trok met spandoeken waarop stond ‘Ketie Kotie fri moe de’. Zij ontstaken het herdenkingsvuur dat wij vandaag brandend houden. Dit is een belangrijke dag voor iedereen die een binding heeft met Suriname, óók degenen van wie de voorouders als contractarbeiders naar de kolonie kwamen.
Ik hoop dat de nakomelingen van tot slaaf gemaakten en van hen die gedwongen arbeid verrichtten in andere delen van de wereld zich vandaag opgenomen voelen in dit samenzijn. Dat zij zich evenzeer gehoord voelen. Mensen uit het Caribische deel van het Koninkrijk. En de vele Nederlanders die een binding hebben met Indonesië en die de pijn van grof onrecht in het verleden met zich meetorsen.
We hebben allemaal onze eigen familiegeschiedenis. Onze eigen emoties. Onze eigen culturele traditie die houvast geeft. Onze rituelen die troosten, symbolen die bemoedigen, woorden van wijsheid die weerklinken in ons hart. Al die tradities zijn kostbaar en verdienen respect. Maar laten we in het verlengde daarvan elkaar de hand reiken en samen bouwen aan een wereld zonder racisme, discriminatie en economische uitbuiting.
Na erkenning en excuses mogen we samen werken aan heling, verzoening en herstel. Zodat we uiteindelijk allen trots kunnen zijn op alles wat we delen. En kunnen zeggen:

ABOP wijst op belang natievorming

De ABOP wenst eenieder een bezinningsvolle Manspasi Dei toe.
Koning Willem-Alexander biedt excuses aan voor slavernijverleden

De Nederlandse koning Willem-Alexander heeft zojuist ‘sorry’ gezegd voor het wrede koloniale verleden. Nederland heeft ruim 550.000 mensen uit Afrika tot slaafgemaakt. (Beeld: NOS) |
Velen in het publiek raakten emotioneel tijdens de toespraak van de koning. De excuses zijn met luid applaus ontvangen. De Nederlandse premier Mark Rutte bood vorig jaar december al namens zijn regering excuses aan voor wat de slaafgemaakten is aangedaan.
https://www.starnieuws.com/index.php/welcome/index/nieuwsitem/76401
PRO: Meer waardering tot slaafgemaakten via onderwijs

Vandaar de benaming ‘Emancipatie’ of ‘Manspasi’ voor de wettelijke afschaffing van de slavernij. De tot slaafgemaakten waren niet langer gelijk aan ‘goederen’ of ‘vee’ maar erkent als mens door de blanke onderdrukkers. Dat herdenken en vieren we.
Relatief sinds kort groeit de bewustwording over in hoeverre het slavernijverleden negatief doorwerkt op de sociaal-economische en maatschappelijke kansen van nazaten van Afrikaanse tot slaafgemaakten. Als er wordt geleefd zonder gedegen historisch besef, dan is er sprake van ‘onwetendheid’, hoe ‘hooggeschoold’ je ook bent.
SPA: Samen moderne uitbuiting en onderdrukking tegengaan

Heden ten dage hebben wij nog te kampen met verschillende uitdagingen op het gebied van onderdrukking en uitbuiting in Suriname, daarom wil de SPA u met een positieve boodschap moed inspreken. Wij onderstrepen dat de moderne manier van onderdrukking en uitbuiting van de arbeidende mensen in alle vormen voorkomt.
Samen met zuivere denkers en uitvoerders op de voorlinie, kunnen wij in eenheid en met geloof in eigen kunnen ook deze periode achter ons zetten. Laten wij bewust kiezen voor de opbouw van ons geliefd land Suriname. Laten wij strijden zodat de generaties die na ons volgen een zorgeloze toekomst hebben. Laten wij samen die moderne uitbuiting en onderdrukking tegengaan en samenwerken aan een beter Suriname.
Op deze bijzondere dag bestaat de SPA 36 jaar. 36 jaren lang is ons streven en één van de doelstellingen van de SPA om op te komen voor de arbeidende mens.
Wij willen u op het hart drukken om de komende verkiezingen te kiezen voor leiders die het algemeen belang in acht nemen, met liefde en doorzettingsvermogen Suriname naar grotere hoogte brengen op de ontwikkelingsladder. Laten wij samen als echte Srananmans kiezen voor een stabiele groei en ontwikkeling van onze toekomstige generaties. Samenwerken loont.
Gedenken keti koti van onschatbare waarde

CCK staat stil bij het slavernijnverleden en de rol van de kerk

Het Comité Christelijke Kerken, waarin verschillende christelijke denominaties participeren, heeft vanuit haar christelijk geweten de taak op zich genomen om op grond van haar geschiedenis, bijzonder stil te staan bij het slavernij verleden en de rol van de Kerk daarbij. De tot slaafgemaakten uit Afrika moesten onder andere produceren voor de Europese markten. Ze werden weg geroofd uit hun leef- en cultuuromgeving. Na een traumatische ervaring van gevangenneming moesten ze een bootreis afleggen onder onmenselijke omstandigheden over de oceaan en belandden ze uiteindelijk op plantages in de kolonies. Ze werden toen naar lichaam en ziel uitgebuit. Hun menselijke waardigheid werd de tot slaafgemaakten helemaal ontnomen. Wie over dit alles hoort kan zich de verschrikkingen moeilijk eigen maken.
Waar was de Kerk toen en welke rol heeft de Kerk hierin gespeeld?
De Kerk heeft als instituut jammer genoeg ook een rol in dit slavernijverleden vervuld. Zendelingen en daarna predikanten en missionarissen hebben bewust meegeholpen aan instandhouding van het verwerpelijk mensonterend systeem van uitbuiting, uitsluiting en discriminatie. De Bijbel werd misbruikt om slavernij te rechtvaardigen. Toegegeven moet worden dat er bijbelteksten zijn, die zich daarvoor lenen en dan ook regelmatig als ‘wapens’ werden ingezet om de slavernij te verdedigen. Maar dat was niet Gods bedoeling met Zijn Woord!
Wij zijn allen geroepen om vrij te zijn, maar misbruik die vrijheid niet en dien elkaar in liefde. Zo heeft God het met een ieder bedoeld. Zonder onderscheid des persoon! De lijfelijke slavernij is al honderdzestig jaar geleden afgeschaft, maar er zijn moderne vormen van slavernij ontstaan die eveneens ingrijpen in de waardigheid van de mens. Daarom blijft de boodschap van bevrijding en verlossing van slavernij relevant in onze samenleving en in het bijzonder in onze kerken.
Het CCK zal zich daarvoor inzetten samen met anderen, die hetzelfde doel nastreven. Voor onder andere verandering van het negatief zelfbeeld, die vele nazaten van de tot slaafgemaakten nog met zich meedragen. Verder onszelf te blijven herinneren aan het beeld van God in ieder mens, het helpen verlichten van de nog voelbare pijn bij velen binnen onze samenleving en het streven naar verzoening door met elkaar in gesprek te gaan over deze pijnpunten. Aangezien het bij de kerk gaat om de totale mens, kan zij zich niet aan deze opdracht onttrekken. We moeten naar een situatie toe waar alle bevolkingsgroepen in onze samenleving moeten kunnen zingen “Fu rust en vrede musu de na kondre alasey.
VHP: Excuses start van nieuw begin

30 juni 2023 Vlissingen wilde geen slavernijmonument, maar heeft het nu toch
Voorstellingen, wandelingen en exposities in het kader van afschaffing slavernij
Keti Koti uitbundig gevierd in het theater
Door ESTHER KLEUVER
:quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/619e173e-14c4-11ee-92e9-0217670beecd.jpg)
Keti Koti, de viering van de officiële afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863, wordt steeds grootser gevierd. Door heel Nederland worden activiteiten georganiseerd en zo’n zestig instellingen, variërend van schouwburgen tot musea, hebben zich inmiddels aangesloten bij Theater voor Keti Koti (TvKK).
In Leeuwarden wordt Un dia nobo – Wan nyun dey – In nije dei gespeeld.
Ⓒ FOTO LUCAS KEMPER
In Den Haag zijn er theatervoorstellingen zoals Tijd zal ons leren, waarin actrice Romana Vrede je meeneemt in haar persoonlijke verhaal én de magische verhalen van de verzetshelden die hebben gestreden voor vrijheid. Van de Veenfabriek is Koken voor Amba (6+) te zien. Aan de hand van de Surinaamse keuken wordt de familiegeschiedenis van de 10-jarige Amba verteld. Begeleid door swingende liedjes wordt het spoor van Amba’s familie terug in de tijd gevolgd: van Nederland via Suriname naar West-Afrika. Jacintha Groen maakt ondertussen smakelijke Surinaamse verjaardagstraktaties.
Het is alweer de zesde keer dat Het Nationale Theater een uitgebreid Keti Koti – wat ’verbroken ketenen’ betekent – programma heeft samengesteld. Naast deze voorstellingen kun je ook nog mee met een speciale stadswandeling en in de Koninklijke Schouwburg klinkt er de hele week muziek.
Pijnlijk
Theatergroep Aluin en Raymi Sambo Maakt brengen in de Schuur in Haarlem de voorstelling Ik zeg toch sorry. Zes acteurs komen hierin bij elkaar om de viering van de afschaffing van de slavernij na te spelen. Wat het inleven in deze historische personages doet met de acteurs zelf, hoe ze zich tot het onderwerp verhouden in deze tijd en of het van invloed is op hun onderlinge verhoudingen, wordt langzaam en pijnlijk duidelijk. Want al snel blijkt dat de acteurs niet altijd raad weten met het standpunt van hun personage, laat staan met de mening van hun collega’s. Wat betekent het om anno nu ’sorry’ te zeggen voor iets wat zo lang geleden lijkt?
’Ik zeg toch sorry’ is geselecteerd voor het Theaterfestival 2023, als een van de meest indrukwekkende voorstellingen van het afgelopen seizoen.
Ⓒ FOTO SANNE PEPER
Deze voorstelling, die eerder dit seizoen al te zien was, is geselecteerd voor het Theaterfestival 2023 als een van de meest indrukwekkende voorstellingen van het afgelopen seizoen. Actrice Urmie Plein is genomineerd voor de prestigieuze Colombina, de prijs voor de beste vrouwelijke bijrol.
Oer-Hollands
Regisseuse Victorine Plante: „Ik vind het een groot gemis dat ik op school zo weinig heb geleerd over dit verleden. Ik kon het daarom best makkelijk op afstand houden. Letterlijk op afstand, dat gebeurde lang geleden. Toen ik me ging verdiepen, bleek alles aan dit verleden oer-Hollands te zijn: de economische motieven, de angst om ergens voor te betalen, de angst om je verleden onder ogen te komen. Ik probeer met Ik zeg toch sorry deze angst te overwinnen, niet meer bang te zijn om toe te geven dat deze bladzijden pikzwart zijn. Ik zeg ook sorry. Omdat ik het zo lang op afstand heb gehouden.
In Theater Het Pakhuis in Hoorn vertelt actrice Nel Lekatompessy over de dag dat haar ouders vanuit het verre Indonesië in de haven van Rotterdam aankwamen. Aan de spulletjes van opa en oma kleven vaak de meest bijzondere verhalen. Dat geldt ook voor een oud Verkade-blik in Biskoewit Verkade (8+).
De Kast
En in de tuin van Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden wordt de muzikale voorstelling Un dia nobo – Wan nyun dey – In nije dei gespeeld. In de voorstelling wordt ook een speciaal voor de gelegenheid gemaakte versie van het bekende Friese lied In nije dei van De Kast gebracht.
Yuli Minguel, die het nummer samen met Hiske Oosterwijk ten gehore brengt, vertaalde het nummer in het Papiaments, „Ik vind het essentieel om met theater dit belangrijke onderwerp op een menselijk niveau te kunnen delen”, aldus Minguel.
Bediende
In de voorstelling is te zien hoe Es (Yuli Minguel) en Wietske (Hiske Oosterwijk) zijn belast met de beveiliging van een bijzonder kunstwerk. Wanneer in Sideron, een zwarte bediende van Marijke Meu, in de keramieken lijst tot leven komt, leidt hij hen langs de slavernijgeschiedenis van Curaçao, Suriname, Afrika en Friesland.
Naast de voorstelling organiseert ’A Guide to Leeuwarden’ een speciale stadswandeling over het koloniale verleden van Leeuwarden.
De wandeling start bij het Stadhouderlijk Hof en eindigt bij het Keramiekmuseum Princessehof.
’Theater voor Keti Koti’ vindt plaats van 29 juni t/m 1 juli door heel Nederland. Voor het volledige programma: theatervoorketikoti.nl





26 juni 2023 Festiviteiten herdenking afschaffing slavernij ingeluid
22 juni 2023 Op Keti Koti worden voortaan de Nederlandse, Surinaamse en de vlaggen van de voormalige Nederlandse Antillen gehesen
23 juni 2024 Eigen optocht Zuidoost naar nationale herdenking Oosterpark