Opinie: Noodwet inzetten voor asielbeleid raakt aan essentie van de democratie
De grondwet kan zichzelf niet verdedigen, maar heeft politici nodig die bereid zijn in de ‘geest’ van de democratie te opereren. Dat de PVV nu vol inzet op noodwetgeving moet daarom een belangrijk signaal zijn, ook voor de coalitiegenoten.
Ben Crum 23 september 2024, 15:57
Toen in 2016 Donald Trump werd verkozen tot Amerikaanse president en de Britten voor een Brexit stemden, verscheen er een golf van boeken (zoals How Democracies Die van Levitsky en Ziblatt ) en commentaren over het ‘einde van de democratie’. Uiteindelijk werd de soep niet zo heet gegeten als hij werd opgediend. Trump werd in 2020 weggestemd en ook de Britse democratie functioneert nog (ondanks aanzienlijke problemen met de Britse economie).
Blijf op de hoogte
Krijg een melding bij nieuws over Columns & Opinie.
We moeten de weerbaarheid van de democratie dus niet onderschatten. Omgekeerd moeten we echter ook oppassen om te veel te vertrouwen dat de democratische instituties hun werk wel blijven doen.
Over de auteur
Ben Crum is hoogleraar politicologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Dit is een ingezonden bijdrage, die niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de Volkskrant reflecteert. Lees hier meer over ons beleid aangaande opiniestukken.
Eerdere bijdragen in deze discussie vindt u onder aan dit artikel.
De Nederlandse democratie heeft zich de afgelopen decennia uiterst weerbaar getoond. Gevestigde partijen leden grote verliezen in verkiezingen, en van Lijst Pim Fortuyn tot de Partij voor de Vrijheid en Forum voor de Democratie heeft een reeks van nieuwe partijen aanzienlijke invloed gekregen (en vaak ook weer verloren).
Stem aan onvrede
Die nieuwe partijen gaven stem aan onvrede over de bestaande politiek en brachten standpunten in het parlement – bijvoorbeeld over migratie of Europese integratie – die niet door de oude partijen werden vertolkt. Nieuwe geluiden en een andere stijl van politiek leidden soms tot zorgen over het democratisch gehalte van deze partijen, maar uiteindelijk werden ze opgenomen in het democratisch proces.
about:blankhttps://acdn.adnxs.com/dmp/async_usersync.html
Je kunt de confrontatie tussen de coalitie en de oppositie over het inzetten van asielnoodwetgeving dus zien als een botsing tussen ‘oude’ en ‘nieuwe’ politiek. De PVV – en in mindere mate de andere coalitiepartijen – geven met hun plannen voor het asielbeleid stem aan kiezers die zich door de oppositiepartijen onvoldoende gehoord voelen. Bovendien is de focus op asiel ook een uitlaatklep voor onbehagen over hoe de Nederlandse politiek vaak lijkt vast te lopen in een moeras van regels en compromissen.
Juridische haarkloverij
Dat de discussie vervolgens vooral gaat over procedures – zoals het toesturen van documenten en de omstreden rechtsstatelijkheid – in plaats over de inhoud kan voor veel kiezers een reden zijn om af te haken. Maar in plaats van dat we deze discussies afdoen als juridische haarkloverij, staat er in de eis van de PVV en het kabinet om het parlement te passeren bij het doordrukken van het asielbeleid iets fundamenteels op het spel.
De essentie van democratie is dat we samen besluiten kunnen maken ondanks het feit dat we fundamenteel verschillende belangen en waarden hebben. Dat betekent dat je het niet met elkaar eens hoeft te worden. In plaats daarvan accepteren we allemaal de basisregels van het politieke spel, zoals verkiezingen en de meerderheidsregel, waarbij soms de één, soms de ander zijn zin krijgt.
Bovendien vergt democratie ook regels en procedures die voorkomen dat besluiten onnodig worden doorgedrukt ten koste van kwetsbare maatschappelijke belangen. Dat geldt voor de belangen van minderheden, maar ook voor belangen die van zichzelf onvoldoende stem krijgen in de politiek, zoals de mensenrechten van migranten. Daarom hebben we grondrechten en extra controle van de besluitvorming door bijvoorbeeld de Raad van State.
Legitieme belangen
Uiteindelijk leggen de grondwet en de democratie slechts regels en procedures vast. Zij kunnen zichzelf niet verdedigen. Dat vereist politici die bereid zijn in de ‘geest’ van de democratie te opereren. Zij moeten blijven zien dat ze (en wij als maatschappij) er samen uit moeten komen en dat hun politieke tegenstanders eveneens stem geven aan legitieme maatschappelijke belangen.
Dat vergt dat je niet de marges van de wettelijke mogelijkheden opzoekt – bijvoorbeeld door elke stemming te winnen met de kleinst mogelijk meerderheid – maar dat je in de besluitvorming, waar mogelijk, ook tegemoet komt aan de belangen van anderen.
Tolerantie voor haar tegenstanders en compromisbereidheid zijn nooit kenmerkend geweest voor de PVV. Maar de partij heeft het lang in het midden gelaten of ze als gewone partij wil meedraaien in de Nederlandse democratie of dat ze bereid is zich tegen de democratie te keren als ze daartoe de macht krijgt.
Belangrijk signaal
Dat Wilders en Faber, nu de PVV de grootste partij is, vol inzetten op het gebruik van asielnoodwetgeving is daarom een belangrijk signaal. Het geeft aan dat ze geen belang willen hechten aan de tegengeluiden en dat ze bereid zijn zich te onttrekken aan de regels die het democratisch samenleven mogelijk maken. Daarmee gaan ze recht tegen de ‘geest’ van de democratie in.
De Nederlandse democratie zal niet bezwijken door de inzet van asielnoodwetgeving, als het al zover komt. Maar de wil om naar dit middel te grijpen zegt veel over de democratische gezindheid van de PVV.
Het zegt ook iets over haar coalitiegenoten. In die gevallen waar de democratie wel onherstelbaar wordt beschadigd – zoals bijvoorbeeld in Hongarije – is dit veelal mogelijk gemaakt door gematigde partijen die de eerste signalen miskenden en te lang dachten dat het wel los zou lopen of dat ze de antidemocratische krachten wel in bedwang zouden kunnen houden. Dat zou ook hier kunnen gebeuren.https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-noodwet-inzetten-voor-asielbeleid-raakt-aan-essentie-van-de-democratie~b659fe82/
Hoger opgeleiden lijken in hun opvattingen meer op elkaar dan mensen die lager zijn opgeleid
Wat vinden laagopgeleiden en hoogopgeleiden van elkaar? Waar denken ze ‘t zelfde over – en waarover juist niet? Socioloog Quita Muis deed grootschalig onderzoek naar de opvattingen van Europeanen en Nederlanders over allerlei belangrijke zaken, van abortus tot immigratie. Ze deed daarbij een verrassende ontdekking over hoe polarisatie echt werkt.
Margriet Oostveen 22 september 2024, 05:00
Sigrid Kaag liet zich filmen voor een tv-documentaire over haar werk, drie jaar geleden. Op de achterbank van haar dienstauto sprak ze met haar politiek assistent over de snelle winst van Forum voor Democratie in de peilingen. Kaag vroeg: ‘Wie zíjn die mensen, die daarop stemmen?’
Blijf op de hoogte
Krijg een melding bij nieuws over Wetenschap.
Het hielp niet dat haar assistent erbij lachte. Rechtse duiders plaatsten het fragment moeiteloos in het populistische frame van volk versus elite: Kaag was neerbuigend, toonde ‘de weerzin van de kosmopoliet’ tegen ‘de alledaagsheid’ en had ‘dus geen idee van de sentimenten in Nederland’.
Wij/Zij-maatschappij
Kunnen we nog samenwerken tegen klimaatverandering en oorlog? Wie denkt nog in termen van een algemeen belang? De Volkskrant onderzoekt wat de wetenschap zegt, waar struikelblokken liggen en wat we hiervan kunnen leren. Eerdere afleveringen: volkskrant.nl/WijZij
Socioloog Quita Muis begreep destijds al vrij precies waar de ergernis rond Kaags vermeende superioriteitsgevoelens vandaan kwam. Haar vader is opgeleid aan de toenmalige middelbare technische school, haar moeder werkt in een tuincentrum en belangrijker: zelf zat ze al jaren diep in haar grootschalige onderzoek naar polarisatie in Nederland en Europa. Komende week hoopt ze daarop te promoveren aan Tilburg University. De titel: ‘Wie zijn die mensen?’ – Oorzaken en gevolgen van polarisatie in de geschoolde samenleving.
Muis baseert haar breed opgezette dissertatie op ruim 35 jaar aan grootschalige onderzoeksdata uit vrijwel heel Europa plus een enquête van een representatieve focusgroep van 1.275 Nederlanders. Ook zoomt ze afzonderlijk in op de twee groepen die het meest uit elkaar lijken te groeien: hoog- en laagopgeleiden. Het proefschrift laat zo zien hoe de houding van Kaag en veel andere hoogopgeleiden kon ontstaan. En vooral: welk probleem er áchter de vermeende polarisatie ontstond.
about:blankhttps://acdn.adnxs.com/dmp/async_usersync.html
Want om meteen maar met een uitkomst te beginnen: ‘polarisatiepaniek’ domineert weliswaar het debat, maar onze meningsverschillen nemen helemaal niet toe.
‘Ja, dat schrijf ik. Meningenpolarisatie, zoals wij onderzoekers het noemen, zien we in vrijwel heel Europa gewoon niet terug. In de meeste Europese landen zijn de opvattingen die mensen hebben over zaken als sociale stabiliteit, economie, abortus, homoseksualiteit en immigratie in ruim 35 jaar gemiddeld nauwelijks uit elkaar gegroeid.’
Over de auteur
Margriet Oostveen is wetenschapsredacteur van de Volkskrant. Ze schrijft over sociale wetenschappen en maatschappij. Eerder trok ze tien jaar als columnist door Nederland.
Muis doelt op de data uit de European Values Study, waarvoor Europese onderzoekers sinds 1981 per decennium de waarden omtrent religie, politiek en maatschappij meten van een grote, representatieve groep Europeanen. De laatste keer, in 2017, zijn hiervoor ruim 59 duizend Europeanen uit 36 landen ondervraagd.
Maakt het niet uit dat 2017 alweer zeven jaar geleden is?
‘Niet echt. Waarden ontstaan al vroeg als gevolg van opvoeding en omgeving. Ze veranderen in de regel niet van het ene op het andere jaar. Als ze al veranderen, dan kost dat minstens een generatie.’
De jongste kiezers blijken voor het eerst wel weer wat meer geneigd tot conservatieve standpunten. Gemeten in 2017, dus dat zijn de millennials van nu.
‘Ja. En er zijn intussen vergelijkbare onderzoeken bij gekomen over gen Z, inmiddels de jongste kiezers. Daar zie je hetzelfde. Veel opvattingen van de twee jongste generaties lijken op dit moment het meest op die van de oudste generatie: de 95-plussers. En dus niet op die van hun ouders van middelbare leeftijd en de babyboomers.’
Waar gaat het dan over?
‘Het is geen onwijze terugslag hoor, zo conservatief zijn de jongeren nu ook weer niet. Dat is wel belangrijk om te benadrukken. Je ziet het vooral goed bij hun democratische waarden: net als de oudste kiezers reageren de jongste kiezers positiever op bijvoorbeeld een sterke leider, die zich niet zo druk maakt over parlement en verkiezingen.’
Hoe is dat te verklaren?
‘De oudste vooroorlogse generatie vergelijkt allerlei culturele ontwikkelingen met het eigen verleden. Daar reageren ze nu wat antidemocratisch op. Zo van: transgenders, moet dat nou, die herken ik niet uit mijn jeugd, dat gaat misschien wel wat snel. Maar bij de jonge generaties speelt iets anders. Zij ervaren veel onzekerheid over de economie, de woningmarkt, het klimaat: daarom willen ze een leider die het voortouw neemt. Ik denk dat dit een reactie is op de uitzondering die je ziet als je de waarden van een reeks generaties achter elkaar vergelijkt: die uitzondering is het hyperindividualisme van de boomers.’
Dus de ouderen zijn wat behoudender dan andere leeftijdsgroepen omdat ze denken aan het verleden, en de jongeren juist uit onzekerheid over de toekomst?
‘Daar komt het op neer. Dit laat ook zien waarom politici die beide groepen kiezers willen aanspreken zich beter kunnen gaan focussen op de economie in plaats van op allerlei culturele standpunten.’
Zoals de verkiezingscampagne van de Democraten in de VS, met extra veel nadruk op betaalbare gezondheidszorg en huizen?
‘Ja precies. Ook hier kunnen politici zich beter meer met dit soort economische waarden gaan bezighouden.’
Ook aan de opvattingen van hoog- en laagopgeleiden in Nederland kun je goed zien dat de meningsverschillen niet zijn toegenomen.
‘Inderdaad. Over thema’s als abortus en homoseksualiteit zijn hoog- en laagopgeleiden het juist vaker eens. Of neem opvattingen over migratie. Die zijn dus al decennia ongeveer hetzelfde. Áls er al even wat fluctueert, dan zie je dat op precies dezelfde manier fluctueren onder hoog- en laagopgeleiden. Een meerderheid van de hoog- én laagopgeleiden noemt migratie nu bijvoorbeeld spontaan een ‘probleem’.’
Waarom ervaren mensen dan toch polarisatie?
‘Je kunt wel stellen dat vooral politici en sociale media de indruk bij mensen versterken dat polarisatie toeneemt. Die veroorzaken wij-zij-denken, waardoor het kan gaan lijken dat we het vaker oneens zijn. En ik heb de indruk dat omdát mensen denken dat ze het vaker oneens zijn, ze zich daar ook naar gaan gedragen. Dan dreigt selffulfilling prophecy. Overigens was het vroeger ook al zo hoor, dat mensen vooral dachten dat de meningsverschillen toenamen.’
Wat is er nu anders?
‘De aard en de toon van conflicten werd heftiger, al dan niet aangedikt door sociale media en politici. Dan neemt het korte lontje toe bij een kleine groep. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling die tot geweld kan leiden, zoals je deze zomer in Engeland zag na de steekpartij in Southport, bij de rellen tegen asielzoekers op basis van een valse beschuldiging op sociale media. Maar hier moeten we nog meer onderzoek naar doen.’
Dit promotieonderzoek signaleert iets opmerkelijks bínnen afzonderlijke groepen. Vooral bij de hoogopgeleiden.
‘Ja, hoogopgeleiden lijken meer op elkaar dan laagopgeleiden. Als ik als hoogopgeleide met een andere Nederlandse hoogopgeleide zit te praten, dan is er aanzienlijk meer kans dat wij dezelfde mening hebben dan wanneer twee laagopgeleiden met elkaar praten.
‘De meeste hoogopgeleiden hebben bijvoorbeeld een relatief hoog vertrouwen in politie, ambtenarij en justitie, en accepteren zaken als abortus, echtscheiding en homoseksualiteit. Onder laagopgeleiden is dit minder vanzelfsprekend en verschillen de meningen meer.
‘Uit mijn onderzoek blijkt voor het eerst dat dit al twintig jaar zo is. Omdat niemand eerder onderzocht wat er binnen deze groepen zelf eigenlijk precies gebeurde, laat ik het als eerste zien. Nota bene: de afkomst van hoogopgeleiden werd in twintig jaar juist steeds diverser. Daarom is het nog opvallender dat vrijwel al hun standpunten op elkaar lijken.’
En binnen de groep laagopgeleiden?
‘Die zijn veel gevarieerder. Alleen over economische thema’s, zoals bijvoorbeeld de noodzaak prijsverhogingen te voorkomen, hebben zij voornamelijk dezelfde mening. Dat is het enige terrein waar ze als groep homogener zijn in hun opvattingen dan hoogopgeleiden.’
Waarom is het een probleem dat hoogopgeleiden zo op elkaar lijken?
‘Opleidingsniveau werd de laatste twintig jaar een van de belangrijkste identiteiten van mensen. Hoogopgeleiden worden in Nederland al op het vwo uitgesorteerd. Vanaf hun 12de beginnen ze zich te conformeren aan allerlei hoogopgeleide standpunten. Hoogopgeleid zijn is nu eenmaal iets wat meer mensen nastreven dan laagopgeleid zijn. En als je dezelfde mening hebt, dan versterkt dat het groepsgevoel. Het gaat vaker over culturele thema’s dan binnen de groep lager opgeleiden, omdat er economisch voor hoogopgeleiden niet veel meer te winnen is.’
Hoogopgeleiden zeggen volgens dit onderzoek ook vaker dat ze polarisatie ervaren. Hoe kan dat?
‘Doordat ze zich sterker identificeren met hun hoogopgeleide groep. Wat er dan optreedt, is een psychologisch mechanisme: wanneer je omringd bent door mensen die allemaal zo denken als jij, en je woont ook nog in dezelfde buurt met zulke mensen omdat hoogopgeleiden ook steeds vaker in dezelfde wijken wonen, dan lijkt iemand met een andere mening al snel totaal anders. Politici en media versterken dit mechanisme ook nog eens.
‘Hoogopgeleiden ervaren dit onderscheid daarom, anders dan ze zelf vaak denken, juist veel sterker dan laagopgeleiden. Dat versterkt het wij-zij-gevoel. Dit noemen sociologen op identiteit gebaseerde polarisatie, of ‘affectieve polarisatie’. Dat is dus iets anders dan meningenpolarisatie.’
Je schrijft dat een van oorsprong ‘politiek conflict’ daardoor vaker een ‘moreel conflict’ wordt . Wat betekent dat?
‘Je kunt het uitstekend oneens zijn over bijvoorbeeld waar ons belastinggeld naartoe moet en daar dan een hard inhoudelijk conflict over hebben. Dat is een politiek conflict. Een moreel conflict is wanneer mensen de andere groep gaan afwijzen en zeggen: jouw mening is fout. Of: jij bent fout, ik ga niet meer met je in gesprek.’
Als een politicus suggereert dat asielzoekers verkrachters zijn, is het wel moeilijk om nog in gesprek te gaan.
‘Natuurlijk. Maar hier geldt dan ook dat iemand zich al niet aan de democratische regels houdt door zoiets te beweren. Deze persoon discrimineert. Maar rond bijvoorbeeld een thema als het klimaat of vaccinaties zouden mensen minder moralistisch kunnen zijn.’
Anders wordt het al snel superieur gedrag?
‘Ja, bijvoorbeeld door mensen die er anders over denken als ‘wappie’ weg te zetten. Of je stelt dus de vraag ‘Wie zijn die mensen?’ terwijl je als politicus erg uitstraalt dat je echt niet de moeite zal nemen hen te leren kennen. Het hoeft niet doelbewust te zijn, dat superioriteitsgevoel, maar het zit wel impliciet in zo’n uitspraak. Vaak ook expliciet trouwens. In mijn onderzoek naar hoog- en laagopgeleiden zaten veel open vragen die mensen anoniem en thuis, dus in alle vrijheid, konden beantwoorden. Daar zei een hoogopgeleide: ‘We hebben veel diversiteit in ons land. Hoogbegaafden, maar ook de mensen met een IQ van een baviaan.’
Neemt de superieure toon toe?
‘In relatieve zin zeker: het aantal hoogopgeleiden in Nederland groeit en naarmate er meer bijkomen, met hun culturele thema’s, ervaren laagopgeleiden ook meer morele claims van die hoogopgeleiden. Laagopgeleiden heb ik ook ondervraagd. Zij vinden op hun beurt dat hoogopgeleiden niet snappen hoe de wereld echt in elkaar zit. Maar ze zeiden veel minder echt lullige dingen, zoals hoogopgeleiden doen.’
Mensen zoeken intussen houvast in groepen die steeds kleiner, gefragmenteerder worden. In dit onderzoek lijkt die fragmentatie uiteindelijk een groter gevaar te zijn dan polarisatie.
‘Ja, want iedereen in dit onderzoek blijkt nog steeds op zoek te zijn naar gemeenschappelijkheid en saamhorigheid. Mensen willen helemaal niet polariseren, ze willen zich inzetten voor een algemeen belang. Maar omdat we ook in een hyperindividualistische tijd leven, zoeken veel mensen een groep die hen wél erkent, inclusief al hun individuele eigenschappen: mens, vrouw, christen, lhbtq, hoogopgeleid, trans, enzovoort. En verzetten ze zich vaker tegen andere groepjes om dat af te bakenen.
‘Het is dus helemaal niet zo dat we geen collectief meer zouden willen zijn. De grote vraag is: wat blijft binnen zo’n collectief dan nog onze gemeenschappelijkheid? Is dat opleiding? Of nationalisme, of patriottisme? Waar hebben we nog een gedeeld belang? Daar moeten we hard over nadenken. Want er is steeds minder sprake van een breed gedeeld goed of fout. En daar zijn we allemaal naar op zoek.’
Het goede nieuws uit dit onderzoek is dus dat er nog niets aan gemeenschapszin verloren is.
‘Ja, de rode draad is de blijvende hang naar collectiviteit. Maar we moeten onze saamhorigheid echt weer in wat grotere groepen zien terug te vinden. Zodat de democratie ook werkbaar blijft.’
Wat zeggen Nederlandse laag- en hoogopgeleiden over elkaar?
In dit interview spreken we over ‘hoog-’ versus ‘laagopgeleid’, omdat Quita Muis in haar proefschrift die termen hanteert, en niet ‘theoretisch’ en ‘praktisch opgeleid’. Muis: ‘Ik vind ook dat de termen hoog- en laagopgeleid beter kunnen veranderen, maar er bestaan in mijn soort onderzoek nog geen duidelijkere termen voor. Vmbo-t is een theoretische leerweg, maar in mijn data hoort het bij laagopgeleid.’
Hoogopgeleid betekent hier minimaal hbo of universiteit. Laagopgeleid: maximaal basisonderwijs, het vmbo, de eerste drie leerjaren van havo/vwo of mbo-1.
Quita Muis analyseerde vragenlijsten die sinds 1981 zijn voorgelegd in een terugkerende, representatieve steekproef van in totaal ruim 5.500 Nederlanders. In 2017 gebeurde dit grotendeels via een computer, dus zonder aanwezigheid van een interviewer, om sociaal wenselijke antwoorden te voorkomen. Hier werd ook gevraagd hoe hoog- en laagopgeleiden zelf naar de toenemende segregatie tussen beide groepen keken. Een selectie uit de antwoorden:
Hoger opgeleiden:
‘Hoogopgeleiden moeten neerdalen willen ze laagopgeleiden begrijpen en laagopgeleiden kunnen niet mee in het denken van hoger opgeleiden.’
‘Ik heb altijd het gevoel dat ik me aan moet passen als ik met bv. een loodgieter of heftruckchauffeur praat. Het is me nog nooit gelukt om daar een (in mijn ogen) zinnig gesprek mee te voeren.’
‘Je vriendengroep bestaat uit OSM. Ons soort mensen daar voel je je prettig. Mensen met een lagere opleiding mogen daar bij maar meestal lukt dat niet. De ene kant moet extra moeite doen en de andere kant voelt zich niet thuis dus mislukking.’
‘Het is gewoon opvallend, dat als je net met iemand gepraat hebt op een intelligent niveau, je alweer heel gauw iemand tegenkomt, dat je denkt wat een dombo.’
‘Een mens met een gedegen educatie heeft een totaal ander inzicht in de menselijke ontwikkeling’
‘Hoger opgeleiden denken veel meer na. Laagopgeleiden overkomt veel, zonder dat ze het zien aankomen.’
‘Lager opgeleiden zijn tegenwoordig minder sociaal. Ook politiek interesseert hen steeds minder. In de tijd van de verzuiling werd vaak nog engagement voor de eigen sociale klasse aangeleerd, dat lijkt nu totaal weg. Lager opgeleiden zien weinig dwarsverbanden en afhankelijkheden. Veelal reageren ze uit emotie en zijn passief. Men kiest niet voor vereniging of actie, maar voor onttrekken en agressie.’
‘Het lijken wel gescheiden werelden. Zelfs mbo-opgeleiden (grootste groep) ken ik niet zoveel. Waar je mee omgaat, raak je mee besmet.’
Lager opgeleiden:
‘Hoogopgeleiden verdienen meer of ze een goede bijdrage leveren of niet, dit in tegenstelling tot lageropgeleiden.’
‘Er wordt op de laag opgeleiden neer gekeken, al werken ze nog zo hard.’
‘Hoger opgeleiden kunnen zich behoorlijk verheven voelen boven een laag opgeleid persoon.’
‘De meeste hogeropgeleiden hebben totaal geen binding meer met de rest van de wereld.’
‘Niks dommer dan wat hier voor hoogopgeleid doorgaat. Niets denkt in meer ongefundeerde dogma’s en weinig is intoleranter voor wie anders denkt.’
‘Hoogopgeleiden zijn in algemeen vervreemd van de laagopgeleiden deze worden gezien als een andere klasse mensen.’
‘Lager opgeleiden hebben een opleiding genoten die is afgestemd op de praktijk. Hoger opgeleiden niet en zijn daarom vaak ook zeer onpraktisch. Deze categorie valt dan ook dikwijls onder de norm IWAB (Ik Weet Alles Beter).’ https://www.volkskrant.nl/wetenschap/hoger-opgeleiden-lijken-in-hun-opvattingen-meer-op-elkaar-dan-mensen-die-lager-zijn-opgeleid~be310945/
Als we Musk en Wilders hun gang laten gaan, wordt onze democratie straks bestuurd door likes en retweets
Sander Duivestein 22 september 2024
‘Niemand probeert zelfs maar Biden of Kamala te vermoorden’, twitterde Elon Musk kort nadat Donald Trump ontsnapt was aan vermoedelijk een tweede aanslag. Bijna gelijktijdig dreigde Geert Wilders op hetzelfde platform: ‘Ik zou er nog maar eens goed over nadenken, @Nvanvroonhoven, want Nederland heeft een giga asielcrisis en die wordt niet opgelost door bij voorbaat al de benen te nemen en te dreigen met een tegenstem van NSC.’
Dit zijn geen losse flodders. Het zijn zorgvuldig geplaatste mijnen, bedoeld om maximale explosies in het toch al laaiende slagveld van het debat te veroorzaken. Welkom in de wereld van sociale media anno 2024, waar miljardairs en politici zonder noemenswaardige consequenties kunnen flirten met opruiing en intimidatie.
Blijf op de hoogte
Krijg een melding bij nieuws over Columns & Opinie.
Het is alsof we collectief zijn beland in een digitale versie van de familiereünie van tante Wilma. U kent haar vast wel. Zij is degene die tijdens de barbecue ongegeneerd haar mening ventileert over alles en iedereen. ‘Jij bent te dik, eet minder mayonaise!’, roept ze naar neef Jan, terwijl ze achteloos opmerkt dat haar zus gelukkig niet aanwezig is op het feestje.
Maar waar tante Wilma’s uitspraken beperkt blijven tot een select gezelschap dat haar kan negeren door nog een biertje open te trekken, bereiken de digitale tirades van Musk en Wilders miljoenen volgers. Hun woorden worden opgepikt, uitvergroot door algoritmes en herhaald door een netwerk van gebruikers die op zoek zijn naar bevestiging of confrontatie. Dit is de kracht van sociale media: ze geven een megafoon aan elke opinie, hoe ongefundeerd, ongepast of zelfs bedreigend die ook mag zijn.
Sociale media zijn zo ingericht dat ze polarisatie belonen. Platforms zoals X (voorheen Twitter) hebben als doel om gebruikers zo lang mogelijk vast te houden, en dat gebeurt het best door emoties te prikkelen. Het algoritme werkt als een machine die controverse voedt, omdat berichten die woede, angst, verontwaardiging of haat oproepen sneller viraal gaan. Dit zorgt ervoor dat extreme meningen veel meer aandacht krijgen dan meer genuanceerde standpunten.
Musk – die zijn tweet later na veel kritiek verwijderde – en Wilders begrijpen deze dynamiek feilloos. Ze gebruiken hun platforms niet om constructief debat aan te wakkeren, maar om te polariseren. Ze hebben geen belang bij oplossingen; chaos is veel lucratiever. Provocatie is een bewuste strategie geworden, een manier om hun achterban te mobiliseren en hun tegenstanders te demoniseren.
about:blankhttps://acdn.adnxs.com/dmp/async_usersync.html
De tweet van Musk, waarin hij nonchalant opmerkt dat niemand moeite doet om Biden of Kamala te vermoorden, lijkt op het eerste gezicht een slechte grap. Toch draagt deze uitspraak bij aan een cultuur waarin politieke tegenstanders steeds meer als minderwaardig of onbelangrijk worden neergezet.
Over de auteur
Sander Duivestein werkt voor het VerkenningsInstituut Nieuwe Technologie van Sogeti. Hij schreef in 2021 het boek Echt Nep. In de maand september is hij gastcolumnist op volkskrant.nl/opinie.
Columnisten hebben de vrijheid hun mening te geven en hoeven zich niet te houden aan de journalistieke regels voor objectiviteit. Lees hier meer over ons beleid.
Eerdere bijdragen in deze discussie vindt u onder aan dit artikel.
Wilders volgt eenzelfde patroon door de asielcrisis voortdurend in apocalyptische termen te schetsen – een ‘giga asielcrisis’ – en collega-politici te beschuldigen van lafheid. Het is de kunst van het simpele frame, waarbinnen elk probleem wordt gereduceerd tot een zwart-witkwestie. Het is een tactiek die aanzet tot verdeeldheid, in plaats van dialoog.
In een wereld waar een tweet meer gewicht heeft dan een wetenschappelijk rapport, wordt het publieke debat gereduceerd tot intellectuele fastfood: snel bevredigend, maar op de lange termijn dodelijk voor de volksgezondheid. Debat heeft plaatsgemaakt voor tribalisme, en de vraag is niet langer wie het beste idee heeft, maar wie het hardst schreeuwt.
Deze directe lijn naar hun publiek geeft figuren zoals Musk en Wilders een ongekende macht, waarin de regels van fatsoen of diplomatie steeds meer naar de achtergrond verdwijnen. Wat ooit begon als een belofte van democratisering van informatie, is uitgemond in een wereld waarin de luidste stemmen de agenda bepalen. Ze opereren niet in de schaduw van het establishment, ze zíjn het establishment, maar dan in influencer-verpakking.
Woorden hebben consequenties, en wanneer extreme of dreigende uitspraken via sociale media wijdverspreid worden, treedt er een gevaarlijk normalisatieproces op. Wat gisteren nog als schokkend werd ervaren, is morgen de nieuwe norm. Dit leidt tot een erosie van het vertrouwen in politieke en maatschappelijke instituties, en voedt het idee dat alles toelaatbaar is in het publieke debat.
De normalisering van dit soort retoriek heeft diepgaande gevolgen voor hoe we met elkaar omgaan in de samenleving. We zijn al bijna vergeten dat het ooit anders was, dat fatsoen ooit de norm was. Wanneer de grens van het toelaatbare telkens wordt opgerekt, dreigen extremistische denkbeelden salonfähig te worden. Dit maakt het publieke debat harder, vijandiger en minder productief. In plaats van dialoog en compromis wordt het een wedstrijd om wie het hardst kan schreeuwen en het meest schokkend kan zijn.
Als we niet oppassen, wordt de digitale wereld één grote, disfunctionele familiebijeenkomst, waar een schreeuwende tante Wilma de microfoon heeft gekaapt en niemand weet hoe je die weer afpakt zonder een scène te veroorzaken. We moeten onze mediawijsheid aanscherpen en zowel politici als techgiganten ter verantwoording roepen.
Anders zitten we straks met een democratie die bestuurd wordt door likes en retweets, en dat is geen democratie meer, maar een circus. Want als we Musk en Wilders ongebreideld hun gang laten gaan, eindigen we met een democratie die meer weg heeft van een realityshow. https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/als-we-musk-en-wilders-hun-gang-laten-gaan-wordt-onze-democratie-straks-bestuurd-door-likes-en-retweets~bbbdfb27/
Gang naar de rechter is geen politieke wonderpil
+ Leeslijst
columnSjoerd de Jong
LuisterenOpen ‘luister naar artikel’Leeslijst
Sjoerd de Jong schrijft wekelijks een column. Volg
Welkom bij NRC
Dit artikel krijg je cadeau omdat wij het belangrijk vinden dat je kennis kunt maken met onze journalistiek. Wil je meer lezen? Dan vragen we je om abonnee te worden. Met onze abonnees kunnen we blijven investeren in goede journalistiek.Bekijk de abonnementen
Op een holletje naar de rechter straks: boeren, klimaatactivisten, universiteiten, asieladvocaten. Allemaal om Haagse maatregelen van tafel te krijgen uit de koker van het extraparlementaire maar nu ook onparlementaire kabinet van topambtenaar Schoof de Eerste (en Enige). De ‘asielcrisis’ staat bovenaan, maar bij de opening van het academisch jaar van het Amsterdamse NIAS klonk ook de bredere oproep tot een alliantie tussen Academia en de rechterlijke macht, om de uitholling van democratie en rechtsstaat tegen te gaan.
Uiteraard komt er met een beroep op de rechter verzet tegen de nationale verschraling die in gang is gezet vanuit Den Haag. Al is het ergens ironisch dat juist links, dat eertijds het onmogelijke eiste en de verbeelding aan de macht wilde, haar toevlucht zoekt tot de wet nu de uiterst-rechtse verbeelding aan de macht probeert te komen. Maar goed, als het aan de stembus niet lukt, kan de rechtsstaat dan misschien de democratie redden?
Of is het eerder andersom? Natuurlijk is de wettelijke orde fundamenteel. Maar stel dat de gewenste asielcrisisbeheersingsmaatregelen – je gaat er bijna Duitsig van praten – met hangen en wurgen juridisch door de beugel zouden kunnen, zou het uitroepen van die ‘crisis’ dan ineens wél aanvaardbaar zijn?
Het kabinet ziet zichzelf als spreekbuis van een getergde volkswil
Nee. Dat is toch echt een politieke kwestie. Louter verwijzen naar de noodzaak van juridische ‘onderbouwing’ legt bovendien een hypotheek op de rechterlijke macht, die het risico loopt te worden gepolitiseerd. Dat zal de anti-rechtstatelijke rancune over ‘D66-rechters’ die de PVV al jaren als stookolie gebruikt – behalve als het de leider een keer goed uitkomt – alleen maar aanjagen. Het doet ook het ergste vrezen voor Omtzigts gedroomde Constitutioneel Hof, nóg een instrument in de juridisering van politieke strijd. Vreemd trouwens, dat hij dat Hof ziet als buffer tegen de staat, die hij anderzijds verwijt onmachtig te zijn om de echte problemen van het land op te lossen.
PVV-minister Faber en Schoof de Enige handelen met hun „ervaren” asielcrisis (kijk maar op televisie!) in eigen ogen ook niet ‘ondemocratisch’. Ze dragen een andere opvatting van democratie uit, een die zich beroept op de volkswil die zij menen te verstaan. Niets nieuws, die overtuiging leeft vaker bij radicaal-rechts (en ooit bij communistisch links).
Een ‘echte’ democratie, aldus de rechts-revolutionaire jurist Carl Schmitt (1888-1985), drukt de wil uit van een homogene, lotsverbonden nationale bevolking. Die volkswil is geen gegeven maar wordt politiek gevormd – van bovenaf. Soeverein is degene die, jawel, de „uitzonderingstoestand uitroept”.
Er is geen acute asielcrisis – eerder eentje in de arbeidsmigratie – maar die wordt gemaakt en vormgegeven door een kabinet dat zichzelf ziet als spreekbuis van een getergd volk. Daar helpt geen rechter tegen, alleen een andere politiek. https://www.facebook.com/search/top/?q=Gang%20naar%20de%20rechter%20is%20geen%20politieke%20wonderpil
Kabinet wil asielcrisis uitroepen zonder instemming Kamer: ‘Dit is schandalig’
Het kabinet wil de asielcrisis uitroepen zonder vooraf instemming van het parlement te vragen. Met een reeks maatregelen hoopt het kabinet dan direct de asielinstroom te verminderen. Een deel van de Tweede Kamer is woest.
Hanneke Keultjes 12 september 2024, 19:40
Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) legde in haar eerste Kamerdebat uit hoe het kabinet de asielcrisis wil uitroepen. Dat voornemen werd in juli al afgesproken in het hoofdlijnenakkoord dat de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB met elkaar afspraken. Daarvoor is, zei Faber, een koninklijk besluit nodig, dat premier Dick Schoof neemt. Zodra dat besluit genomen is, ‘kunnen we heel snel maatregelen gaan nemen’, aldus Faber.
Blijf op de hoogte
Krijg een melding bij belangrijk nieuws van Het Parool.
Delen van de Vreemdelingenwet kunnen dan (tijdelijk) buiten werking worden gesteld, waardoor volgens Faber ‘snel de asielinstroom kan worden ingeperkt’. “Mits ik kleur binnen de Europese lijnen en de internationale wetgeving.” Volgens de NOS wordt ‘gedacht’ aan het inperken van de mogelijkheid om keer op keer een nieuw asielverzoek in te dienen en zouden meerderjarige kinderen hun ouders niet meer achterna mogen reizen.
Hoewel Faber niet vooruit wil lopen op de kabinetsplannen, zijn volgens haar hoe dan ook maatregelen nodig. ,,Nu is het dweilen met de kraan open.” Gelijktijdig met het koninklijk besluit wordt een wet naar de Kamer gestuurd. Deze asielcrisiswet moet de maatregelen ‘in de lucht houden’. Alle maatregelen, zo zei Faber na afloop van het debat zijn ‘juridisch getoetst’. “We hebben de beste juristen erop gezet.”
‘Tweede Kamer buitenspel’
GroenLinks-PvdA-Kamerlid Kati Piri noemt het ‘echt schandalig’ dat Faber op die manier het parlement ‘buitenspel zet’. Ook SGP-Kamerlid Diederik van Dijk hekelt dat de Kamer pas achteraf mag oordelen over de maatregelen. “Deze Kamer kan snel, desnoods in het weekend, bijeenkomen om erover te debatteren.”
about:blankhttps://acdn.adnxs.com/dmp/async_usersync.html
Faber wijst alle kritiek resoluut van de hand. “Zo werkt noodrecht in Nederland, dat is op democratische wijze tot stand gekomen.” Tijdens de coronacrisis werden ook eerst maatregelen genomen door het kabinet, voordat de Tweede Kamer zich daarover boog.
Denkfractieleider Stephan van Baarle memoreert dat partijen die destijds kritisch waren over de coronanoodwet het ‘nu prima’ vinden dat Asielminister Faber de noodoptie wil inzetten om de asielinstroom te verlagen.
SP-Kamerlid Michiel van Nispen vindt de werkwijze ‘antidemocratisch’. “Het feit dat de bevoegdheid in de wet staat, maakt het nog niet oké dat het kabinet dit nu inzet.” CDA-fractieleider Henri Bontenbal sluit zich daarbij aan. “Past dit bij het democratisch ethos? Wil het kabinet zo omgaan met de Kamer? Daar maak ik me wel zorgen over.”
Reactie coalitiepartijen
Kamerleden uit coalitiepartijen houden zich op de vlakte. Volgens PVV-Kamerlid Marina Vondeling staan alle maatregelen ook in het hoofdlijnenakkoord. “Ik hoor niks nieuws.” VVD-Kamerlid Queeny Raykowski zegt alle vragen ‘goed te snappen’, maar ze wil niet reageren op vragen van haar collega-Kamerleden. “Ik ga in consultatie met mijn fractie.”
Het kabinet presenteert vrijdag het regeerprogramma, de uitwerking van het hoofdlijnenakkoord. Daarin zouden ook plannen staan om gezinshereniging aan banden te leggen, zo bevestigen bronnen berichtgeving van RTL Nieuws. Een asielzoeker die zijn of haar echtgenoot of kinderen naar Nederland wil halen, moet daar minimaal twee jaar op wachten en daarnaast een eigen woning hebben.
Grenstoezicht
Het kabinet is niet van plan grenscontroles in te voeren. Hoewel Faber deze week nog enthousiast reageerde op de aankondiging van de regering in Duitsland, dat grenscontroles invoert om illegale migratie tegen te gaan, lijkt zij nu niet meer van plan het Duitse voorbeeld te volgen. Op de vraag van BBB-Kamerlid Claudia van Zanten ‘wanneer de grenscontroles’ worden ingevoerd, antwoordde Faber: “U moet het meer zien als intensiveren van grenstoezicht.” Faber wil de huidige vliegende brigades van de marechaussee daarvoor uitbreiden. Haar plannen bespreekt ze vrijdag in de ministerraad.
De nuancering van Faber is opmerkelijk. PVV-leider Geert Wilders twitterde deze week nog: ‘Grenscontroles? Hoe eerder, hoe beter.’
Grote azc’s
Faber onthulde in het debat ook dat ze ‘verkennende gesprekken’ met gemeenten voert die ‘grote opvanglocaties’ moeten openen. Het kabinet wil inzetten op deze grote asielzoekerscentra (azc’s) om de asielopvangcrisis het hoofd te bieden, omdat dit ‘goedkoper’ is.
De opstelling van Faber is bijzonder, want de Tweede Kamer wil juist dat er wordt ingezet op kleine azc’s. Coalitiepartij NSC vroeg er specifiek naar: “Wij zijn voor een mix van grote en kleine opvanglocaties,” zei Kamerlid Diederik Boomsma. Ook GroenLinks-PvdA -Kamerlid Kati Piri herinnerde aan de ‘brede consensus voor kleine locaties’. Die kleine locaties zouden kunnen rekenen op meer draagvlak bij inwoners van gemeenten. Maar kleine azc’s zijn, zegt Faber, ‘heel duur’. “Ik streef naar grote opvanglocaties, die kan ik beter faciliteren en zijn ook goedkoper.” https://www.parool.nl/nieuws/kabinet-wil-asielcrisis-uitroepen-zonder-instemming-kamer-dit-is-schandalig~bcc77d8d/
Trump en Wilders slopen democratie:
https://www.youtube.com/watch?v=WzJEyBAWc-M
Maarten van Rossem – De PodcastHistoricus en Amerika-kenner Maarten van Rossem legt uit waarom Donald Trump zoveel succes heeft in de Verenigde Staten.Nieuw54:19Wordt nu afgespeeld
Wilders is begonnen met slopen democratie
https://www.youtube.com/watch?v=PL6Uo0comDM&t=1070s
Maarten van Rossem – De PodcastEerder dan gedacht is PVV-leider Geert Wilders begonnen met het slopen van onze democratie. Wilders misbruikt de noodwet …