zaterdag 19 oktober 2024; 5:54 am
in Actueel

661
SHARES
3.7k
VIEWS
Share on FacebookShare on Twitter
Tekst en beeld Bentik Paulus
PARAMARIBO — “Onze filosofie is dat om dit beroep goed te kunnen uitoefenen je up-to-date moet zijn over de nieuwe ontwikkelingen in het rechtssysteem.” Om die reden biedt het Centrum voor Democratie en Rechtspleging (CDR) niet alleen post-doctorale opleidingen aan de togaberoepen (rechters, advocaten en vervolgingsambtenaren) en notarissen aan, maar verzorgt het ook trainingen en organiseert het workshops, lezingen en conferenties organiseert. Dat houdt secretaris Gaetano Best de Ware Tijd voor bij de ingebruikname van het nieuwe onderkomen in het historische pand op de hoek van de Mr. Dr. J. C. de Miranda- en Lim A Postraat.
Volgens Best probeert het CDR hierdoor een bredere kijk te krijgen dan alleen het juridische. “Het doel is om ook het maatschappelijke middenveld te betrekken door samen met de niet-juristen na te gaan wat zij als duurzame democratie ervaren en welke bedreigingen ze zien. We willen de mensen blijven interesseren en informeren over de juridische ontwikkelingen.”
“Het doel is om ook het maatschappelijke middenveld te betrekken door samen met de niet-juristen na te gaan wat zij als duurzame democratie ervaren en welke bedreigingen ze zien”Gaetano Best
Een uitdaging is wel dat mensen die weinig of geen juridische kennis hebben de opleidingen niet kunnen volgen. Dit wordt opgevangen door trainingen die het CDR aanbiedt, zoals de leergang ‘Praktijk voor niet-juridische professionals’ voor HBO- of universitair geschoolden of professionals uit verschillende sectoren die in hun dagelijkse werkzaamheden te maken hebben met juridische vraagstukken, maar de nodige juridische achtergrond of ervaring missen. Deze groep bestaat uit assistenten van advocaten of personen die op een juridische afdeling van een organisatie of ministerie werken.
Historisch pand
Na lang onderhandelen met de ministeries van Justitie en Politie en Onderwijs, Wetenschap en Cultuur kon het CDR het gerestaureerde historische pand betrekken. Bij de officiële opening waren onder meer vertegenwoordigers van het Hof van Justitie, het Openbaar Ministerie, de Surinaamse Orde van Advocaten en het Constitutioneel Hof aanwezig.
Het CDR is sinds haar oprichting gevestigd geweest in de bovenverdieping van het pand op de hoek van de Klipstenen- en Henck Arronstraat. Maar omdat dat gebouw niet meer voldeed, moest er naar andere huisvesting worden uitgekeken. De nieuwe locatie staat in het hart van het juridische centrum van Paramaribo.
Met de ingebruikname van de nieuwe huisvesting zijn alle activiteiten van het CDR gecentraliseerd. Zo zullen lessen, die tot vóór kort deels bij Asewa Otono Bezinnings- en Vormingscentrum werden verzorgd, nu in het eigen pand worden gegeven. Ook zal er vanuit het centrum meer aandacht zijn voor het stimuleren van het debat over onderwerpen die het belang van de democratie, de rechtstaat en de kwaliteit van de rechtspleging onderstrepen.
Oprichting
Het CDR is op 17 augustus 1989 door de jurist Lilian Gonçalves-Ho Kang You opgericht als stichting Juridische Samenwerking Suriname-Nederland. Die naam werd op 17 augustus 2020 gewijzigd in de huidige.
De bibliotheek van het CDR is vernoemd naar haar echtgenoot, Kenneth Gonçalves, als eerbetoon aan hem en de drie andere advocaten John Baboeram, Eddy Hoost en Harold Riedewald, die op 8 december 1982 om het leven zijn gebracht bij de Decembermoorden.
CDR-voorzitter Dirk Currie heeft bij de opening Gonçalves-Ho Kang You, nu erevoorzitter en voorzitter van de raad van toezicht, bedankt voor haar inzet vanaf de oprichting. Hetzelfde deed hij met Ineke de Miranda, die vanaf het prille begin samen met Gonçalves-Ho Kang You heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het CDR. Currie betrok in zijn dankwoord ook de groepen die het voortbestaan van het centrum garanderen en tevens de grootste afnemers zijn van diens diensten.
Het huidige bestuur wordt gevormd door Currie, Best, Mariëtte Tjong A Ten (penningmeester) en de leden Carmen Rasam, Hugo Fernandes Mendes, Lynden Ferdinand en Sandra Bradley.

Conferentie ‘Duurzame democratie’ reikt handvaten aan voor versterking rechtstaat
woensdag 16 oktober 2024; 10:03 am
in Actueel

De eendaagse conferentie van het Centrum voor Democratie en Rechtspleging (CDR) in Hotel Torarica heeft met inleidingen van rechtsgeleerden en het maatschappelijke middenveld bijgedragen aan een beter begrip en versterking van wat onder ‘rechtstaat’ verstaan moet worden en hoe die functioneert. Hoofdspreker en rechtstaat geleerde Ybo Buruma, lid van de Nederlandse Hoge Raad, ging voornamelijk in op het verschil tussen ‘rule of law’ en ‘rule by law’.
Tekst Wilfred Leeuwin
Beeld Justitie en Politie
In het ene geval is het de onafhankelijke rechter (rechterlijke macht) die oordeelt over rechtsgeschillen en in het andere geval is het bijvoorbeeld de dictatuur die gebruikmaakt van wetgeving, maar zich niet houdt aan de wet. “Dictators maken ook gebruik van wetten, omdat hun ambtenaren moeten weten wat ze moeten doen, maar de dictator voelt zich niet aan die wetten gebonden”, zei Buruma.
“Recht dat te lang uitblijft, wordt als onrecht ervaren”Gaetano Best
De conferentie had vanuit maatschappelijk oogpunt een extra dimensie als het gaat om de plaats van de media in de rechtstaat. Voorzitter Dirk Currie van het CDR benadrukte in zijn openingsrede dat in een goede democratie van de staatsmachten, de bekende trias politica (scheiding der machten), de media belangrijk zijn om de samenleving te informeren. Daardoor kan die gemeenschap een goed functionerende burgerparticipatie organiseren als ondersteuning van een duurzame democratie.
Rechtstaat
In de hedendaagse definitie van een rechtstaat wordt bepaald dat de Grondwet de grondrechten in een democratische rechtstaat waarborgt. De vier kenmerken zijn daarbij het legaliteitsbeginsel waar machtsuitoefening plaatsvindt middels een bestel van wetten, scheiding van de staatsmachten, onafhankelijkheid van de rechtspraak en bescherming van de grond- en mensenrechten, waaronder persvrijheid.
In Europa bestaat er een rule of law-checklist. Die is in het leven geroepen door een gezaghebbend orgaan binnen de Europese Unie, waar vijf waarden geldend zijn. Het legaliteitsbeginsel waar de wet in overeenstemming moet zijn met mensenrechtenverdragen, rechtszekerheid voor de burger, voorkomen van misbruik van bevoegdheden door overheidsfunctionarissen, gelijkheid voor de wet, scheiding van de machten met toegang tot de onafhankelijke rechter en het beginsel van rechtstaat. Dit gezaghebbende orgaan heeft op vragen van de Nederlandse overheid de uitspraak gedaan dat in de zogeheten ‘toeslagenaffaire’ alle drie machten in de rechtstaat tekort waren geschoten.
Corruptie
Tegen de achtergrond van het effectief toepassen van wetgeving, zonder onderscheid te maken tussen overheid en burger, zei Buruma dat corruptie ondermijnend werkt op de ‘rule of law’. De wet wordt niet gerespecteerd en wordt selectief toegepast in het voordeel van degene die bepaalt zonder dat er sancties worden opgelegd.
Buruma zei dat in de praktijk het niet altijd even gemakkelijk is uitvoering te geven aan een rechterlijke uitspraak. Hij noemde daarvoor situaties in Nederland en in Suriname de uitvoering van het vonnis van het 8 December-strafproces. De inleider benadrukte het belang van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht waarbij in sommige gevallen recht gesproken moet worden dat niet in het belang is van de overheid, tegen beleid of het uitblijven van beleid, waarbij niet wordt voldaan aan het hoogste recht van de mens.
Het besef en belang van evenwicht in de trias politica is essentieel, zeker op momenten waarbij de wetgever wetten maakt waarvan die wetgever weet dat de rechter die nooit kan navolgen omdat ze tegen het hogere recht ingaan. “Als wetten worden gemaakt die de rechten van de mens beknotten, wordt het evenwicht in de staatsmachten verstoord en dreigt er voor de rechtstaat gevaar.” Dat kan ook het geval zijn bij corruptie.
Buruma bleef stilstaan bij de corruptiebestrijding in Suriname. Over gevallen die bij de rechter in behandeling of in hoger beroep zijn, wilde hij geen uitspraken doen, maar hij benadrukte de besmettelijkheid van corruptie wanneer zowel het individu als de organisatie waar die plaatsvindt faalt. Er mag niet selectief worden opgetreden en sancties mogen niet uitblijven.
Doorlooptijden rechtszaken
Advocaat Gaetano Best, bestuurslid van het CDR, sprak over redelijke termijnen in de rechtspraak en bracht dit in relatie met een onafhankelijke en onpartijdige rechtstaat. Hoewel er geen concrete cijfers zijn hierover, vond hij het gerechtvaardigd de conclusie te trekken dat in Suriname sprake is van een systematische schending van het recht op ‘berechting binnen redelijk termijn’. Best, die inspeelde op een eerdere analyse van de deken van de Surinaamse Orde van Advocaten, Elleson Fraenk, over de vele problemen die advocaten en hun cliënten ondervinden, zei dat die boodschap kracht moet worden bijgezet.
De jurist beschreef toestanden in het recht waar rechtszoekenden en advocaten soms twee jaar tot langer moeten wachten op de verdere behandeling van hun zaak. “Recht dat te lang uitblijft, wordt als onrecht ervaren”, zei Best. Hoewel het een internationaal probleem is, vond hij dat er voor het Surinaamse probleem een Surinaamse oplossing gevonden zal moeten worden.
Best: “Bij iedere zaak, waarbij de redelijke termijn die in de wet wordt genoemd wordt overschreden, door toedoen van de staat, is er geen sprake van een eerlijk rechtsproces. Wanneer procedures te lang duren komen uiteindelijk de geloofwaardigheid van de rechtspraak en de effectiviteit daarvan en uiteindelijk de rechtstaat als geheel in het geding. Burgers moeten immers vertrouwen kunnen hebben in de rechter.” Vanuit het Amerikaanse verdrag voor de Rechten van de Mens heeft Best handvaten aangedragen om een aanzet te geven voor een oplossing.
(lees verder onder de foto)

Veranderingen
Iwan Rasoelbaks, president van het Hof van Justitie, die eerder bij de opening van het nieuwe zittingsjaar 2024-2025 al enkele hervormingen in de rechtspleging had aangekondigd, bevestigde in reactie op het voorgaande dat het niet behalen van termijnen in de rechtspraak door de rechtszoekende wordt ervaren als een slag, waarbij wantrouwen begint te ontstaan. Hij vertelde dat het Hof bezig is deze en andere zaken in het recht anders aan te pakken middels het ontwikkelen van termijnen voor verschillende vormen van rechtspraak, ook in hoger beroep.
Nu al is enige vooruitgang te merken bij kortgedingzaken. Er ontbreekt wat capaciteit. Gebruik zal worden gemaakt van het snelrecht, maar ook middels het treffen van een schikking tussen partijen. Rasoelbaks beloofde dat in december 2026 er drastische veranderingen merkbaar zullen zijn.
