SURINAAMSE ONTWIKKELING & DE WERELDECONOMIE: CHINA, BRAZILIE, INDIA, NEDERLAND EN DE VS

Aanzet nationale discussie spaarfonds

10/12/2020 22:22 – Ivan Cairo

Bibis-minister Albert Ramdin (l) vindt dat er zekerheden omtrent het beheer van het Spaar- en Stabiliteitsfonds moeten worden ingebouwd.

Bibis-minister Albert Ramdin (l) vindt dat er zekerheden omtrent het beheer van het Spaar- en Stabiliteitsfonds moeten worden ingebouwd. Foto: Irvin Ngariman  

PARAMARIBO – Teneinde opbrengsten uit natuurlijke hulpbronnen van het land ook voor komende generaties veilig te stellen moet zo snel mogelijk inhoud worden gegeven aan het in 2017 bij wet ingestelde Spaar- en Stabilisatiefonds. Daarom moeten nu al instrumenten worden gecreëerd die regeringen overstijgen en dat ook waarborgen. Echter zal niet aan de regering moeten worden overgelaten te bepalen welk deel van de opbrengsten in het fonds gaan en hoeveel van de middelen voor welk doel zullen worden besteed, zegt minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking.

Hij gaf vrijdag de aanzet om te komen tot een nationale discussie hierover via een seminar waar behalve president Chandrikapersad Santokhi vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de vakbeweging, maatschappelijke groepen, ministers en assembleeleden aan hebben deelgenomen. Deskundigen van het Spaar- en Stabilisatiefonds van Noorwegen hebben een presentatie gehouden. De verwachting is dat voornamelijk inkomsten uit de aardoliesector de eerstkomende jaren een substantiële inbreng zullen hebben in het fonds. “De olieopbrengsten zijn van het volk, niet van de staat of de regering. Ze zijn voor de welvaart van het volk ongeacht welke politieke wind waait”, zegt Ramdin.

Hoewel het fonds bij wet al is ingesteld en ook een bestuursraad heeft, zal een aantal zaken nog goed moeten worden gedefinieerd. De input daarvoor zal via consultatieronden moeten komen vanuit de bevolking. Belangrijk bij de invulling van het spaarfonds, aldus Ramdin, is “vertrouwen”. Evenzo zijn belangrijk transparantie, openheid en verantwoording. Als deze zaken ontbreken zal duurzame ontwikkeling niet gerealiseerd kunnen worden. De autoriteiten zijn vooral geïnteresseerd in de wijze waarop het Noorse spaarfonds functioneert, maar ook naar soortgelijke fondsen van andere landen wordt gekeken. De minister legt uit dat het niet de intentie is om het fonds van Noorwegen, dat beschikt over triljoenen aan middelen, te kopieren.

Met medewerking van Marcel Meyer, honorair-consul van Noorwegen in Suriname, is een deskundige aan Suriname beschikbaar gesteld. Deze zal informatie presenteren hoe het Noorse fonds werkt, wat de beleggingsopties zijn, maar ook wat de uitdagingen en gevaren zijn. De volgende stap is dat er in januari 2021 weer een sessie wordt gehouden gevolgd door het samenstellen van een werkplan om met de diverse groepen in de samenleving te praten om draagvlak te scheppen. Volgens Ramdin moeten ook zekerheden omtrent het beheer van het spaarfonds worden ingebouwd. Voorkomen moet worden dat regeringen zomaar middelen uit het fonds kunnen trekken. Er dienen dus fiscale maatregelen te komen, maar ook de discipline zal er bij machthebbers moeten zijn “om niet aan het geld te komen”. “Dat is niet altijd even makkelijk. We moeten dit niet onderschatten.” De bewindsman vindt dat Suriname vaart moet zetten achter alles wat met de olie- en gassector te maken heeft.

http://www.dwtonline.com/laatste-nieuws/2020/12/10/aanzet-nationale-discussie-spaarfonds/

Elias: “Wij krijgen nog meer van zulke momenten”

11-12-2020 09:41

Staatsolie-directeur Rudolf Elias

“Ik ben ontzettend blij. Dit betekent dat wij nog meer van zulke momenten krijgen. Voor Suriname is dit fantastisch.” Zo reageert Staatsolie-directeur Rudolf Elias op het nieuws over een vierde olieput. De oliemaatschappijen Petronas en ExxonMobil hebben de vierde grote olievondst in het Surinaamse kustgebied gedaan. Petronas Suriname E&P B.V. (PSEPBV) heeft op vrijdag 11 december 2020 melding gemaakt van de ontdekking na het succesvol boren van de Sloanea-1 exploratieput, in Block 52.

Wat deze vondst ook bijzonder maakt voor directeur Elias is dat deze put niet ligt in Blok 58, waar de eerdere ontdekkingen werden gedaan. De Staatsolie-topman zegt vervolgens dat het ongebruikelijk is dat er zo kort achter elkaar vier olievondsten worden gedaan. Hij zegt met volle overtuiging positieve verwachtingen te hebben over de ontwikkelingen in het Surinaamse offshore gebied. “Er zijn een aantal bedrijven bezig boringen te verrichten.” Ten aanzien van de olieput Kes Kesi, alwaar Total en Apache boringen verrichten, zegt directeur Elias dat het mogelijk in januari of februari 2021 bekend zal zijn wat er daar is. Ook zal er naar verwachting voor het einde van 2020 resultaat binnen zijn van boringen bij drie andere exploratieputten.

De Staatsolie-topper roept wederom alle stakeholders om de ontwikkelingen op het gebied van de offshore oliesector niet op hun beloop te laten. Hij doelt daarmee op het formuleren van beleid en het ondernemen van acties om ervoor zorg te dragen dat Suriname optimaal profiteert van de ontwikkelingen binnen de sector. Belangrijk is volgens hem ook het aspect van het verduurzamen van de economie met kapitaal dat zal voortvloeien uit de verdiensten van de sector. Hij juicht vervolgens het initiatief toe, dat minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, op zich heeft genomen om de maatschappelijke discussie op te starten hoe om te gaan met deze ontwikkelingen. (CDS)

https://www.sun.sr/Details/6019_KXJaFaFaYb1fJpNkgio7P9spBp48PF6VuWMRuOSvnF4GD0mMjOfoUAZuQrw1P5v44L6owgfIeFcM774anE57KKyLJgcFcFccFcFc_rudolf.jpg

Petronas meldt succesvolle boring in Blok 52

11 december 2020

Petronas meldt succesvolle boring in Blok 52
De Maersk Developer-rig.
 

De Maleisische oliemaatschappij Petronas heeft zojuist via haar dochteronderneming Petronas Suriname E&P B.V. (PSEPBV) aangekondigd dat het zijn eerste ontdekking van Hydrocarbon (koolwaterstof) in Suriname heeft gedaan met de succesvolle boring van de Sloanea-1 exploratieput in Blok 52.

 

Het gaat dus om koolwaterstof welke afkomstig is van fossiele, ruwe olie die uit de aarde wordt gehaald. Veel koolwaterstoffen die ontstaan uit aardolie zijn brandbaar. Deze koolwaterstoffen zitten bijvoorbeeld als brandstof in aanstekervloeistof, benzine, diesel, kerosine, lampolie, paraffineolie, petroleum en stookolie.

Emeliana Rice-Oxley, vicevoorzitter van Exploratie, Upstream van PETRONAS, zei: “We zijn tevreden met de positieve resultaten van de put. Het zal Petronas de drive geven om door te gaan met het verkennen van Suriname, een van onze focusbekkens in Amerika. We kijken uit naar een verdere succesvolle samenwerking met onze partner ExxonMobil en een verdere versterking van onze relatie met de regering van de Republiek Suriname, als oplossingspartner, die vorderingen maakt met het leveren van schone en betrouwbare energie op de markt.”

Blok 52, dat een oppervlakte van 4.749 km² beslaat, ligt ten noorden van de kust van Paramaribo, de hoofdstad van Suriname, en bevindt zich in het toekomstige stroomgebied van Suriname en Guyana, waar verschillende grote ontdekkingen van koolwaterstoffen zijn gedaan.

De Sloanea-1-exploratieput is met succes geboord tot een totale diepte van 4.780 meter met behulp van de Maersk Developer-rig (foto).

https://www.waterkant.net/suriname/2020/12/11/petronas-meldt-succesvolle-boring-in-blok-52/

Suriname praat met EU over visumvrij reizen naar Schengenlanden

Publicatie datum: 27 nov 2020 | Bron: Dagblad Suriname | Door: Redactie

President Chandrikapersad Santokhi en minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking hebben donderdag in het presidentieel paleis een werkbespreking gehouden met de vertegenwoordiger van de Europese Unie (EU), ambassadeur Fernando Ponz Cantó, zo bericht het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Na afloop van de ontmoeting heeft minister Ramdin gezegd, dat volledige visumliberalisatie naar de Schengenstaten besproken zal worden in het vervolgtraject. De minister ziet in de EU een belangrijke bondgenoot, omdat er vele projecten via EU in uitvoering zijn. 

De minister zegt blij te zijn, dat de president heeft kunnen vernemen wat de visie is van de EU-vertegenwoordiger. ‘Wij gaan dat gebruiken in dat vervolgtraject.’ In het geval van de EU zal gesproken worden over volledige visumliberalisatie naar de Schengenstaten. ‘Dat is belangrijk voor onze bevolking, zeker wanneer het gaat om het binnentreden van Nederland. Dat je dan geen visum hoeft te hebben.’ Er moet dan wel een aantal wetten worden aangepast in Suriname. Hij noemt als voorbeeld de wet inzake biometrische paspoorten. ‘Wij hopen voor het einde van het jaar de wet aan het parlement te doen toekomen.’

De minister zegt verder, dat er nog andere specifieke zaken zijn die moeten gebeuren om ervoor te zorgen dat Surinamers gemakkelijk de wereld in kunnen en dat burgers uit andere werelddelen gemakkelijk naar Suriname toe kunnen reizen. 

Ambassadeur Ponz Cantó: ‘Wij zijn ons ervan bewust, dat Suriname over veel potentie beschikt. De EU is een partner van het land. We zijn voorstander van ontwikkelingssamenwerking, als onderdeel van beleid voor armoedebestrijding.’

Hij ziet mogelijkheden om de samenwerking verder te versterken, op verschillende gebieden, inclusief op het gebied van handel. Hetgeen erin zal moeten resulteren dat er meer van Suriname in alle lidstaten te zien zal zijn en omgekeerd. ‘Ik ben ervan overtuigd dat het zal gebeuren.’

https://surinamenieuwscentrale.com/content/suriname-praat-met-eu-over-visumvrij-reizen-naar-schengenlanden

Suriname wenst weer permanente EU-vestiging Paramaribo

Suriname wenst weer permanente EU-vestiging Paramaribo

27/11/2020 07:59 – Ivan Cairo

Een onderonsje van de EU-delegatie vóór aanvang van de reguliere Artikel 8-consultatie.De regering ziet graag dat de Europese Unie (EU) opnieuw een permanent kantoor in Suriname vestigt. Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis) heeft dat verzoek donderdag gedaan bij aanvang van de reguliere Artikel 8-consultatie met de Europese Unie (EU).

Tijdens het overleg zullen een aantal zaken worden besproken. Ramdin merkte op dat de relatie met de EU als een strategische wordt beschouwd en dat de regering hierover uitgebreid met Brussel wil praten. “Het is voor ons van cruciaal belang dat we deze relatie versterken en verdiepen. Als we met meer projecten tot een sterkere relatie kunnen komen, zou dat ook weer een aanwezigheid van de EU in het land betekenen.”

Hoewel de besluitvorming in Europa traag verloopt, kijkt Suriname uit naar het moment waarop deze zaak kan worden besproken. “Het hebben van een delegatie van de Europese Unie in Suriname zou niet alleen die sterke relatie symboliseren, maar ook de behoefte aan sterkere samenwerking opnieuw kaderen”, aldus de bewindsman. In reactie daarop stelde EU-delegatieleider Fernando Ponz Canto dat Suriname mag rekenen op ondersteuning en samenwerking van de EU.

De organisatie en Suriname hebben een langdurige band op diverse gebieden waaronder de ontwikkelingsagenda van het land. De afgelopen jaren heeft de EU meer dan 35 miljoen euro beschikbaar gesteld. Voorts zijn Suriname en de EU ook “politieke partners” geworden en de Europese organisatie wil ook op economisch, financieel en multilateraal gebied hechtere banden met Paramaribo.

Ponz Canto zegt Surinames verzoek voor een permanente vestiging van de EU in Paramaribo aan het hoofdkwartier in Brussel te zullen voorleggen. Hij stelde daarbij dat hoewel er geen kantoor meer is in Suriname “de EU nooit is weggegaan”. “De EU-vestiging werd inderdaad gesloten en ik hoop dat het zo snel als mogelijk wordt heropend”, aldus de delegatieleider.

Ramdin bedankte de EU-delegatie voor de steun die de voorbije jaren via verschillende projecten is ontvangen. Hij wees erop dat de afgelopen periode Suriname met individuele EU-landen zaken heeft besproken waaronder het schuldenvraagstuk, de financieel-economische crisis en de onderhandelingen met het IMF en hoe die landen Suriname daarbij kunnen assisteren.

Paramaribo hoopt nauwer met de EU samen te werken om de impact van de coronapandemie te beperken, maar ook om de schuldenlast te verlichten en de financieel-economische crisis het hoofd te bieden. “We hopen dat we op een gegeven moment meer steun kunnen krijgen als het gaat om Covid-19, vooral als het gaat om het vaccin, en als we als klein land die ondersteuning kunnen krijgen, zal dit ons vermogen om Covid-19 beter te beheren vergroten.”

Dit zal het land in staat stellen naar een zekere mate van normalisatie van de economie te gaan wat als impact zal hebben dat er meer inkomsten zullen zijn, werkgelegenheid zal toenemen en de economie kan teruggaan naar een zeker niveau van herstel. “Maar het is van cruciaal belang dat we op dat spoor komen in plaats van Covid-19 alleen vanuit een medisch perspectief aan te pakken”, stelde Ramdin.

Ponz Canto merkte op dat de delegatie zeer ingenomen is met de verschillende beleidslijnen op het stuk van verzoening, behoorlijk bestuur, mensenrechten en democratie die president Chandrikapersd Santokhi haar tijdens een kennismakingsbezoek had voorgehouden. De EU hecht ook enorm veel waarde aan de diversificatie van de economie wat Santokhi naar voren had gebracht. Volgens de delegatieleider wenst de EU hechtere economische samenwerking met Suriname zodat meer Europese bedrijven in het land kunnen investeren, maar omgekeerd ziet de EU ook gaarne meer Surinaamse producten op de Europese markt. “I know that it can happen”, aldus Ponz Canto.

http://www.dwtonline.com/laatste-nieuws/2020/11/27/suriname-wenst-weer-permanente-eu-vestiging-paramaribo/

Braziliaanse regering wil samenwerken; Bolsonaro volgend jaar naar Suriname

De Braziliaanse president Jair Bolsonaro en zijn minister van Buitenlandse Zaken, Ernesto Araújo. Foto: AFP

De Braziliaanse regering is er gereed voor om samen te werken met de regering van Suriname. Deze boodschap heeft de Braziliaanse minister van Buitenlandse Zaken, Ernesto Araújo, namens president Jair Bolsonaro van het zuiderbuurland overgebracht aan president Chan Santokhi.

Araújo vertegenwoordigde president Bolsonaro bij de herdenking van 45 jaar staatkundige onafhankelijkheid van Suriname. Hij gaf aan dat de regering van zijn land er reeds twee jaar aanzit. Dit voelt echter nog steeds als nieuw aan, aangezien het kabinet nog vol energie is om het land te transformeren. Hij ziet dit ook terug bij de pas aangetreden Surinaamse regering en meent dat het dan ook het moment is om samen te werken.

In dit kader heeft Bolsonaro alvast met minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) van gedachten gewisseld om voorbereidingen te treffen voor het bezoek van president Bolsonaro volgend jaar aan Suriname.

Het Braziliaanse staatshoofd komt dan om de hernieuwde relatie tussen de twee landen te consolideren. Namens president Bolsonaro bracht hij alvast de felicitaties voor niet alleen 45 jaar staatkundige onafhankelijkheid, maar ook de hernieuwde relatie over.

Araújo zegt dat de vriendschap verder gaat dan nabuurschap alleen. “We willen een hechtere relatie met meer diepgang.” Het gaat om samenwerking op het gebied van ondernemerschap c.q. investeringen hierin, transport en infrastructuur, olie en gas.

Bolsonaro noemt ook het gezamenlijk tegengaan van georganiseerde misdaad, drugshandel en het bouwen aan een veiligere regio. Hij geeft verder aan dat beide landen een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben wat betreft het milieu, aangezien ze beide ook deel uitmaken van de Amazone alsook internationale milieuorganisaties. Aangezien zowel Suriname als Brazilië ook lid zijn van onder meer de Wereldbank, zouden zij ook samen kunnen werken aan nieuwe mogelijkheden om hun ontwikkeling te financieren.

Minister Araújo plaatst de hernieuwde relatie zowel tegen de bilaterale als regionale achtergrond. Zijn land is namelijk voorstander van een verbeterde relatie met Suriname, Guyana en Frans-Guyana. Wij moeten ons volgens hem realiseren dat de regio zich alleen kan ontwikkelen wanneer deze landen – en vooral de noordelijke staten van Brazilië – gezamenlijk tot ontwikkeling komen.

Araújo zal bij terugkeer in Brazilië meteen met de betreffende ministers in overleg treden voor een sterk bilateraal en regionaal programma met Suriname.

Minister Ramdin geeft aan dat een van de agendapunten tussen de twee staatshoofden zal zijn de energievoorziening in de regio. Hij noemt net als Bolsonaro in deze Suriname, Guyana, Frans-Guyana en de noordelijke staten van het zuiderbuurland.

Volgens Ramdin is er veel werk te verzetten. Hij plaatst de hernieuwde relatie met Brazilië in een lijn met de hernieuwde band met Nederland op zowel technisch als politiek vlak en het gebied van ondernemerschap.

Minister Ramdin en zijn Braziliaanse collega hebben dinsdag alvast twee overeenkomsten getekend voor wat betreft het gezamenlijk bestrijden van malaria en de ziekte van Chagas en assistentie van Brazilië op het vlak van cyber security.

https://www.srherald.com/suriname/2020/11/26/braziliaanse-regering-wil-samenwerken-bolsonaro-volgend-jaar-naar-suriname/

Staatshoofden: ‘Brug zal wederzijdse voordelen opleveren voor ontwikkeling van beide landen

Publicatie datum: 26 nov 2020 | Bron: Dagblad de West | Door: Redactie

De staatshoofden van Suriname en Guyana, respectievelijk Chandrikapersad Santokhi en Irfaan Ali, hebben dinsdag 24 november jl., benadrukt dat beide landen veel kunnen bereiken, door samen te werken. De goede relatie tussen de beide naties, vormde de rode draad tijdens de gezamenlijke verklaringen die beide regeringsleiders deden na hun bilaterale gesprekken op dinsdag 24 november op het Presidentieel Paleis.

Beide staatshoofden hebben volgens hun verklaringen, de ontmoeting als zeer positief ervaren. President Santokhi stelde, dat het van belang is om strategische allianties te vormen voor de verdere ontwikkeling van de beide landen.

Nadat beide staatshoofden hun verklaring hadden afgelegd tegenover de pers, ondertekenden de ministers Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking en zijn ambtgenoot Hugh Todd, een Memorandum of Understanding met betrekking tot infrastructurele projecten over de Corantijnrivier. Beide staatshoofden zijn het erover eens, dat een brug over de Corantijn wederzijdse voordelen zal opleveren voor de verdere ontwikkeling van land en volk.

Voor president Santokhi betekent een toekomstige brug meer dan een verbinding. “Deze brug is niet alleen belangrijk voor goederen en personen, voor de handel en grensoverschrijdende samenwerking. De oeververbinding symboliseert ook een overgang van het oude naar  het nieuwe tijdperk. Een tijdperk van welzijn en voorspoed voor onze volkeren, democratie en rechtsstaat.” President Ali is ook over van de bouw van de brug. “Eenmaal gebouwd zal de brug fungeren als een permanente fysieke link tussen de twee volken.

Die link zal ook zorgen voor de verbinding met de rest van Zuid-Amerika’’, aldus president Ali. Voor beide landen betekent het, dat er mogelijkheden ontstaan voor handel, industrie, toerisme, waarbij de kosten omlaag gaan. De private sector wordt ook meegenomen in het strategisch plan om zo voordelen te hebben voor de beide landen. President Ali sprak van het in het leven roepen van een Guyana Suriname Business Facilitation Unit. Het Guyanese staatshoofd riep op om alle positieve energie te gebruiken in het belang van de beide landen.

“Er zijn werkgroepen, die kort na vandaag reeds aan de slag gaan om de overeengekomen afspraken verder uit te werken. Deze werkgroepen worden geleid door de twee presidenten, waarbij de beide ministers van Buitenlandse Zaken de coördinatie zullen hebben’, aldus president Santokhi. Ook ten aanzien van de bouw van de brug over de Corantijnrivier, werd er van gedachten gewisseld. De oeververbinding zal na voltooiing, het symbool zijn van het steeds verder verbeteren van de samenwerking tussen de beide landen. “Sommige issues hebben haast, zoals het oplossen van de problemen met de Canawaima veerboot. “Deze week zal de Canawaima werkgroep gesprekken voeren die betrekking hebben op de veerverbinding”, aldus het staatshoofd.

Zowel Ali als Santokhi zijn is het erover eens, dat door een nauwe samenwerking tussen de  landen, mede door de gigantische olievondsten voor de kust, het nu meer dan tijd is dat er gewerkt wordt aan een nauwe, transparante en resultaatgerichte samenwerking. De presidenten willen samen werken aan faciliteiten, gericht op de olieindustrie. Suriname is in dit opzicht een paar stappen voor. Ali merkt op dat aan een samenwerking op dit gebied, beide landen flink zullen profiteren.

https://surinamenieuwscentrale.com/content/staatshoofden-%E2%80%98brug-zal-wederzijdse-voordelen-opleveren-voor-ontwikkeling-van-beide-landen%E2%80%99

Open sky-akkoord tussen Suriname en Guyana

26/11/2020 10:49 – Ivan Cairo

De presidenten Chandrikapersad Santokhi (l) en Irfaan Ali (r).

De presidenten Chandrikapersad Santokhi (l) en Irfaan Ali (r). Foto: Irvin Ngariman  

PARAMARIBO – Er komt een luchtvaartverdrag tussen Suriname en Guyana. In aanloop daarop is het luchtverkeer tussen de twee buurlanden dat vanwege de coronapandemie was gesloten sinds maandag weer opengesteld voor commerciële vluchten. De protocollen hiervoor worden uitgewerkt door de ministeries van Volksgezondheid en Transport, Communicatie en Toerisme. Dit zei president Chandrikapersad Santokhi in het presidentieel paleis na gesprekken met zijn Guyanese ambtgenoot Irfaan Ali, eregast bij de viering van Srefidensi.

Een gezamenlijke werkgroep zal de details van het luchtvaartverdrag uitwerken. De president merkte op dat met die overeenkomst de samenwerking tussen de twee landen bij reguliere vliegverbindingen zal worden verduurzaamd.

Op vragen van de pers stelden de staatshoofden dat een grenscommissie, die onderdeel is van de gezamenlijke werkgroepen, zich hierover buigt. President Ali merkte op dat deze commissie zich “ijverig” buigt over de materie. Zodra het werk van het technische team is afgerond, zullen de aanbevelingen aan hem en zijn Surinaamse collega worden aangeboden.

Intussen focussen de regeringen zich op verdere versterking van de wederzijdse betrekkingen door nieuwe infrastructuur tot stand te brengen en door het smeden van een raamwerk om de onderlinge handel te bevorderen. Ook maken de landen zich op om samen uitdagingen het hoofd te bieden. “Dit is een ander traject dat focust op ontwikkeling, duurzame relaties die gunstiger zijn voor beide landen”, aldus Ali.

Hoge prioriteit op dit moment genieten volgens Santokhi zaken die de twee landen verbinden. Vandaar dat strategisch beleid zal worden ontwikkeld om die problemen samen aan te pakken. Als voorbeeld noemde hij de brug over de Corantijnrivier. Internationale bedrijven zullen worden uitgenodigd voor de haalbaarheidsstudie, het ontwerp en onderhoud. Gezamenlijk zullen financieringsmogelijkheden worden gezocht.

Ali merkte op dat het geen vraag meer is wanneer er een brug over de Corantijnrivier komt, maar “zodra die er staat”. De oeververbinding zal een permanenten fysieke verbinding zijn tussen Guyana en Suriname, maar ook belangrijk voor de infrastructurele ontsluiting van Zuid-Amerika.

Santokhi zei dat de beoogde brug niet slechts ter ondersteuning van transport van goederen en personen is, maar eveneens een bewijs dat er een transitie is ingezet van het oude naar het nieuwe. De ministers van Buitenlandse Zaken van de twee landen tekenden een intentieverklaring voor de constructie van de brug.

Ali typeerde de ontmoeting met Santokhi als een “significant moment” in de vriendschappelijke betrekkingen tussen zijn land en Suriname. Met de begonnen dialoog wordt een raamwerk opgezet voor hechtere samenwerking op verschillende gebieden. Handel, transport, toerisme, visserij en infrastructuur nemen in de hernieuwde samenwerking een voorname plek in. Volgens het Guyanese staatshoofd zijn er grote uitdagingen maar ook heel goede mogelijkheden om het handelsverkeer te bevorderen en uit te breiden, zeker bij toerisme.

Santokhi sprak van een vruchtbare ontmoeting met zijn Guyanese ambtgenoot. Samen zullen zij persoonlijk richting geven aan de relaties, met voor de ministers van Buitenlandse Zaken een coördinerende rol. De nieuwe aanpak moet resulteren in resultaten om de ontwikkeling in de twee landen te stimuleren. Nog deze week vergaderen de gezamenlijke werkgroepen om plannen uit te werken hoe de samenwerking tussen Suriname en Guyana meer inhoud kan krijgen.

http://www.dwtonline.com/laatste-nieuws/2020/11/26/open-sky-akkoord-tussen-suriname-en-guyana/

Goed gesprek tussen minister Blok en regering Suriname

24 nov 2020

De gesprekken die gevoerd zijn tussen de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, en de Surinaamse regering kunnen als goed bestempeld worden.

Van Surinaamse zijde waren president Chandrikapersad Santokhi en minister Albert Ramdin van van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, bij de gesprekken aanwezig.

 

Aan het staatshoofd is voorgehouden waar de samenwerking tussen de beide landen op dit moment staat. Het bezoek van minister Blok stond in het kader van de herdenking van 45 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid van de Republiek Suriname.

Minister Ramdin zei tijdens de persconferentie, dat de betrekkingen op dezelfde voet verder gaan. Drie maanden geleden is de relatie nieuw leven ingeblazen en wordt die verder geïntensiveerd. Dit houdt in het voortzetten van afspraken die gemaakt zijn tijdens het hoog ambtelijk overleg. Deze afspraken zullen de komende weken op ministerieel niveau verder uitgewerkt worden.

Nederland zal nagaan op welke wijze zij ondersteuning op een aantal trajecten zal verlenen. Dat zal volgens minister Ramdin bijdragen aan het voornemen van de regering om ondermeer de economie te herstellen. Ook technische bijstand is noodzakelijk voor het beleid op langr termijn.

Minister Blok gaf aan, dat de beide landen een lange geschiedenis delen. In het kader van de samenwerking zijn op ambtelijk niveau reeds gesprekken gevoerd over zaken zoals economische samenwerking, landbouw, justitie en de strijd tegen georganiseerde criminaliteit.

De bewindsman gaf aan dat, gelet op de gepleegde inspanningen om de samenwerking steeds verder te verbeteren, er goede resultaten geboekt zullen worden.

https://www.gfcnieuws.com/goed-gesprek-tussen-minister-blok-en-regering-suriname/

DEN HAAG EN PARAMARIBO STAAN NIET STIL, LIFE GOES ON…LINE!

Nov 12, 2020

Foto:Anil Sadhoeram Managing Director, Nxt Wave Inc.

De wereld is helemaal veranderd. Ook de wereld van handel en ondernemen is veranderd. Door Covid-19 kunnen we voorlopig niet meer reizen en daarom was er op 10 november 2020 het eerste Surinaams-Nederlands Online Business Forum.

Jörgen Raymann, bekend van TV, was de presentator. Uit de live enquete tijdens dit forum bleek in welke sectoren de meer dan 280 deelnemers werkzaam zijn: 12% van de mensen is actief in de landbouw, 8% in de energiesector, 5% in de infrastructuur, 6% in toerisme, 5% in de gezondheidzorg en de rest in overige sectoren zoals de productie, trainingen, coaching, houtproducten, internal audit and risk control, financiele dienstverlening, fiscale dienstverlening en IT.

Deze sessie was de eerste online verkenning en minister Ramdin zei: “Er is ook een visie dat het bedrijfsleven de economie draait en niet de overheid, dus wij willen graag samenwerken met het bedrijfsleven, internationaal en lokaal, om die faciliteiten te creëren die van belang zijn voor de samenwerking en ontwikkeling.”

Aangezien er bij de overheid heel veel voorstellen binnenkomen deed hij een beroep op het bedrijfsleven van zowel Surinaamse als Nederlandse kant, om niet alleen met projectideeën of projectvoorstellen te komen, maar zo zei hij het: “komt u met vrij uitgewerkte businessplans zodat we daar goed naar kunnen kijken”. “Maar het belangrijkste is: Geeft u aan, wat heeft u nodig van de Surinaamse regering”, aldus de minister.

Wat ik goed vond van dit online forum is dat er naast de beide ministers, Kaag en Ramdin, ook twee ondernemingen die al geruime tijd actief zijn in Suriname in beeld kwamen om hun ervaringen uit de praktijk met ons te delen. Dit smaakt naar meer.

Wat ik eigenlijk zeer waardeer is dat de ministers ondanks de Covid-19 pandemie laten zien dat men in Den Haag en in Paramaribo niet stil zit. De wereld is natuurlijk veranderd en ‘vroeger’ komt niet meer terug.

Belangrijk is, dat het niet hierbij blijft. De overheid moet niet alleen met de nieuwe digitale golf meegaan omdat ‘t trendy is, maar men moet ook structureel investeren in deze nieuwe digitale manier van internationale samenwerking en ondernemerschap. Het bedrijfsleven en de overheid moeten ook investeren in nieuwe vormen van connectivity via video en virtual platforms.  Dit Surinaams-Nederlands Online Business Forum past wat mij betreft helemaal bij de tijdgeest maar de kunst is om duurzame businesses in de praktijk te realiseren. Hou ook a.u.b. rekening met het feit dat niet iedereen dezelfde kansen heeft, niet iedereen heeft goed werkend internet en de overheid moet ook zorgen dat deze groep niet achter blijft.

Door strategisch gebruik te maken van de moderne innovatieve digitale technologieën kunnen bedrijven die nu geografisch van elkaar gescheiden zijn, toch nog met elkaar samenwerken en specialistische kennis met elkaar delen. Dit via e-business software, video en webinars en uiteraard kan men ook handel met elkaar drijven middels e-commerce platforms.

Werk van Anywhere, Anytime met Anyone? Zolang je maar internet hebt! Dit geldt natuurlijk niet voor elk beroep maar tegenwoordig hoeft het eigenlijk niet meer uit te maken waar je fysiek zit, als je maar connected bent: locaal, regionaal, internationaal en tegenwoordig dus ook virtueel.

Social technologies give us the opportunity to “Work Apart Together as in a Tribe”.

Omdat dit forum online plaatsvond kon ik er vanuit Curaçao gelukkig ook bij zijn. Vanuit dit eiland ben ik persoonlijk al een tijdje aan het pionieren in Suriname.

Door de Covid-19 crisis konden er geen business events meer worden georganiseerd en kon men niet meer reizen. Een crisis is ook een kans dus heb ik samen met Orga Nice uit Suriname ‘This Week’s Webinar’ eerder dit jaar geintroduceerd. Dit  is een serie webinars via Zoom’georganiseerd voor deelnemers en sprekers uit Nederland en Suriname met als doel mensen met elkaar te verbinden en van elkaar te leren over diverse onderwerpen die hen kan helpen te ‘thriven’ in de nieuwe veranderende wereld.

Ik ben positief over de toekomst van Suriname en als we smart werken komen we er wel. Samen!

Kudos aan de organisatie van het eerste Surinaams-Nederlands Online Business Forum, ik kijk al uit naar de volgende!

Ingezonden | Anil Sadhoeram

https://unitednews.sr/den-haag-en-paramaribo-staan-niet-stil-life-goes-online/

HERDENKING VAN 45 JAREN STAATKUNDIGE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE REPUBLIEK SURINAME

Nov 2, 2020

In het kader van de herdenking van 45 jaren Staatkundige onafhankelijkheid van de
Republiek Suriname, heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het initiatief genomen om dit heugelijk feit
waardig te memoreren, door een aantal voormalige Ministers, Ambassadeurs en gekozen
deskundigen in internationale organisaties aan het woord te laten.
Het doel van deze speciale diplomatieke documentaires is om het buitenlands beleid van
Suriname en de successen, maar ook knelpunten, gedurende de afgelopen 4S jaren in het
voetlicht te plaatsen. Hiernaast zullen een aantal interviews met een tiental Ambassadeurs
en deskundigen bij Internationale Organisaties gehouden worden.
Gesprekken zijn ook gehouden met de President van de Republiek Suriname, Z.E.
Chandrikapersad Santokhi en de Minister van Buitenlandse Zaken, International Business
en Internationale Samenwerking, dhr. Albert R. Ramdin.
De serie van documentaires zullen gedurende de maand november te zien zijn via Gov.
Tv, DNA Tv andere tv stations in het binnen- en buitenland. Alle vraaggesprekken zullen
ook via het internationaal en virtueel Youtube kanaal beschikbaar worden gesteld.
Op 4 november 2020 zal de eerste afievering uitgezonden worden waarbij de Minister van
BIBIS, dhr. Albert R. Ramdin het voortouw zal nemen. De President van Suriname, Z.E.
Chandrikapersad Santokhi zal vervolgens op 25 november 2020 de gemeenschap
toespreken in het kader van 45 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid van Suriname.
Voor nadere informatie, gelieve contact op te nemen met de afdeling Public Relations van
het Ministerie van BuitenlandseZaken, International Business en Internationale
Samenwerking (BIBIS) op het nummer: 477030,extensie no.276.
Het Ministerie van BIBIS wenst de totale gemeenschap veel kijk- en luister plezier toe en
hoopt dat de informatie die verstrekt zal worden goed door de samenleving wordt
ontvangen.

PERSBERICHT|BIBIS

https://unitednews.sr/herdenking-van-45-jaren-staatkundige-onafhankelijkheid-van-de-republiek-suriname/

Nederlandse minister Stef Blok op Srefidensi dag in Suriname

5 november 2020

Copyright Rijksoverheid.nl – foto Arenda Oomen
 

De Nederlandse minister van Buitenlandse zaken Stef Blok, zal op 25 november 2020 de viering van Onafhankelijkheidsdag in Suriname bijwonen. Blok is de eerste Nederlandse minister die de nieuwe regering onder leiding van president Chan Santokhi bezoekt.

 

Het nieuws van de komst van Blok werd woensdagavond bekendgemaakt door topambtenaar Thijs van der Plas die deze week in Suriname is, meldt het ANP. Van der Plas is met acht collega-ambtenaren naar Suriname gekomen om de samenwerking tussen Nederland en Suriname weer vorm te geven.

Op woensdag 25 november wordt ‘Srefidensi’ gevierd en is het 45 jaar geleden dat Suriname een zelfstandig land werd.

https://www.waterkant.net/suriname/2020/11/05/nederlandse-minister-stef-blok-op-srefidensi-dag-in-suriname/

Suriname en Nederland tekenen verklaring samenwerking

05 Nov, 2020, 03:16

foto

previousMatthijs van der Plas, directeur-generaal van Politieke Zaken op het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de delegatie geleid. (Foto’s: René Gompers)next

 

Suriname en Nederland gaan op bepaalde gebieden nauw samenwerken “als twee gelijke onafhankelijke Staten.” Afhankelijk van de covid-situatie, zal de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, in Suriname zijn om 45 jaar Srefidensi mee te vieren. Beide landen willen tegen die tijd de ambassadeurs geïnstalleerd hebben. Dit zijn enkele ‘high lights’ uit de reeks van bereikte resultaten van het tweedaagse hoog ambtelijk overleg tussen Suriname en Nederland. Het overleg is woensdag afgesloten op het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis) met een gezamenlijke verklaring. 
 
Een persconferentie over de resultaten zal vrijdag worden gehouden, deelt Bibis-minister Albert Ramdin aan de aanwezige pers mee. “Dan zullen er meer items zijn,” kondigt hij aan. Ramdin  benadrukt dat de gesprekken op gelijke partnerschap zijn gebaseerd. “Het is niet meer ontwikkelingssamenwerking of ontwikkelingsfinanciering,” stelt hij. “Het is internationale samenwerking tussen twee onafhankelijke Staten. Dat is wat wij wilden realiseren op basis van de verbondenheid tussen beide landen.”  De pers mocht wel aanzitten bij de afsluiting in de vergaderzaal van Bibis. De ‘gemeenschappelijke verklaring’ was toen nog niet gereed. Maar Matthijs van der Plas, directeur generaal van Politieke Zaken op het ministerie van Buitenlandse Zaken, heeft enkele van de zaken die erin komen te staan, opgesomd. 
 
Er is van gedachten gewisseld over hoe de 19 miljoen euro aan restant gedragsmiddelen besteed gaat worden. “In de gemeenschappelijke verklaring is besloten om hierover op korte termijn overeenstemming te bereiken,” deelt Van der Plas mee. “Ik benadruk dat hierbij de Surinaamse wensen leidend zijn.” De ambassadeposten worden in enkele weken ingevuld. “De uitwisseling van de ambassades is aan de orde geweest en we zijn op schema om dit traject voor de viering van 45 jaar Onafhankelijkheid op 25 november, af te ronden.”  Over Covid-19 deelt de delegatieleider mee dat de beademingsapparaten (ventilatoren) pas volgende week in Suriname zullen zijn. De extra  3,5 miljoen euro aan covid-steun is gegarandeerd deelt Van der Plas mee. Hiermee komt het bedrag op 6 miljoen. De ministeries van Volksgezondheid gaan blijven samen optrekken. 
 
De ministeries van Financiën hebben concrete afspraken gemaakt over technische assistentie voor de douane, de belastingdienst, financieel management en begroting. “Ook is Nederland bereid ondersteuning te bieden bij de aanpak van witwassen en corruptie,” geeft Van der Plas aan. “Voor een effectieve en structurele samenwerking op deze gebieden, is een spoedige akkoord tussen Suriname en het IMF van groot belang,” voegt hij toe. 
 
De samenwerking op het gebied van justitie en politie wordt voortgezet en uitgebreid. “Zowel de Nederlandse Raad voor de Rechtspraak als de voorzitter van het college van de Procureurs – generaal, willen op korte termijn naar Suriname komen om hier gestalte aan te geven,” deelt van der Plas mee. “Ook de beide politiekorpsen gaan om de tafel zitten om de samenwerking te verdiepen.” Beide landen gaan ook een concrete oplossing zoeken voor het feit dat Nederlandse ontnemingsvonnissen (het wegnemen van crimineel vergaard vermogen) niet kunnen worden uitgevoerd in Suriname. 
 
Van der Plas vervolgt dat op het gebied van Defensie  er veel mogelijkheden voor samenwerking  zijn. Suriname zoekt naar technische assistentie voor de krijgsmacht en de kustwacht. Er komt een samenwerking tussen Surinaamse Militaire Academie en de Nederlandse Defensie Academie voor opleidingen. Op het gebied van landbouw zijn er ook concrete punten van samenwerking bereikt. Rijstproductie, pesticidemanagement en het stimuleren van akkerbouw voor veevoer zijn daarbij de prioriteiten. 
 
Nederland stelt het zeer op prijs dat de ‘terugkeer van de samenwerking’ wordt hervat; een gemengde groep zal begin december digitaal bijelkaar komen. Ook het voornemen van Suriname om toe te treden tot het Verdrag van San José, ook bekend als het Amerikaans Verdrag van de Mensenrechten, wordt door Nederland toegejuicht. De eerstvolgende ontmoeting van delegaties is al over enkele weken, deelt Van der Plas aan Ramdin mee: “Onze minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, zal de Koninkrijk der Nederlanden vertegenwoordigen bij de Onafhankelijkheidsviering op 25 november, uiteraard als de covid-situatie dat toelaat. Hij heeft mij persoonlijk verzekerd dat hij er zeer naar uitziet om u hier weer te ontmoeten.” 
 
René Gompers
 
U kunt de gemeenschappelijke verklaring hier downloaden.
pdf-icon.gif Verklaring_Buza_Sur_en_Ned.pdf                
 

Suriname en Nederland leggen samenwerkingsgebieden duidelijker vast

Publicatie datum: 04 nov 2020 | Bron: Dagblad de West | Door: Redactie

Een delegatie van Nederland heeft vandaag een overleg gehad met minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, waarbij zal worden aangegeven, op welke gebieden beide landen concreet zullen samenwerken. Het overleg zal twee dagen duren en is een gevolg van eerdere gesprekken tussen Ramdin en Stef Blok, de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken.

De besprekingen van vandaag en morgen kunnen volgens Ramdin, als historisch worden gezien. Projectvoorstellen op verschillende beleidsgebieden zoals landbouw, financiën en economie, buitenlandse zaken, justitie en politie, milieu, gezondheidszorg en defensie, zullen worden besproken. Op het gebied van de aanpak van COVID-19, had Nederland reeds 2,5 miljoen voor de aanschaf van  COVID-19 materiaal beschikbaar gesteld.

Dit bedrag is besteed, maar er wordt nog 3.5 miljoen euro erbij gedaan. Het overleg over hoe dit bedrag ingevuld zal worden, is al begonnen. Aanstaande vrijdag zullen 18 ventilatoren en ander materiaal voor de ziekenhuizen in Suriname, aankomen. Het resterend bedrag zal besteed worden aan additioneel materiaal. Ramdin benadrukte, dat de besluiten over de besteding van de middelen, geheel door Suriname wordt genomen.

In zijn openingstoespraak zei Ramdin dat in de afgelopen jaren de relatie tussen Suriname en Nederland, door politieke keuzes van respectievelijke regeringen onder druk is komen te staan, waarbij de uitvoering van bijkans alle samenwerkingsprogramma’s werd bevroren. Deze omstandigheden zijn bij de afgelopen verkiezingen drastisch verbeterd.

“De situatie leent zich nu voor algeheel herstel, intensivering van de betrekkingen en het weer opstarten van de samenwerking tussen beide mogendheden.” Een belangrijk deel van de besprekingen zijn de nadere uitwerking van de restant verdragsmiddelen. Volgens Ramdin gaat het om bijkans 17 miljoen euro, maar het exacte bedrag moet nog overeengekomen worden.

“Wij geloven in afronding naar boven”, zei Ram-din lachend. De restantmiddelen waren volgens de minister geblokkeerd vanwege omstandigheden in Suriname, maar die zijn nu gedeblokkeerd. Een deel van dit bedrag zal besteed worden aan de afbouw van het hoofdbureau van politie. De minister bracht in herinnering dat in het Ontwikkelingssamenwerkingsverdrag van 25 november 1975, is opgenomen dat er zoveel mogelijk samengewerkt zou worden op elk gebied waarbij de economie van beide landen aanvullend en stimulerend op elkaar kan werken.

“Economische groei en goede welvaartspreiding in Suriname zal worden bevorderd, zodat de economische weerbaarheid van Suriname op efficiënte wijze zou worden bereikt. Met het gebruik van de laatste restantmiddelen loopt dit ten einde, maar signaleert ook een nieuw begin”, stelde Ramdin. In de afgelopen 45 jaar zijn bijkans 20 verdragen getekend waarvan groot deel nog in werking is. Ramdin gaf aan, dat er nu gekeken zal worden wat nog effectief is, wat geüpdatet moet worden, wat veranderd moet worden of in een ander kader moet worden geplaatst.

Behalve de donaties voor de bestrijding voor COVID-19, het vrijgeven van de restant verdragsmiddelen, zijn er volgens Ramdin ook uitstaande lopende kwesties met betrekking tot het buitenlands beleid die besproken zullen worden zoals visumvrij reizen naar Nederland, de politieke ondersteuning bij internationale financiële organisaties en andere zaken die spelen.

Ook de technische deelterreinen van het ministerie van Buitenlandse Zaken met de ministeries Landbouw Veeteelt en Visserij (LVV), Volksgezondheid en Financiën en Planning, zullen apart worden besproken om te zien waar Nederland tegemoet kan komen. “Alle deelgebieden en instituten zijn de afgelopen 10 jaar geërodeerd, dus alles wat we kunnen meenemen uit de onderhandelingen zal tot een beetje capaciteitsversterking leiden.

Dus voor mij is alles belangrijk”, zei Ramdin. Hij hoopt vooral op ondersteuning van de belastingdienst en de douane. Volgens Ramdin zijn er andersoortige of soortgelijke samenwerkingsvormen met Frankrijk, Guyana, Brazilië, Canada, Engeland en de Verenigde Staten.

door Priscilla Kia

https://surinamenieuwscentrale.com/content/suriname-en-nederland-leggen-samenwerkingsgebieden-duidelijker-vast

Verkiezingen VS niet van invloed op relatie met Suriname

Minister Mike Pompeo tijdens een bezoek aan Suriname. Foto: CDS

De verkiezingen in de Verenigde Staten (VS) zijn niet van invloed op de situatie in Suriname. Omgekeerd heeft de situatie in Suriname ook geen invloed op besluiten in de VS. Dit stelt minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking tijdens een gisteren belegde persconferentie.

Hij gaf samen met minister Armand Achaibersing de samenleving informatie over de financiële uitdaging en economische vooruitzichten. De VS behoort tot de groep van landen waarmee er gesprekken zijn gevoerd over de financieel- economische situatie waarin Suriname zich bevindt en wat het traject is naar herschikking van schulden.

Tegen de achtergrond van economische samenwerking heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Mike Pompeo, in september een bezoek gebracht aan Suriname. Zijn bezoek kwam twee maanden voor de verkiezingen in de VS, namelijk in november.

Minister Ramdin zegt dat de Surinaamse regering deze verkiezingen ook in de gaten houdt en ook de uitslag. Echter heeft dit geen invloed op de situatie in Suriname. De afspraken die met minister Pompeo zijn gemaakt worden verder uitgewerkt via de Amerikaanse ambassade in het land. Minister Ramdin spreekt van de gebruikelijke weg om besprekingen met de VS te voeren.

Volgens de bewindsman blijven de gemaakte afspraken dus op agenda. Een van de afspraken was dat er agentschappen naar Suriname kwamen voor financiering. Dit is ook gebeurd met de komst van de Development Finance Cooperation (DFC) met een totaal van vijf agentschappen. “Er zijn afspraken gemaakt, in termen van wat op korte termijn gerealiseerd zou kunnen worden,” zegt minister Ramdin.

In deze fase wordt gedacht aan de fondsen die beschikbaar gesteld zouden kunnen worden aan het bedrijfsleven om de agrarische sector en het klein- en middelgroot bedrijf te ondersteunen. De middelen hiervoor zouden worden afgezet bij de banken ter ondersteuning van met name de productieactiviteiten in het land.

https://www.srherald.com/suriname/2020/10/31/verkiezingen-vs-niet-van-invloed-op-relatie-met-suriname/

Elias: USD 60 miljard te verdienen aan offshore ontdekkingen

Publicatie datum: 31 okt 2020 | Bron: Dagblad de West | Door: Redactie

Suriname verwacht potentieel tot USD 60 miljard te verdienen aan de ontwikkeling van koolwaterstofbronnen bij de drie ontdekkingen die tot nu toe voor de kust van ons land zijn gedaan. Rudolf Elias, CEO van de Staatsolie Maatschappij Suriname N.V., wees woensdag tijdens een webinardiscussie – Guianas Green Economy Dialogue – op de Maka Central-1, januari 2020-ontdekking, de Sapakara West-1-ontdekking van begin april en de Kwaskwasi-1-ontdekking van juli, die allemaal werden gedaan in Blok 58. Hij zei dat de Surinaamse regering verwacht tussen de USD 20 miljard en USD 60 miljard aan inkomsten te verdienen met alleen deze ontdekkingen.

De Amerikaanse multinationale investeringsbank en financiële dienstverlener Morgan Stanley, zegt dat de modellering van blok 58 aantoont dat het potentieel 6,5 miljard vaten olie-equivalente bronnen bevat die kunnen worden ontwikkeld in zeven fasen met de eerste olie als doel voor 2026. Ondertussen zei het in Noorwegen gevestigde Rystad Energy, dat de drie ontdekkingen die in Blok 58 zijn gedaan, worden geschat op ongeveer 1,4 miljard vaten olie-equivalent.

“Met deze drie vondsten alleen, zal de regering van Suriname ergens tussen de USD 20 en USD 60 miljard dollar verdienen, en USD 20 miljard is het laagst mogelijke inkomen als we alle drie de vondsten die we hebben ontwikkelen”, zei Elias, erop wijzend dat de USD 60 miljard is gebaseerd op een olieprijs van USD 55. Andere proefboringen zijn momenteel gaande op het blok waar de ontdekkingen zijn gedaan. Sprekend over hoe Suriname erin is geslaagd om olieovereenkomsten te sluiten die deze potentiële inkomsten opleveren, zei de CEO van Staatsolie, dat het land een lange geschiedenis heeft met koolwaterstoffen. “Dus als je kijkt naar Suriname en de deals die we met de oliemaatschappijen hebben gesloten, omdat we een lange geschiedenis van olie hebben met Staatsolie als de National Oil Company, dan hebben we een zeer strenge regulering van olie”, zei Elias.

Met een dergelijk grote som geld zei Elias, dat de vraag nu is hoe het land deze inkomsten zal besteden aan het welzijn van de mensen. Hij merkte op dat hun olievoorraden uiteindelijk uitgeput zullen raken, en zei dat het gesprek over verstandige uitgaven een inclusief en nationaal gesprek moet zijn. “Ik zeg altijd: laten we vandaag een nationale discussie voeren met alle politici- coalitie en oppositie – maar ook het bedrijfsleven en de vakbonden en samenkomen en zeggen: ‘Wat gaan we doen met het geld dat we over vijf jaar krijgen?’ Laten we het vandaag bespreken, want als we het niet vandaag bespreken, hebben we dan nog niets besproken en hebben we niets om het aan uit te geven. Als we dat niet hebben besproken, is het heel gemakkelijk dat het zal lopen zoals in  Venezuela. ”

Elias zei dat het Surinaamse volk moet worden geraadpleegd, niet alleen over het sparen in een Soeverein Wealth Fund, maar ook over het deel dat wordt geconsumeerd. “Het gedrag van de mensen zal worden aangestuurd door de politici om te zeggen: ‘Laten we die nationale discussie voeren over wat we zullen doen met de USD 20 tot USD 60 miljard die we de komende 30 jaar zullen krijgen’’’, stelde hij.

Bron: https://oilnow.gy/

https://surinamenieuwscentrale.com/content/elias-usd-60-miljard-te-verdienen-aan-offshore-ontdekkingen

SURINAAMSE TWIN TOWERS IN STUDIE: BUSINESS CENTER EN GOVERNMENT CENTER

Publicatie datum: 29 okt 2020 | Bron: United News | Door: Redactie

President Chan Santokhi heeft zijn handen vol met de beheersing van de financieel-economische problemen die stroever gaat dan hij had verwacht. Tegelijkertijd maakt hij ook plannen om de aankomende ‘goede tijden’, dankzij de olie-industrie op zee, te kunnen faciliteren. In dat kader denkt hij twee enorme centra op te zetten: een Business Center en een Government Center. Hij praat over de Surinaamse versie van de Twin Towers die het boegbeeld zal moeten worden van de Surinaamse ontwikkeling met het oog op de opkomende olie- en gasindustrie. 

“We zien hier namelijk wat voor ontwikkeling die oil and gas met zich mee gaat brengen. Daarom willen we in Paramaribo ook een zogeheten Twin Towers opzetten”, zegt de president. Volgend jaar wordt het ontwerp van de Twin Towers klaargemaakt en als het van Santokhi afhangt, zal tegen eind 2021 een aanvang gemaakt moeten worden met dit ambitieus project. “En al deze zaken zullen te maken hebben met Public-Private-financiering.”

Het is de eerste keer dat Santokhi melding maakt van dit ambitieus project dat onderdeel is van een pakket aan maatregelen die getroffen worden om de Surinaamse economie af te stemmen op de aankomende oliesector op zee.

Zo wordt er ook gekeken naar het ontwikkelen van local content. De private sector zal daarop moeten inspelen in de hoop dat zoveel als mogelijk toeleveringen aan de oliemaatschappijen vanuit Suriname plaatsvinden. Indien dit niet op tijd geregeld is, zal Suriname miljarden Amerikaanse dollars verliezen aan de pre-development fase van de olievelden op Zee. “Als we dat niet doen, en niet tijdig gaan doen, zal het buitenland heel wat kansen van ons afpakken. Dan zullen buitenlandse bedrijven eerder toegang hebben tot deze oliegiganten, en daarom willen we zo snel mogelijk starten om onze bedrijven met goeie discussies en met goeie training alvast te certificeren en ze competitive te maken. Ook de normen die gelden, internationaal om diensten en goederen te leveren, dat ze daaraan gaan voldoen, zodat we een kans kunnen geven aan de Surinaamse samenleving om hiervan gebruik te kunnen maken”, aldus de president. Hetzelfde geldt voor het opzetten van de shorebase. 

Dit alles moet binnen twee weken voorbereid zijn.

UNITEDNEWS

https://surinamenieuwscentrale.com/content/surinaamse-twin-towers-studie-business-center-en-government-center

Staatsolie in zee met Energy Chamber T&T

28 Oct, 2020, 10:44

foto

 Werknemers van Staatsolie aan het werk op een plateau. (Foto: Staatsolie) 

 

Staatsoliemaatschappij Suriname NV en de Energy Chamber van Trinidad & Tobago (ECTT) hebben een Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend om samen te werken aan capaciteitsopbouw voor gezondheid, veiligheid en milieu (HSE) in de Surinaamse olie-en gassector. Managing Director van Staatsolie, Rudolf Elias, heeft de overeenkomst op 13 oktober getekend met Thackwray Driver, president en CEO van ECTT.

Op grond van de overeenkomst zullen partijen een raamwerk creeren voor effectieve samenwerking en kennisdeling dat is gericht op de ontwikkeling van HSE-normen, beoordelingssystmen, het opbouwen van de technische en HSE-capaciteit van dienstverleners en het verlenen van certificatiediensten in de Surinaamse olie-en gassector. Bovendien zal een kader van gezondheids-, veiligheids- en milieuspecialisten worden aangewezen voor training en ontwikkeling, met als doel dat zij servicebedrijven kunnen adviseren en certificeringsaudits kunnen uitvoeren in overeenstemming met de industrienormen.

De intentieverklaring heeft een duur van drie jaar, met de optie tot stilzwijgende verlenging. De overeenkomst tussen de twee Caricom-buren komt op een moment dat Suriname tot dusverre drie offshore olie-ontdekkingen heeft gedaan en vooruit wil gaan met de ontwikkeling van deze hulpbronnen. De ontdekkingen in Suriname volgen de meer dan 8 miljard vaten ruwe olie die in Guyana bij het aangrenzende Stabroek Block zijn gevonden.

Frankrijk hoopt akkoorden te tekenen rond 45e Srefidensi

28 Oct, 2020, 06:38

foto

 De discussie over de grenskwestie is bijna afgerond, zegt, ambassadeur Antoine Joly van Frankrijk. (Foto: Ranu Abhelakh) 

 

Frankrijk hoopt rond 25 november samen met Suriname zijn handtekening te plaatsen onder twee documenten. Het gaat om de overeenkomst wederzijdse juridische bijstand in strafzaken, die al drie jaren klaar ligt voor ondertekening. En als alles volgens planning verloopt ook het uitbreidingsverdrag van het 1915-grensverdrag dat de grenskwestie in de Marowijnerivier regelt, vertelt de Franse ambassadeur Antoine Joly in gesprek met Starnieuws.
 
De discussie over de grenskwestie is bijna afgerond, “we naderen het einde. De discussie is meer van geografisch technisch aard en geen politieke kwestie”, zegt de diplomaat. Er liggen ruim 950 eilanden in het gebied, “we moeten nog van drie tot vier eilanden de status bepalen”. Momenteel legt een Franse expert de laatste hand aan de digitale technische informatie hierover. “Hij is er voor een week en hierna moeten we alle digitale informatie over de grens hebben.”
 
Als er hierna geen lange technische discussies tussen partijen zijn, kunnen de bereikte resultaten vastgelegd worden in het uitbreidingsverdrag; gereed voor ondertekening. Mocht het verdrag klaar liggen rond 25 november, dan is het best mogelijk dat de Franse minister Sébastien Lecornu van Overzeese Zaken naar Paramaribo afreist voor de 45e Onafhankelijkheidsdag van ons land. Hij zal dan zijn handtekening plaatsen onder beide documenten.
 

Overeenkomsten tekenen

De Franse president Emmanuel Macron is formeel uitgenodigd voor de herdenkingsactiviteiten, maar zal zich waarschijnlijk laten vertegenwoordigen door de minister, geeft Joly aan. Prefect Marc del Grande van Frans-Guyana en president Rodolphe Alexandre van Collectivité Territoriale de Guyane, de Assemblee in Frans-Guyana zullen de Srefidensi viering ook bijwonen. “Lecornu is minister voor Frans-Guyana en hoe mooi zou het niet zijn, als hij in hun aanwezigheid, dit deel van de grensbepaling tekent.”
 
In de strijd tegen grensoverschrijdende criminaliteit en drugsbestrijding is niet alleen een duidelijke grensbepaling nodig. Voor een goed strafrechtelijk onderzoek is de overeenkomst wederzijdse juridische bijstand in strafzaken een noodzaak. Parijs trappelt sinds 2017 om die met Paramaribo aan te gaan. “Als we deze twee overeenkomsten niet in november tekenen, dan wordt het maar december.”
 

Steun anticorruptie-unit

De Franse hulp in strafzaken, kan ook op andere gebieden. Joly: “We willen onze justitiële samenwerking met Suriname versterken”. Frankrijk staat open om ondersteuning te bieden aan de nieuwe afdeling van het Openbaar Ministerie (OM): de anticorruptie-unit. Het land heeft een enorme expertise als het gaat om corruptieonderzoeken en kent het Le Parquet National Financier van de procureur-generaal en Agence Française Anticorruption.
 
“We zijn gereed om onze kennis te delen. We kunnen trainingen bieden en uitwisseling van rechters en parketofficieren die hun praktijkervaring kunnen delen.” De ambassadeur benadrukt dat de Franse steun afhangt van wat het OM graag zou willen en voegt eraan toe dat ook de Europese Unie een uitgebreid programma voor justitiële ondersteuning biedt.
 

Uitbreiding 1915-grensverdrag

Nederland en Frankrijk tekenden op 30 september 1915 het grensverdrag voor de gedeeltelijke vaststelling van de grens. Dit verdrag geldt als uitgangspunt in de huidige grensbesprekingen. Partijen praten daarom over een uitbreidingsverdrag en niet over een nieuw grensverdrag. In het uitbreidingsverdrag wordt de grenslijn aangevuld met nog twee riviergedeeltes, zodat die riviergrens één geheel vormt en voor iedereen duidelijk is.
 
Twee van de aanvullingen zijn onder andere: de lijn vanuit zee tot aan het eiland Portal en het deel van de grens vanaf Stoelmanseiland tot waar de rivieren Lawa, Litanie en Marowini samenkomen. In een later stadium onderhandelen partijen verder over het laatste betwiste stukje, het zuidelijk deel van de grensrivier.

Regering wil verhoogd tempo bij ontwikkelen beleidsgebieden

De regering wil een verhoogd tempo bij het ontwikkelen van beleidsgebieden. Foto: CDS

De regering Santokhi wil met het oog op het opgang brengen van de economische ontwikkeling, met een verhoogd tempo reeds het komende jaar bepaalde beleidsgebieden ontwikkelen. Naar aanleiding van deze intentie heeft een regeringsdelegatie onder leiding van president Chan Santokhi een presentatie gehad, die is verzorgd door Peter Bhairo, senior consultant AP en G.

President Santokhi zei dat er in verband hiermee al enkele projecten zijn geïdentificeerd. “Dat moet nu allemaal uitgevoerd worden.” Het staatshoofd noemde vervolgens enkele projecten die klaar zijn voor de uitvoering. Er zullen bruggen met mechanische banen worden gebouwd voor de oversteek van boten in Futu Pasi en Drietabbetje.

In Moengo zal een middelbare school verrijzen. In het district Marowijne zullen er verder projecten ten behoeve van de verbetering van de water- en elektrificatievoorziening worden uitgevoerd.

Voor Commewijne ligt een plan klaar voor het inzetten van een veerverbinding. Dit met het oog op het oplossen van het fileprobleem. In Wanica zal er een vuilverbrandingsoven worden opgezet, met eventueel de mogelijkheid afval te gebruiken voor het opwekken van energie. In Para zal er ook een middelbare school worden opgezet. Ook aan het beroepsonderwijs zal hier aandacht worden besteed.

De moderne agro-industrie zal in Saramacca, Coronie en Nickerie naar hoger niveau worden getild. In Nickerie zal er ook een luchthaven worden gebouwd. Deze haven kan worden gebruikt als hub voor het transporteren van goederen naar de Caribische regio.

Het ligt ook in de planning om in het kader van de verfraaiing van het uitzicht in Paramaribo te starten met de bouw van een business center voor particuliere en overheidsdiensten.

https://www.srherald.com/suriname/2020/10/26/regering-wil-verhoogd-tempo-bij-ontwikkelen-beleidsgebieden/

Ramdin stipt gesprekken in Nederland aan

26 Oct, 2020,  02:46

foto

 De ministers Albert Ramdin en Armand Achaibersing hebben ook in Parijs besprekingen gevoerd met Lazard en Franse autoriteiten. 

 

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business & Internationale Samenwerking heeft vier ambtgenoten in Nederland gesproken. Binnenkort volgt een virtuele ontmoeting tussen de ministers van Defensie over de Kustwacht, Jungle training en technische bijstand. Er is ook een virtuele handelsmissie met Nederland in voorbereiding, zegt minister Ramdin in gesprek met Starnieuws. 
 
Minister Armand Achaibersing van Financiën & Planning focust zich op de steun van verschillende diensten, zoals FIOD, Belastingen en Douane. Deze steun zal verder aan de orde komen tijdens een hoog ambtelijk bezoek vanuit Nederland aan Suriname. Dit bezoek is gepland voor eerste week november. Hiernaast komt er een ontmoeting tussen Nederlandse executive directeur bij het Internationale Monetaire Fonds (IMF) en de Wereldbank. Gevraagd wordt aan de Nederlandse toppers bij de multilaterale instellingen voor steun bij de onderhandelingen met het IMF. 
 
De besteding van de 17 miljoen euro wordt afgerond bij aankomende hoog ambtelijk overleg met Nederland. Dit op basis van Surinaamse prioriteiten. Ramdin zegt dat de Nederlandse financiële bijdrage in KMO-Fonds, Agrarisch Krediet Fonds en Beurzen Fonds verwelkomd wordt.
 
In Nederland heeft Ramdin ook gesproken met de  commissie die de oprichting van een representatieve diaspora organisatie moet voorbereiden. Leden van de commissie zijn: Kathleen Ferrier,  Dowlat Ramlal, Rob Bhoendi en Hugo Fernandes Mendes. De bewindslieden keren maandag weer terug naar Paramaribo. 

Ambassadeur Joly: 'Wij zijn gereed om te praten over de brug'

Publicatie datum: 26 okt 2020 | Bron: Starnieuws | Door: Redactie

De Franse ambassadeur Antoine Joly. (Foto: Ranu Abhelakh) De toekomst van de regio is het hebben van een wegverbinding vanaf Buenavista tot aan Macapá, stelt de Franse ambassadeur Antoine Joly. “Wij moeten vandaag al beginnen na te denken over onze toekomst.” In dit plaatje past het hebben van de veerverbinding.

De veerboot is de eerste stap en de tweede stap is het hebben van een brug tussen Suriname en Frans-Guyana. “En ja, wij zijn gereed om te praten over de brug en de financieringsmogelijkheden na te gaan”, zegt Joly in gesprek met Starnieuws. Het idee voor de brug over de Marowijnerivier is niet nieuw, benadrukt Joly. “De uitvoering hiervan zal tijd kosten, vooral vanwege de crisis in Suriname.” Maar partijen moet nu al om de tafel zitten en de discussie met elkaar aangaan.

Wat zal de brug betekenen in de ontwikkelingsvisie voor beide landen, welke overeenkomsten moeten eerst worden getekend, hoe gaan we het transport en de handel regelen, somt hij enkele discussiepunten op. De economische crisis van Suriname en gebrek aan financiën ziet Joly niet gelijk als een sta-in-de-weg om dit project te realiseren. De diplomaat denkt hard op en noemt als voorbeeld een financieringsconstructie door een public-private partnership.

Hij verwijst ook het lange termijn urbanisatieplan voor de Franse grensstad Saint-Laurent-du-Maroni, waarin de brugverbinding met Albina is opgenomen. Interesse brug Suriname-Guyana Joly vindt de brug over de Marowijnerivier een noodzaak voor de toekomst van de drie Guyana’s. Voor de handel, het toerisme, de elektriciteit, etc. Frankrijk kijkt met belangstelling naar de nieuwe relatie tussen Suriname en Guyana, zegt Joly die tevens ook ambassadeur is voor Guyana.

“it betekent dat wij dus ook geïnteresseerd zijn in een brugverbinding tussen Suriname en Guyana.” Frankrijk wil graag betrokken worden in dit project. “Het gaat tenslotte om hetzelfde doel: versterken van de economische integratie in de regio en wij willen hier deel van zijn.” De diplomaat noemt beide bruggen een “hulpmiddel” voor de regionale integratie van de drie Guyana’s. “Wij staan open om mee te doen in deze discussie.

Wij kunnen een partner zijn. Frankrijk heeft genoeg kennis in huis als het om bruggenbouwers gaat.” De interesse van Frankrijk komt niet alleen als buurland, maar ook als lid van de Europese Unie (EU), die een speciaal samenwerkingsprogramma kent voor Suriname en Guyana. “Het project voor de economische integratie van de regio kan ook interessant zijn voor de EU”, stelt Joly.

Het programma werkt met schenkingen (grants) en geen leningen. “We zouden EU-Grants kunnen gebruiken in combinatie met leningen, bijvoorbeeld bij de IDB, om die brug te financieren.” Nieuwe veerboot augustus 2021 Vorige maand hielden Suriname en Frankrijk een werkbespreking te Saint-Laurent-du-Maroni. De bouw van de brug kwam toen ook aan de orde.

Voor nu is de focus op de ingebruikname van de nieuwe veerboot, die naar verwachting eind augustus 2021 aankomt. Er volgt dan eerst een testperiode van twee maanden. Aan het veerbootproject inclusief havens aan beide zijden van de verbinding en onderzoek hangt een prijskaartje van € 10 miljoen.

https://surinamenieuwscentrale.com/content/ambassadeur-joly-wij-zijn-gereed-om-te-praten-over-de-brug

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking. Foto: CDS

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking heeft de committering van Suriname om de samenwerkingsrelatie met de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) voort te zetten, herbevestigd. Dit zei de bewindsman tijdens de 50ste Reguliere Sessie van Algemene Vergadering van de OAS (AVOAS). Deze vergadering heeft virtueel plaatsgevonden vanuit het hoofdgebouw van de OAS in Washington DC.

De COVID-19-pandemie heeft een wereldwijde impact gehad op verschillende gebieden. Ook Suriname is geraakt door de effecten van deze pandemie die onder andere de gezondheidssector, het onderwijssysteem, klimaatverandering, landbouw- en andere productiesectoren onder enorme druk heeft gezet. In het bijzonder in het Caraïbisch gebied heeft de impact van deze pandemie de hoge kwetsbaarheid van kleine eilandstaten en laaggelegen kuststaten voor externe schokken, blootgelegd, zei de minister.

Het thema voor deze vergadering heeft zich gericht op de uitdagingen de aanpak van de COVID-19-pandemie op het Westelijk Halfrond, gebaseerd op de vier pijlers van de OAS, te weten mensenrechten, democratie, veiligheid en ontwikkeling.

Minister Ramdin riep op tot een sterkere belangenbehartigingsrol van de OAS jegens de internationale gemeenschap en in het bijzonder de internationale financiële instellingen, om in de regio specifieke strategieën te ontwerpen en uit te voeren om landen te assisteren. Het gaat onder andere om landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied.

De nadruk werd eveneens gelegd op de overweging van specifieke financieringsaspecten zoals schuldverlichting met name schorsing en of kwijtschelding van schulden, toegang tot financiering, speciale regelingen voor subsidies en zachte leningen.

De minister gaf verder het belang van de Surinaamse regering aan om zich in te blijven zetten voor democratie, sterke democratische instellingen, goed bestuur, de rechtsstaat, mensenrechten en fundamentele vrijheden evenals vrede en veiligheid.

Naast de toespraken van ministers van Buitenlandse Zaken zijn verschillende resoluties aangenomen en hebben besprekingen plaatsgevonden over onder andere de situatie in Venezuela en Nicaragua. Tevens zijn verkiezingen gehouden voor verschillende organen van de OAS.

https://www.srherald.com/suriname/2020/10/25/suriname-herbevestigt-samenwerkingsrelatie-met-oas/

 

18 Oct, 2020, 16:46

foto

 Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking. 
 

 

14 Oct, 2020, 02:53

foto

 President Chan Santokhi in gesprek met de hoge Amerikaanse delegatie die gisteren een kort bezoek heeft gebracht aan Suriname. Ambassadeur Ambassadeur Karen Lynn Williams vergezelde haar landgenoten. (Foto: CDS) 

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *