NDP LEENCULTUUR EEN VICIEUZE CIRCEL (txt)

LEES OOK: ‘Wij willen ook niet dat de regering lam is’ 

VSB wil wettelijk ontwikkelingsplan om nieuwe schuldenval te voorkomen

De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) maakt zich ernstig zorgen over de recente ontwikkelingen rond de wijziging van de Wet op de Staatsschuld en de signalen uit het SEOB-bulletin van het ministerie van Financiën en Planning. Volgens de organisatie is het verruimen van de leenruimte zonder harde kaders en zonder koppeling aan een langetermijnstrategie “een gevaarlijk pad” dat Suriname opnieuw kan opzadelen met ondraaglijke schulden.

De VSB herinnert eraan dat het land al eerder de gevolgen heeft gevoeld van consumptief leengedrag. Het verruimen van het leenplafond in het verleden leidde tot economische recessie en noodgedwongen samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). “Grote delen van de samenleving zijn hierdoor wezenlijk verarmd, en een groot aantal bedrijven heeft de Covid-nasleep en de lokale economische recessie niet overleefd,” stelt de organisatie.

Volgens de VSB mogen schulden nooit een doel op zich zijn, maar moeten ze aantoonbaar bijdragen aan duurzame ontwikkeling. “Schulden zijn geen strategie. Leningen moeten ontwikkelingsfaciliterend zijn en leiden tot groei, werkgelegenheid en weerbaarheid,” benadrukt de organisatie.

De VSB waarschuwt dat de verwachte inkomsten uit de opkomende olie- en gassector geen vrijbrief mogen vormen voor roekeloos lenen. Integendeel, de organisatie ziet dit als een momentum om te investeren in de juiste randvoorwaarden: “onder meer in educatie, gezondheidszorg, infrastructuur en local content.”

Oproep aan regering en samenleving
De organisatie doet een dringende oproep aan de regering en andere maatschappelijke partners om gezamenlijk te werken aan een breed gedragen langetermijnontwikkelingsplan. Dat plan moet, volgens de VSB:
– tot stand komen in samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, vakbeweging, wetenschap en maatschappelijk middenveld;
– wettelijk worden verankerd, zodat het niet wordt beïnvloed door politieke grilligheid;
– concrete doelen bevatten in lijn met de Sustainable Development Goals (SDG’s);
– en gepaard gaan met versterking van instituties als de Belastingdienst, Bureau voor de Staatsschuld, Rekenkamer, Planbureau en Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS).

Zonder visie en wettelijke borging dreigt de toekomst van Suriname opnieuw “gegijzeld te worden door schulden”, aldus de VSB. “Met een wettelijk geborgd ontwikkelingsplan kan Suriname de olie- en gasinkomsten van morgen omzetten in duurzame ontwikkeling.”

De organisatie sluit af met een oproep tot transparantie en brede participatie. “Alleen door openbaarheid van bestuur en actieve betrokkenheid van alle stakeholders kan het vertrouwen worden hersteld en de toekomst van Suriname veiliggesteld.”

De VSB benadrukt haar bereidheid om samen met de regering te werken aan een evenwichtig beleid “dat gedragen wordt door alle segmenten van de samenleving.”

https://www.srherald.com/suriname/2025/10/13/vsb-wil-wettelijk-ontwikkelingsplan-om-nieuwe-schuldenval-te-voorkomen/

Gevaarlijk spel met schuldenplafond

09 OKTOBER 2025

In De Nationale Assemblée (DNA) is een nieuwe wetswijziging aangenomen die het schuldenplafond van de overheid moet verhogen. De initiatiefnemers van deze wetswijziging, afkomstig uit de coalitie, stellen dat de maatregel noodzakelijk is om de begroting enigszins sluitend te krijgen en de lopende verplichtingen van de overheid na te komen.

Achter deze redenering schuilt echter een groot gevaar: schulden kunnen worden aangewend om consumptieve uitgaven te financieren, zoals salarissen, toelagen en andere vergoedingen, evenals de aanschaf van auto’s, het betalen van buitenlandse reizen en de inkoop van diverse goederen. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling, omdat schulden op die manier niet bijdragen aan economische groei, maar enkel de toekomstige lasten van de samenleving vergroten.

Volgens de meest recente cijfers van het Bureau voor de Staatsschuld bedraagt de totale overheidsschuld inmiddels 94,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp), oftewel SRD 138,3 miljard. Ter vergelijking: in 2020 bedroeg de schuld zelfs 125 procent van het bbp. Door prudent beleid van de vorige regering is de staatsschuld afgenomen, maar nu gaan we weer de andere kant op.

Het nieuwe wetsvoorstel heeft als doel deze overschrijding achteraf te legaliseren en de regering opnieuw de ruimte te geven om extra leningen aan te gaan. Daarmee wordt feitelijk een vrijbrief gecreëerd voor onbeperkt lenen. Burgers hebben de afgelopen jaren aan den lijve ondervonden wat de gevolgen zijn van een hoge staatsschuld: het levensonderhoud wordt steeds duurder.

De rol van het Bureau voor de Staatsschuld is in dit proces bijzonder opmerkelijk. Als operationeel orgaan van het ministerie van Financiën is het Bureau niet onafhankelijk, maar fungeert het als uitvoerende arm van de overheid. Toch is het advies van dit Bureau medebepalend geweest voor de totstandkoming van de wet. Dit betekent dat de regering in feite haar eigen controlemechanisme adviseert en legitimeert. In een goed functionerende democratie zou een dergelijk orgaan juist onafhankelijk moeten opereren om belangenverstrengeling en politiek opportunisme te voorkomen.

Volgens berekeningen zal de overheid in 2026 alleen al USD 400 miljoen moeten betalen aan rente en aflossingen — bijna één derde van alle overheidsuitgaven. Elke dollar die naar rente gaat, is een dollar minder voor een school, een ziekenhuis of een weg.

Het Suriname Economic Oversight Board (SEOB) heeft al gewaarschuwd voor de gevolgen van deze wetswijziging. Volgens het SEOB vergroot de nieuwe wet het morele risico aanzienlijk: ze maakt het te gemakkelijk voor regeringen om nieuwe leningen aan te gaan zonder voldoende parlementaire controle.

De gevolgen van een te hoge staatsschuld zijn desastreus. Naarmate de schulden stijgen, verliezen geldschieters — zoals Oppenheimer en andere investeerders — het vertrouwen en eisen zij hogere rentetarieven als compensatie voor het grotere risico. Hierdoor stijgen de kosten van toekomstige leningen nog verder, waardoor een steeds groter deel van de begroting opgaat aan het betalen van rente, in plaats van aan productieve uitgaven.

Het verlies aan vertrouwen in de Surinaamse dollar (SRD) is een tweede, even dodelijk effect. Wanneer de overheid steeds meer geld leent of creëert, daalt de waarde van de SRD. De wisselkoers ten opzichte van harde valuta’s zoals de Amerikaanse dollar en de euro verzwakt, waardoor importgoederen – brandstof, voedsel, medicijnen – duurder worden. Dit wakkert de inflatie verder aan en vergroot de druk op gezinnen die toch al moeite hebben om rond te komen.

Om de schuldenlast te kunnen dragen, blijven de overheid vaak slechts twee pijnlijke opties over: belastingen verhogen of uitgaven verlagen. Beide maatregelen remmen de economische groei af en treffen vooral de zwakkeren in de samenleving. De combinatie van inflatie, hogere belastingen en bezuinigingen zorgt voor een dramatische daling van de koopkracht. De middenklasse verarmt, en steeds meer gezinnen zakken onder de armoedegrens.

Suriname heeft de afgelopen jaren met veel moeite en offers stappen gezet richting herstel en stabiliteit. Die vooruitgang mag niet worden opgeofferd aan kortetermijnpolitiek en onverantwoorde leningen. De voorgestelde wetswijziging is niet zomaar een technische aanpassing – het is een gevaarlijke sprong terug richting financieel slecht bestuur.

Als dit beleid doorgaat, zal de schuldenberg niet alleen onze economie, maar ook het vertrouwen van het volk in zijn eigen toekomst verpletteren. Suriname heeft geen nieuwe schulden nodig. Het heeft nieuw beleid, discipline en integriteit nodig. Alleen dan kan het land zich bevrijden van de ketenen van schuld en de weg inslaan naar gezonde, duurzame groei.

David Dewdath MSc

https://www.starnieuws.com/index.php/welcome/index/nieuwsitem/88605